In een tijd van economische hausse heeft ieder bedrijf problemen om goed personeel te vinden. Toch zien wij altijd weer dat een gerichte en door de werkvloer ondersteunde werving bij Defensie leidt tot het aantrekken van grote aantallen medewerkers. Defensie heeft v.w.b. werkinhoud en als organisatie een natuurlijke aantrekkingskracht. Bovendien kan zij als het vertrouwen weer hersteld is beschikken over goede en gedreven ambassadeurs, zijn eigen personeel.

Alleen elke keer zie ik de nadruk gelegd worden op “werving”, terwijl het focuspunt, het centre of gravity, behoud moet zijn. In een aantal blogs zal ik hier vanuit meerdere invalshoeken op terugkomen.

Professionaliteit

Dienstplichtige legers kunnen, vanwege de lage personele kosten, groot zijn. Beroepslegers worden in hun omvang beperkt door de hoge personele lasten. De hogere kwaliteit, het genereren van meer gevechtskracht moet dit verschil in grootte goed maken.

Het werk van defensie gaat over iets, ultimo gaat het over leven en dood. Ook zonder dat men onder operationele omstandigheden verkeert blijft het een gevaarlijke baan. Bijna aan elk uitrustingsstuk waar men mee wordt opgeleid, getraind en waar men mee gaat oefenen, zitten risico’s verbonden. De eerste avond van opkomst en het uitdelen van de PGU; hoeveel rekruten hebben zich toen niet aan zoiets basaal als  het zakmes gesneden? Het verplaatsen met pantservoertuigen in het terrein, het in- en uitstappen is onderdeel van een proces en moet goed worden aangeleerd om geen ongelukken te veroorzaken. Hetzelfde geldt natuurlijk op schietbanen, het vliegen maar ook het onderhouden van vliegtuigen. En zo zijn er vele situaties aan te wijzen. Alles heeft te maken met de professionaliteit van individuen die uiteindelijk de veiligheid van werken bepalen en daarnaast ook hun deel van de gevechtskracht genereren.

Een extra dimensie wordt gevormd door het feit dat het niet alleen gaat om het werken op het niveau van het individu, ook op groepsniveau zijn weer andere aanvullende procedures en zaken van (levens)belang. Ditzelfde geldt ook voor het pelotonsniveau en hoger. Elk niveau voegt weer zijn eigen specifieke eisen en karakteristieken toe. Bovendien spelen hier nog de aansluiting en het inweven van de andere wapens en dienstvakken op in. Hoe steunt de artillerie de infanterie en de cavalerie zonder hen te beschieten? Hoe steunt de genie, zonder dat wij in onze eigen mijnenvelden rijden?  Maar ook joint. Hoe wordt luchtsteun geregeld, hoe wordt Apache steun tot op het laagste niveau aangevraagd en op het doel gebracht?

Wij zien dus een verticale gelaagdheid waarbij elk niveau zijn eigen eisen en karakteristieken heeft en dat er ook op alle verticale niveaus horizontale verbindingen zijn die de ander op de juiste tijd en plaats moeten steunen en meticuleus op elkaar moeten zijn afgestemd. Dit hele complexe en diepgaand verweven bouwwerk aansturen door commandanten op alle niveaus moet eveneens worden aangeleerd en alleen door heel veel te doen wordt het geïnternaliseerd tot een tweede natuur.

Hiervoor is een uitgekiend opleiding en trainingsproces nodig om stap voor stap de benodigde kennis en vaardigheden op te doen, maar ook om te kunnen komen tot een mate van intuïtieve besluitvorming.  Vervolgens zullen een aantal begenadigde commandanten dit zelfs tot kunst weten te verheffen.

Het verloop van grote aantallen officieren en onderofficieren en een te vroeg vertrekken van  soldaten en korporaals devalueert ons tot het niveau van een dienstplichtig leger. Maar gaat ook ten koste van de veiligheid van optreden. Alleen behoud waarborgt de kwaliteit van optreden, onze professionaliteit en het unieke van een beroepsleger.