Titel: Acht jaar onschuldig vast

Ondertitel: Mijn verhaal

Auteur: Julio A. Poch

Uitgever: Balans, Amsterdam

ISBN: 978 94 600 3937 9                                    

Prijs: € 19,95

Recensent: lkol b.d. P. Dekkers

Waarom? Dat is de vraag die bij mij bleef hangen na lezing van dit boek van de Nederlands-Argentijnse vlieger Julio Poch. Waarom liet de Nederlandse overheid, in dit geval het OM, een Nederlands staatsburger doelbewust in de val lopen om te worden gearresteerd in een land dat in tegenstelling tot Nederland wel een uitleveringsverdrag heeft met Argentinië. Waarom deze arrestatie op de meest vernederende wijze: in het bijzijn van zijn directe familie en bekenden, onder het oog van de passagiers van het Transavia toestel dat hij als gezagvoerder tijdens zijn laatste vlucht voor zijn pensionering had bestuurd op de route naar Valencia? Waarom iemand laten oppakken die niet als verdachte gesignaleerd stond? Iemand die jarenlang tijdens familiebezoeken in zijn land van herkomst geen strobreed in de weg was gelegd. En dat alles op grond van tegenstrijdige en mogelijk zelfs valse geruchten en getuigenverklaringen. Welk duister machtsspel werd hier achter de schermen gevoerd?

Op het eerste deel van het iets meer dan 350 pagina’s beslaande boek beschrijft Julio Poch op nuchtere wijze zijn leven in Argentinië als jachtvlieger bij de marine en na het einde van zijn militaire diensttijd, zes jaar later, als verkeersvlieger bij Aerolineas Argentinas. Tijdens een detachering bij Transavia bevalt het leven hem hier zo goed dat hij in vaste dienst treedt en zich met zijn gezin permanent in Nederland vestigt. Vijf jaar later wordt hij genaturaliseerd en krijgt hij de Nederlandse nationaliteit. In 2003 wordt een Transavia Boeing met een aantal bemanningen geleased aan het op Bali gevestigde Air Paradise. Tijdens een etentje op 2 december 2003 in een restaurant op Bali komen de wandaden van het Argentijnse militaire regime uit de jaren zeventig en tachtig, waaronder de beruchte zogenaamde ‘dodenvluchten’, ter sprake. Een aantal collega’s van Poch concludeert hieruit dat hij daaraan actief heeft deelgenomen en dus medeschuldig is aan deze misdrijven. Op basis van deze verklaringen en geruchten wordt Poch uiteindelijk op 22 september 2009 op het vliegveld van Valencia bij het verlaten van de cockpit door de Spaanse justitie gearresteerd.

In het tweede deel beschrijft Poch de acht jaar lange strijd die hij heeft moeten voeren om tijdens gevangenschap, in wezen niets meer dan een voorarrest, zijn onschuld te kunnen aantonen. Een cruciale rol daarbij speelden zijn vliegerlogboeken die door de Nederlandse justitie uit zijn woning in Nederland waren meegenomen. Pas na meerdere verzoeken van zijn advocaat werden deze door het OM ter beschikking gesteld van de verdediging. Een grondige analyse van deze logboeken, o.a. door de Nederlandse commodore-vlieger b.d. Steve Netto, leidde uiteindelijk mede tot de conclusie van de rechters dat Poch onmogelijk betrokken kon zijn geweest bij de ‘dodenvluchten’. Door de stroperige rechtsgang in Argentinië duurde het uiteindelijk nog tot eind november 2017 voordat de rechters het unanieme oordeel ‘onschuldig’ konden uitspreken en Poch terug kon keren naar huis in Nederland.

Voor de lezers die als vlieger bij de Koninklijke Luchtmacht of de Marine Luchtvaartdienst dienen of hebben gediend is het zonder meer een interessant boek, alleen al omdat het wat inzicht geeft in de acties en achtergronden van wat voor Nederland toch min of meer de ‘tegenpartij’ was tijdens de Falkland-oorlog van 1982. Maar voor hen en alle andere lezers blijft de vraag waarom Nederland het zover heeft laten komen om een eigen staatsburger te laten uitwijzen naar een land waar een politiek gemotiveerd proces gevoerd zou gaan worden. Poch, en zijn advocaten die hem al die jaren hebben bijgestaan, hebben hiervoor geen sluitende verklaring. Wel wordt duidelijk dat, voordat de Argentijnse rechters zijn vrijspraak gelastten, hij in feite te maken had met twee tegenstanders: de aanklagers en politieke tegenstanders die belang hadden bij zijn vervolging. Jarenlang werd hij weggezet als een misdadiger, maar desondanks heeft hij zijn geloof in rechtvaardigheid nooit verloren en heeft hij zijn juridische strijd op waardige wijze gevoerd. Helaas, een strijd die nog niet ten einde is. Er loopt nog een cassatieverzoek in Argentinië en ook de Nederlandse staat, die een van haar eigen onderdanen volledig in de steek heeft gelaten, heeft zich nog weinig gelegen laten liggen aan enige vorm van eerherstel.  Hopelijk zal het besef daarvoor alsnog indalen bij de overheid. Anders blijft toch het gevoel knagen dat Poch werd geofferd als pion in een schimmig politiek schaakspel.