De Defensienota 2018
Onlangs hebben de bewindslieden hun Defensienota 2018 uitgebracht. Eind mei werd deze in het parlement behandeld. De nota bestaat in mijn ogen uit twee delen, namelijk de periode vanaf nu tot aan het einde van dit kabinet en een tweede deel dat dieper zal ingaan op de periode vanaf 2020 en verder, de ’lange lijnen’ van deze minister. Voor de nieuwe krijgsmacht is deze nota en de ontwikkeling naar 2020 van levensbelang, vandaar dat deze editie van Carré voor een groot deel gevuld is met beschouwingen over deze nota.
Het eerste deel een van de nota kent een zwaartepunt op het gebied van personeel en geeft aan hoe de totale 1,5 miljard extra (deze ophoging van het budget wordt overigens pas in 2021 bereikt) inclusief materiële investeringen in de tijd besteed moet worden. Het personele zwaartepunt zal al op korte termijn de lakmoesproef moeten ondergaan. Voor 1 oktober aanstaande moet er een nieuw arbeidsvoorwaardenakkoord bereikt zijn. In dit akkoord zullen afspraken gemaakt moeten worden over extra loon en de overgang van een eindloon pensioenstelsel naar een militair specifiek middelloon systeem. Met name op het laatste wordt door het ABP ontzettend veel druk uitgeoefend. Zij kunnen geen evenwichtige uitvoering van de huidige regeling meer garanderen. Maar eigenlijk heeft Defensie als organisatie een heel ander probleem. Zij moet de concurrentie met een gespannen arbeidsmarkt aangaan. En dan gaat het zeker niet over de ophoging van de pensioenleeftijd en de overgang van eindloon naar middelloon. Maar de prioriteit ligt, vanwege externe druk, op andere onderwerpen dan op behoud en werving en het lukt niet om alles tegelijkertijd aan te pakken. Het probleem is nog groter wanneer wij zien dat Defensie met 2.400 functies mag uitbreiden. Het is eeuwig zonde dat het zwaartepunt nu niet op behoud en werving kan liggen, de organisatie schreeuwt erom.
Bovendien moet een groot aantal materieelplannen in uitvoering genomen worden, de zogeheten reparatie. De reparatie van het opleidings- en trainingsprogramma. Een versterking van de logistiek. De update van de Apache helikopter naar de E-uitvoering en de aanschaf van de MQ-9 Reaper UAV. Gisteren zag ik de A-brieven voor een support ship en de Kamerbrief voor de vervanging van de M-fregatten langskomen. Maar ook de reparatie van de personele checks and balances wordt met de uitbreiding van de 2.400 functies ter hand genomen, evenals het repareren van de bezuinigingen op instructeurs, hulpleiders, veiligheidsfunctionarissen en syllabi- en voorschriftenschrijvers. Bovendien zien wij dat met de 1,5 miljard extra er nu een financiële dekking ligt onder een groot aantal vervangingen en sommige uitbreidingen. Met name de vervanging van onderzeeboten en vaartuigen voor de mijnenbestrijding op zee zullen de komende tijd ook besloten worden.
De grote uitdagingen in deze periode zullen worden gevormd door enerzijds het behouden van voldoende personeel, maar anderzijds ook door het met deze uitgemergelde organisatie tijdig voor uitvoering gereed hebben van de plannen en daarmee het beschikbare geld effectief en efficiënt te besteden. Een cultuurschok voor de organisatie na 27 jaar van alleen maar minder en minder en op alles te moeten beknibbelen en bezuinigen.
Het tweede deel krijgt in mijn ogen tot nu toe te weinig aandacht, namelijk de herijking in 2020. In de NATO Defence Planning en Capacity Review geeft de NAVO duidelijk aan wat zij van Nederland verwacht. Dit gaat langs de lijnen van de drie C’s: cash, capabilities en contributions.
T.a.v. cash: wij voldoen niet aan de NAVO-eis van 2% bbp en gaan dit ook niet voor 2024 halen ondanks de toezeggingen in Wales in 2014. Dit zal ons zeker op een fikse schrobbering door president Trump en minister van Defensie Mattis komen te staan. Amerika wil best onze veiligheid garanderen, maar dan zullen wij ook onze bijdrage moeten leveren. Het alleen maar gratis op Amerika leunen is voorgoed voorbij en in mijn ogen terecht.
De brigades moeten weer logistiek zelfstandig worden
Capabilities: wij zullen bij de landmacht moeten investeren in het weer gevechtswaardig maken van onze brigades. Een tankbataljon voor de 13e Lichte Brigade. Twee afdelingen erbij voor de 13e Lichte Brigade en de 11e Luchtmobiele Brigade. En verder drones, extra genie en de ICT om de tijd tussen shooter en target te minimaliseren. Voorts ICT om de besluitvorming en de bevelvoering te versnellen en meer cyberbestendig te maken. De brigades moeten weer logistiek zelfstandig worden. De SOF-capaciteit moet middels rangers en helikopters worden aangepast aan de uitdagingen van deze tijd. En voor onze luchtmacht zou er een uitbreiding met 25 F-35’s moeten worden gerealiseerd. De KMar heeft een extra bataljon nodig voor taken zoals verkeersdetachementen, verkeerscontrole en beveiliging. Het is niet voor niets dat een uitbreiding van cash naar 2% moet gaan plaatsvinden.
En als laatste onze contributions,, de missies/uitzendingen. Voor de landmacht is het helder: het huidige aantal uitzendingen of de intensiteit daarvan zal niet kunnen worden gehandhaafd. Wij hebben er niet meer de personele capaciteiten voor. Dus ook hier kan geen positief verhaal verteld worden aan NAVO. Op alle drie de gebieden presteren wij ruim onvoldoende en voor een rijk land is dit zeer laakbaar.
In de komende twee jaar zal minister Bijleveld de politieke stappen gaan zetten naar de herijking. De echte vraag is dan: weet zij, ondanks de kosten van de energietransitie, de financiële ruimte in 2020 te claimen, dus nog in deze kabinetsperiode? Maar kan zij dit ook, politiek breed gedragen, vertalen middels de ’lange lijnen’ naar de toekomst? En natuurlijk zal dit onderbouwd moeten zijn met daadwerkelijke plannen om aan de NAVO-eisen tegemoet te komen.
Een spannende tijd. Gaan wij het personele verloop terugdringen en de werving daadwerkelijk opkloppen? Zijn wij in staat om de beschikbare 1,5 miljard structureel weg te zetten met deze uitgemergelde organisatie? Zullen de materieelplannen tot uitvoering kunnen komen en zal daarmee een deel van het vertrouwen van het personeel in de leiding worden hersteld? Zal de geoefendheid weer op peil gebracht kunnen worden?
Maar vooral, zal minister Bijleveld in staat zijn om voor haar plan van de ’lange lijnen’ niet alleen draagvlak bij het kabinet, maar bij voorkeur ook een breed draagvlak in het parlement te krijgen? Zal dit kabinet in 2020 nog extra geld vrijmaken om aan de herijking de eerste boost te geven? Bezuinigen en inklinken had zijn eigen dynamiek. Maar de problemen/uitdagingen van deze tijd zijn tenminste net zo groot.
Maar groeien voelt echt veel beter dan alleen maar bezuinigen.