Advies officierenvereniging aan Defensie: Schrap nieuwe missies
Kristel van Teeffelen, Trouw, 29 september 2017
Dat zegt Ruud Vermeulen. Maar volgens de generaal buiten dienst en voorzitter van de Nederlandse Officierenvereniging, is er veel meer nodig om van Defensie weer een stabiele organisatie te maken.
Zo moet het aantal missies omlaag. Het liefste ziet hij er de komende jaren helemaal geen meer bijkomen. Maar dan bijt de organisatie zich in de eigen staart, beseft hij. “Mensen melden zich niet bij Defensie om alleen maar te oefenen. Ze willen ook op missie. Helemaal niet meer gaan, is dus geen optie.”
Militairen willen ook op missie. Helemaal niet meer gaan, is dus geen optie.
Het rapport van de Onderzoeksraad toont volgens de officier buiten dienst aan dat Defensie door het ijs is gezakt. En dat is niet plotseling gebeurd. Onder druk van bezuinigingen en reorganisaties, in combinatie met de stevige ambitie om als Nederland bij te dragen aan internationale vredesmissies, kraakte alles al veel langer.
Beschaamd vertrouwen
Wat doet dat met de militairen die op missie zijn? Volgens Vermeulen raakt het Mali-rapport Defensie ‘in het hart’, want juist vertrouwen is cruciaal tijdens missies – vertrouwen in het materiaal en in elkaar. Al zal dat laatste geen schade oplopen, denkt hij. “Een eenheid kent elkaar en vertrouwt elkaar. Het munitiebedrijf zat fout. Dat is geen onderdeel van de eenheid, het is een externe factor.”
Militairen zijn bovendien heus wel wat gewend. De middelen die tijdens een missie beschikbaar zijn, zijn vrijwel nooit toereikend voor de opdracht, zegt Vermeulen. “Dat weet je. Juist daarom moet je op je eigen kennen en kunnen vertrouwen. Als een helikopter niet goed functioneert, dan gaat het echt niet de lucht in. En als munitie niet wordt vertrouwd, dan komt het echt de poort niet uit. De commandant past dan het plan aan.”
Russen niet in de kaart spelen
Maar dan moet wel bekend zijn dat het materiaal niet deugt. Het rapport van de Onderzoeksraad toont aan dat de veiligheidsprotocollen die fouten moesten ontdekken niet werden toegepast. Iets wat Vermeulen verbaast, omdat hij uit eigen ervaring weet hoe die protocollen juist tot in den treuren aan bod kwamen.
Wat hem betreft toont het rapport over de Mali-missie nog iets aan. Defensie doet er goed aan opener te worden over wat er goed en niet goed gaat binnen de organisatie. “Vorig jaar werd informatie over de inzetbaarheid niet openbaar gemaakt, maar alleen gedeeld met Kamerleden. Het argument was dat die informatie voor Rusland ook interessant zou kunnen zijn. Dat argument snap ik, maar zo blijf je wel alles onder een hoedje vangen. Terwijl de informatie dat we op dit moment niet inzetbaar zijn ook voor de Nederlandse bevolking relevant is om te weten.”