"HSGO"

Beloningsmodel versus CAO

Beloningsmodel versus CAO

De gesprekken binnen defensie over een nieuwe CAO zijn weer opgestart.

De GOV heeft al meerdere malen aangegeven dat de personele tekorten in de organisatie met name liggen bij de lagere militaire (!) functionarissen, bij de operationele functies, bij onze eenheden.

 

Het is voor iedereen duidelijk dat deze functionarissen onderbetaald worden. En dit onderbetalen begint in onze visie door het onderwaarderen van operationele functies in de functiewaardering.  Hierdoor komt men in te lage schalen terecht en aan die lage schalen zitten lage financiële vergoedingen. Hier zit iets fundamenteel fout!

 

Defensie probeert dit recht te trekken door het “zogenaamde kantelen van de loonlijn”. Dat betekent onder wat bij doen en boven weghalen. Er spelen hier twee argumenten.

Enerzijds wederom de functiewaardering van die hogere functies in vergelijking met burgerfuncties en de daaraan gekoppelde indeling in rangen en schalen. Je kunt niet ongemotiveerd geld weghalen.

Maar vooral is hier van belang wat zijn de totale loonkosten gedurende een carrière van een burger versus een militair. En wat levert dit aan pensioenen op burger versus militair. Wat hebben wij b.v. een burger schaal 13 betaald in zijn leven in vergelijking met een luitenant-kolonel.  Over het algemeen stijgt een burger namelijk veel sneller naar zijn maximum dan de militair. Bovendien vergelijk eens de pensioenuitkomsten hierdoor.  Dan heb je een eerlijke vergelijking. En als het zo is dat een militair meer verdient dan heb je recht van spreken, dan moeten wij de loonlijn kantelen.

Tot nu toe zien wij in alle berekeningen dat een burger in zijn leven meer verdient en daardoor ook aanzienlijk meer middelloon pensioen bij elkaar sprokkelt. Dit zien wij overigens van laag tot hoog. Het kantelen van de loonlijn en daardoor het minder betalen van hoger gegradueerden militairen is om deze reden fundamenteel onjuist.

Het probleem van het te weinig verdienen van de lagere rangen, van onze operationele functies moet je opvangen met een beloningsmodel. Niet de loonlijn kantelen, maar onderin optrekken, oftewel het loonfundament versterken. De GOV heeft in de formatiebesprekingen aangeven hiervoor 350 miljoen voor nodig te hebben, haar Defensie Personeels Plan (DPP).

 

En dan de CAO. Kameraadschap is een groot goed. Vanuit die emotie hoor je de opmerking “laat het geld maar ten goede komen aan de lagere rangen”. Ook uit onze eigen achterban klinken soms die geluiden. Maar een CAO heeft ten doel om het salaris aan te passen aan de kosten van levensonderhoud, aan de inflatie. Het heeft expliciet niet als doel om ons beloningsmodel te repareren. De CAO is als instrument dan ook niet bedoeld om inkomens te herverdelen. Het is geen werktuig om te gaan nivelleren. Het heeft ook niet als doel de al bestaande gaten burger versus militair nog groter te maken.

Als je dit structureel wilt oplossen, en daar vechten ook wij al geruime tijd voor, dan moet je via functiewaardering, vervolgens de indeling en betaling in schalen/rangen en daarna via de berekening van de totale loonkostenvergelijking en de pensioenuitkomsten, komen tot een beloningsmodel dat het echt fundamenteel oplost. Dat echt onze operationele basis een beloning geeft die het verdient. En dit liever vandaag dan morgen!

 

In de CAO dit oplossen door misbruik te maken van kameraadschap, is het paard achter de wagen spannen. Je haalt voor defensie de noodzaak om dit op een eerlijke, verglijkbare en uitlegbare manier op te lossen weg en lost de problemen niet structureel op. Daarbij gaat het uit van een herverdeling van dezelfde taart, terwijl wij voor het beloningsmodel nu juist alle argumenten hebben om de taart eerst flink groter te maken, alvorens deze te verdelen.

Niet doen, sluit snel een simpele CAO en herstart de discussie over het organisatie-, personeel- en beloningsmodel. Daar ligt het aangrijpingspunt.