Vorige week ben ik gestart met een drieluik over behoud versus werving. En met name waarom het zwaartepunt op behoud moet liggen. Zoals vorige week reeds aangegeven, in een tijd van economische hausse heeft ieder bedrijf problemen om goed personeel te vinden en te behouden. Toch zien wij altijd weer dat een gerichte en door de werkvloer ondersteunde werving bij Defensie leidt tot het aantrekken van grote aantallen medewerkers. Defensie heeft v.w.b. werkinhoud en als organisatie een natuurlijke aantrekkingskracht. Bovendien kan zij als het vertrouwen weer hersteld is beschikken over goede en gedreven ambassadeurs, zijn eigen personeel.

Alleen elke keer zie ik de nadruk gelegd worden op “werving”, terwijl het focuspunt, het centre of gravity, behoud moet zijn. In deze blog wil ik het aspect “vertrouwen” centraal stellen.

Wekelijks spreek ik mensen in de organisatie. En eigenlijk elke keer gaat het weer over het voorhanden hebben van goede competitieve uitrustingsstukken, goed en inzetbaar materieel, uitdagende en realistische oefeningen en gevulde eenheden die niet onmiddellijk na hun certificering weer uiteenvallen en daardoor eigenlijk opnieuw gecertificeerd zouden moeten worden. En elke keer komt ook aan de orde dat dit al jaren duurt, dat er van alles beloofd wordt en dat het maar mondjesmaat of onvolledig binnenkomt. Er is wel beweging, maar op de werkvloer is dit nog onvoldoende zichtbaar en voelbaar. En eigenlijk is dit ook wel begrijpelijk. Iedereen kan begrijpen dat een groot vrachtschip niet zo maar 180 graden van koers kan veranderen.

Daarom ook  de oproep van de CDS om toch maar weer de schouders eronder te zetten.

Het enige gebied waar wel op korte termijn grote stappen zouden kunnen worden gemaakt is op het gebied van arbeidsvoorwaarden. De bewindslieden hadden dit in hun eerste analyse goed gezien. Niet de door de defensiestaf aangereikte materiele plannen kregen voorrang maar het personeel.

In het arbeidsvoorwaardenresultaat zien wij dat het pensioenvoorstel is afwezen door de officieren en ondersteunt waarschijnlijk uit collegialiteit door grote aantallen onderofficieren. Het loonbod was in euro’s echt minder dan de CAO van het Rijk hoe je het ook berekent. En over de toelages was iedereen het over eens. Dit was eigenlijk een belediging. Breed in de organisatie is het resultaat dan ook afgewezen.

Het enige veld waarop op korte termijn het vertrouwen in de organisatie hersteld had kunnen worden is daarmede afgesloten. Defensiepersoneel mag niet staken. Het stemt dan ook met de voeten, het loopt weg met pijn in het hart.

De defensienota, excellent getimed, de juiste prioriteit op het juiste moment, dreigt een wassen neus te worden.

Van de militairen wordt verwacht en worden opgeroepen om hun schouders eronder te zetten. Van de defensieleiding mag worden verwacht dat zij met een arbeidsvoorwaarden resultaat komen dat, in lijn met de Defensienota, draagvlak krijgt onder de defensiemedewerkers. En ja, daarvoor is steun vanuit de Tweede Kamer en het kabinet onontbeerlijk.  Als zij dit geven dan komt op korte termijn het vertrouwen terug en keert de rust weer in de organisatie.

Hier zal de defensieleiding zijn schouders onder moeten zetten.