Titel: Dood door eigen vuur Ondertitel: De persoonlijke verhalen van commando’s en rode baretten bij het defensiedrama Auteur: Charles Sanders m.m.v. Michael Ruperti Uitgever: Unieboek Het Spectrum ISBN: 978 9003 36 2233 Prijs: € 19,99 Recensent: lkol b.d. P. Dekkers

In het vorige nummer van Carré maakte de voorzitter van de NOV, bgen b.d. Vermeulen al melding van dit boek. Het ligt nu in de winkel en ik heb het na aankoop nog dezelfde avond in een adem uitgelezen. En daarna nog een keer. Het is een boek dat je aangrijpt en emotioneert.Is dit wat er geworden is van de defensieorganisatie waar ik meer dan veertig jaar als militair met veel plezier en trots heb gewerkt? En nu, door achtereenvolgende kabinetten en politici van allerlei pluimage kapot bezuinigd. Maar ondertussen wel aan tal van missies meegedaan, zonder fatsoenlijk te zijn uitgerust en bewapend. Overal werd vol trots gewag gedaan van onze can do instelling. Desnoods kochten we zelf fatsoenlijke spullen, laarzen, kleding en andere uitrustingsstukken om mee op weg te gaan, voor een salaris waarover al jaren werd gesteggeld bij de(vastgelopen)onderhandelingen over een nieuwe cao.Een salaris waarvoor geen onderwijzer voor de klas gaat staan. Maar het defensiepersoneel, onze mannen en vrouwen, hondstrouw en loyaal tot op het bot, gaan. Maken het onmogelijke mogelijk, soms met gevaar voor eigen leven, alles in het belang van Nederland.

En soms gaat het mis, gruwelijk mis; vijandelijk vuur, een ongeval. It’s all in the game. Maar nu, kort na elkaar, twee keer dood door eigen vuur. Dood door een ondeugdelijk schiethuis, ondeugdelijke mortier- granaten, ondeugdelijk opgeslagen. Alles onder toeziend oog van de ambtelijke lei- ding van onze defensieorganisatie; ze zaten aan hun bureau, bezuinigden er op en keken er naar, zwegen het dood en oordeelden dat het goed was. In de rug geschoten door onze eigen organisatie. Hoe is het in godsnaam zo ver kunnen komen, vraag je je dan af.

En daarna, alsof wat er is gebeurd nog niet erg genoeg is, treedt de grote verdoezelmachine in werking.Alles wordt uit de kast gehaald om de politieke en militaire leiding uit de wind te houden. Omringd door voorlichters en communicatiedeskundigen spreekt men de onderhand geijkte bezweringsformule uit: Er is een onderzoek gestart.Sander Klap sterft in Ossendrecht op 22 maart 2016 in een schiethuis met linnen wandjes, kogelwerende dekens waren afgewezen, te duur. Vier maanden later wordt schietinstructeur Jos gehoord door twee rechercheurs, niet als getuige, maar als verdachte. Een elite militair die zijn hele leven alleen heeft gedaan wat Nederland van hem heeft gevraagd. En nu verdacht van ‘dood door schuld wegens het bewust niet opvolgen van de dienstvoorschriften’.

Ruperti vraagt zich terecht af hoe je dienstvoorschriften moet opvolgen in een oefenlocatie die in het geheel niet deugt. Tien maanden na de dood van Sander Klap wordt het schiethuis door Defensie gekeurd: ‘Niet veilig voor gebruik van scherpe munitie’. De OVV kwam later tot de con- clusie dat Defensie al in2014 wist dat deze oefenlocatie onveilig was; het OVV-rapport ‘Onverantwoord Oefenen’ wordt aanvankelijk stil gehouden en Defensie bestaat het om met 70 wijzigingsvoorstellen te ko- men. Te somber, te negatief en het departement ‘herkende zich er niet in’. Het OM seponeert daarna in de zaak tegen Jos, die daarna niets meer van Defensie hoort. Nog geen bloemetje, nee,zelfs geen ‘sorry’ kon er vanaf. Werken voor Defensie, je moet het maar durven.

Mali, 6 juli 2016, ook daar gaat het mis en twee mannen sterven. De KMar stelt een onderzoek in, en komt met een vaag verhaal, een fout in het ontstekingsmechanisme van de granaat. Over de ondeugdelijke opslag in extreme hitte wordt met geen woord gerept. Het OVV-rapport spreekt andere taal: grove fouten en deze Bulgaarse granaten hadden allang geleden afgekeurd moeten zijn. Met dit ‘modern, robuust en veilig materieel’ (volgens DMO) worden onze mensen dus op pad gestuurd. En als het mis gaat, dan zijn daar weer de dooddoeners: ‘Ik ben een onderzoek gestart’,  verklaart de minister. Uiteindelijk kostten de misstanden bij Defensie de minister en de CDS de kop, maar pas toen het niet anders meer kon. De voorlichters en communicatiedeskundigen laten geen kans onbenut om nog een enigszins positief beeld te laten ontstaan. Omringd door woordvoerders arriveren CDS en C-LAS in Winschoten bij de nabestaanden, een mediamoment getuige de massaal opgetrom- melde pers en camera’s. En zelfs daar, in het huis van de nabestaanden van een van de twee slachtoffers bestaat een kolonel het om het OVV-rapport te ‘nuanceren’. De voorlichters maken melding van een ‘goed gesprek’ in een laatste poging het straatje van Defensie schoon te vegen.

Op 200 pagina’s schetsen oorlogsverslaggever Charles Sanders en advocaat Michael Ruperti, zelf veteraan, in sobere bewoordingen een ontluisterend beeld van de defensieorganisatie anno nu. Uitgekleed tot op het bot. En dat zou nog tot daaraan toe zijn, ware het niet dat er een grauwe wolk van autisme over het Plein lijkt te zijn neergedaald, waar elk zweempje empathie voor de mannen en vrouwen in het veld is verdwenen in een woud van woordvoerders. Een organisatie waar het woordje ‘sorry’ voorgoed uit het woordenboek lijkt geschrapt. Je krijgt er letterlijk tranenvan in je ogen.

‘Wij wenden ons tot God en JanSoldaat,

als hoge nood en bitt’re strijd ons wacht.

De nood voorbij, het land in vredesstaat,

vergeten wordt de Heer, en JanSoldaatveracht.’

 

(Uit Tabé Java)