"Brigade-generaal b.d. J.L.R.M. Vermeulen"

AOW gat revisited

Onlangs ontving ik de brief van de minister van Defensie met de ’definitieve regeling’ van het AOW-gat. Kort samengevat: 90% van het probleem wordt opgelost. Het gat blijft 10% en elke buitenstaander zal vervolgens concluderen: ‘daar zijn ze niet slecht weggekomen t.o.v. het eerdere gat’. Ook de rechter heeft zo geconcludeerd, dus het moet goed zijn. Maar is dat zo?

Elke officier kent het duale gevoel: hij heeft een verantwoordelijkheid naar zijn baas en een naar zijn eenheid. Wanneer je alleen maar naar je commandant luistert en niet kijkt naar de noden van je eenheid, dan ben je geen goede commandant. Echter, omgekeerd geldt hetzelfde. Er is het voort-durend zoeken naar een goede balans. Vaak gebeurt dit op het scherpst van de snede, op gevoel, met je onderbuik. Ook de minister heeft dit probleem, zij moet in overleg met premier Rutte en de minister-raad haar punten zien te maken en zij kan niet telkens weer aankomen met eisen en wensen. En de vraag is dan: waar moet het zwaartepunt liggen?

Vanaf 2012 moest de organisatie 12.000 functies inleveren en het zittende personeel werd verdeeld over de resterende functies of werd en wordt naar buiten begeleid. Hierdoor ontstond een verkeerd beeld

van de vulling. Reeds in 2013 zagen wij als NOV dat er gaten vie-len, zijn wij gestart met onze waarschuwingen en hebben deze jaar op jaar herhaald. Op 1 januari 2016 zou De-

fensie 100% gevuld zijn. Dat was dus niet zo, de organisatie bleef ‘ondervuld’ en bo-vendien hadden de OPCO’s onvoldoende geld gekregen om tot een 100% vulling te kunnen komen. De doelstelling van de nota van de minister bij haar aantreden, In het belang van Nederland, was dus ook op personeelsgebied niet gehaald. Wij zien nu dat de organisatie in hoog tempo leegloopt. Er is wederom niet tijdig geanti-cipeerd. Gouverner c’est prévoir. Voor de

overleg, de loonontwikkeling bij Defensie maar vooral ook het vaststellen van de ’Bijzondere positie’ van de militair en het vervolgens daaraan geen gehoor geven in het geval van het AOW-gat, is het vertrou-wen van het personeel in de organisatie ernstig beschadigd. Wanneer met name een officierenvereniging via een elektro-nische stemming onder de leden tot de slotsom komt dat 94% tegen het door de leiding van Defensie en de OPCO-com-mandanten gepropageerde voorstel stemt, dan heeft Defensie echt een probleem. Het project Doorontwikkeling Krijgsmacht (DOKM) heeft bovendien geen geld gere-serveerd voor het personeel. De terechte zorg is dat de organisatie denkt dit alleen met het invoeren van de ’Adaptieve krijgs-macht’ op te kunnen lossen. De panacee voor alle problemen. Bij het personeel leeft inmiddels over de hele linie een gebrek aan vertrouwen in de leiding. Iets dat overigens wordt bevestigd in de eigen defensie-onderzoeken, zoals het onderzoek van de IGK, maar ook in de personeelsmonitor. En het is zeker in lijn met het irreguliere ver-loop: Defensie loopt in hoog tempo leeg. En het is ook in lijn met de vele honderden bij de elektronische stemming toegevoegde meningen, die onomwonden en ongekend scherp hun wantrouwen in de leiding uit-spreken.

Mijn conclusie is dat de balans, het zoeken naar het evenwicht op het scherp van de snede, ernstig is verstoord. De balans is doorgeslagen naar premier Rutte en het kabinet. Men is het gevoel met de organi-satie kwijtgeraakt en het vereist leiderschap om dit te herstellen. Wie staat er nu op?

De NOV wil hier best het voortouw in nemen. Het voorgestelde akkoord was niet goed voor de militair, maar ook niet voor de defensieorganisatie. Beiden zouden het niet moeten willen. Dus stop hiermee. Keer de rijksbred loonontwikkeling uit. Volg het voorstel van lgen b.d. Leijh en kom met behulp van een visie tot een echte ’Agenda va de toekomst’, en werk deze uit. Ondertussen stellen wij voor om de reorganisaties te hervatten om de mensen in de organisatie, maar ook Defensie weer voortgang te kunnen laten maken. De NOV is bereid een stap terug te doen en van daaruit opnieuw te beginnen.

Maar dan zien we ook graag een andere opstelling vanuit Defensie. Het gaat toch om het tonen van leiderschap? De minister geeft dan aan dat zij de ‘Bijzondere positie’ serieus neemt en zegt toe dat vanwege deze bijzondere positie het AOW-gat vol-ledig gevuld wordt; dus vanuit de optiek van goede personeelszorg en niet vanwe-ge de rechter. Want de boodschap dat de rechter haar dit had opgedragen was echt de verkeerde boodschap op een fout tijd-stip. En laat de minister dan ook erkennen dat, nu de crisis achter ons ligt, de loon-ontwikkeling bij Defensie achterloopt. En dat om te beginnen de laagste rangen met spoed boven de ’financiële armoedegrens’ gebracht moeten worden.

Kameraadschap is ons mantra. Zoals het nu gaat, kan het echt niet langer!

Minister, wij zijn bereid om stappen te zetten, nu u nog.