"Voorzitter NOV"

Chora

Chora.

Mevrouw Zegveld is namens Akthar Mohmad c.s. uit Uruzgan/Afghanistan een procedure gestart tegen ‘de Staat der Nederlanden’ met al doel een schadevergoeding te claimen.  Ik ben geen jurist en wil dan ook ver blijven van “juridische haarkloverijen”.

Wat mij wel raakt en bezighoud is het ethische aspect van deze case, de vraag, ‘heeft de commandant zijn besluiten weloverwogen genomen?’.

Meer precies, wat was zijn opdracht? Heeft hij bij de analyse van de opdracht alleen rekening gehouden met de veiligheid van zijn eigen militairen, of ook met die van de Afghaanse politie en het Afghaanse leger? Zijn de risico’s voor de burgerbevolking gewogen zowel bij het terplekke verdedigen en vervolgens zuiveren van het gebied, maar ook de gevaren voor de burgers als de Nederlandse troepen het gebied verlaten?

Vragen die een commandant zich moet stellen zijn, denk ik, is er een militaire noodzaak om stand te houden of kan het gevecht beter elders gevoerd worden? Is het geweld dat je verwacht te moeten gebruiken proportioneel, ben je humaan, voldoe je aan eisen van ridderlijkheid? Het klinkt ouderwets, maar de sterke moet de zwakkeren beschermen en niet alleen zichzelf.

Ik heb de overtuiging dat in de analyse van de opdracht bovenstaande factoren diepgaand zijn gewogen. Daar heb ik echt vertrouwen in. Hoe moeilijk deze afwegingen ongetwijfeld geweest zijn. Hier kun je alleen maar diep respect voor hebben.

Maar er is nog een tweede zaak die mij raakt en dat is openheid. Zolang als ik defensie ken, meer dan 50 jaar van zeer nabij, is openheid geen tweede natuur. Overigens wie afgelopen week naar het ontluisterende debat over de verkenning heeft gekeken, is “oestergedrag” zeker geen prerogatief voor Defensie, in tegendeel.

Als militair word je geleerd om verantwoording voor je daden af te leggen, en terecht. Het gaat over mensenlevens, het gaat over het fatale gebruik van geweld en soms over grote verwoestingen, mogelijk zelfs van cultureel erfgoed. Ik begrijp ook dat men vanuit het ministerie terughoudend is om toekomstige claims het zo moeilijk mogelijk te maken.

Van de andere kant is de schade aan de krijgsmacht en het draagvlak voor hun inzet onder de Nederlandse bevolking  heel groot. Onder andere Nederlandse militairen die met groot gevaar voor eigen leven samen met Afghaanse eenheden de greenzones gezuiverd hebben worden door dit “oestergedrag” negatief weggezet. En dit omdat juristen en schade afhandelaars openheid willen voorkomen.

Militairen willen verantwoording afleggen. Zij worden opgeleid, nee opgevoed in het ethisch beoordelen van hun opdrachten en daar openlijk verantwoording over af te leggen. Alleen wordt dit laatste niet direct aangemoedigd door de politieke en ambtelijke leiding van het departement.

Het ministerie doet de krijgsmacht, onze militairen hiermee tekort.