"Kol b.d. drs. A.E de Rooij"

De KL na de defensienota

Voor de Koninklijke Landmacht (KL) is de weg die met deze defensienota wordt ingeslagen de juiste. De KL is het grootste krijgsmachtdeel met een personeelsintensieve organisatie. De huidige leegloop waardoor vele duizenden vacatures zijn ontstaan bij de krijgsmacht heeft dan ook met name op de KL een negatief effect; met niet gevulde eenheden kun je niet vechten. Daarnaast ben je alleen effectief met gemotiveerd personeel. De nadruk op niet alleen werving, maar ook behoud van personeel is dan ook essentieel voor de KL.

De aanpak van de minister is een pragmatische en dat is gegeven de beroerde omstandigheden waarin ook de KL verkeert, een goede keus. Dat geldt ook voor het in stand houden van een krijgsmacht die van vele markten thuis is: de drie hoofdtaken en de nauwelijks voorspelbare ontwikkeling van de dreiging laten geen andere keus. Het is wel goed om te bedenken dat de Nederlandse krijgsmacht geen alleskunner, maar een meerkunner moet zijn. Dat is nodig om een rol van betekenis te kunnen blijven spelen in NAVO- en EU- verband en waar nodig, in een ‘coalition of the willing’.

Daarom wordt de gevechtskracht van de huidige eenheden op peil gebracht. Veel wapensystemen zijn in het eerste decennium van deze eeuw binnengestroomd en zijn dus na (ruim) tien jaar inzet niet meer het modernste wat er op de markt is. De midlife updates van systemen als de pantserhouwitser, het verkennings- en anti-tankvoertuig Fennek, het infanteriegevechtsvoertuig CV-90 en het gepantserde transportvoertuig Bushmaster geven deze systemen een groter potentieel, waarmee de gevechtskracht ook op de middellange termijn blijft behouden en dat is gezien de huidige dreiging vanuit het oosten hard nodig. De aandacht die uit de defensienota blijkt voor de eerste hoofdtaak, de verdediging van het eigen en bondgenootschappelijk grondgebied, is daarom volstrekt terecht. Uiteindelijk kan de vrede alleen worden gehandhaafd als je beschikt over eenheden die in staat zijn te vechten. Een leger is er niet alleen met voldoende gemotiveerd personeel en goed materieel. Alleen door een grondige opleiding en training creëer je operationeel inzetbare eenheden. Het vergroten van de oefenmogelijkheden en het op peil brengen van voorraden, onder meer munitie, stelt  de KL in staat haar eenheden weer op het vereiste (NAVO-)niveau te brengen. De modernisering van het elektronische simulatiesysteem voor het optreden op land versterkt de mogelijkheden tot goed en efficiënt te oefenen.

Kortom: de KL was als een zieke man. Door de in deze nota genoemde maatregelen, kan het genezingsproces op gang komen.

De KL was een zieke man, maar het genezingsproces kan nu op gang komen 

Zoals ook de minister zegt, zijn de maatregelen uit deze nota slechts een eerste stap. De KL is er nog lang niet. Hoe dit in bondgenootschappelijk verband wordt gezien, blijkt uit het oordeel dat de NAVO geeft. In de meest recent beschikbare defence planning capability review (uit 2016) staat (vrij vertaald) het volgende:

‘De KL … gaat door met het beschikbaar stellen van goed uitgeruste capabele … eenheden. Desondanks kan de kwaliteit van de landstrijdkrachten niet langer het gebrek aan omvang goedmaken. Bezuinigingen hebben tot gevolg gehad dat de omvang van de landstrijdkrachten significant is teruggebracht. Dit gaat gepaard met verkleining van capaciteiten om het gevecht te voeren, zoals vuursteun, luchtverdedigingscapaciteit, geniemiddelen etc. Bovendien is alle tankcapaciteit van de (tot voor kort) twee gemechaniseerde brigades wegbezuinigd. Dit resulteert in één overgebleven gemechaniseerde brigade en een nieuwe (lichte) gemotoriseerde brigade (beide beschikken over slechts twee manoeuvrebataljons), die niet in staat zijn effectief op te treden in een gevecht met een tegenstander die gemechaniseerde eenheden inzet’.

Deze tekortkomingen worden met deze nota lang niet alle opgelost, integendeel. Natuurlijk is het zo dat de 43e Gemechaniseerde Brigade nu over een Duits tankbataljon beschikt waarin een Nederlandse compagnie is opgenomen. Het is echter niet vanzelfsprekend dat deze capaciteit voor ons land beschikbaar is bij (vredes-) missies. De door zowel het Nederlandse als het Duitse parlement gekoesterde soevereiniteit zal in de praktijk vaak een blokkade of ten minste een ernstig vertragende factor blijken te zijn.

De defensienota mag dan de zieke KL in staat stellen tot genezing. Daarmee zijn we er nog niet; de ‘patiënt’ moet daarna nog aansterken. Op zijn vroegst kan de voor 2020 aangekondigde herijking van de defensienota deze versterking in gang zetten. Het vergt dan nog de nodige tijd voordat we kunnen beschikken over drie inzetbare, logistiek zelfstandige brigades. Pas dan is Nederland niet langer een free rider binnen het bondgenootschap.

Het aansterken van de KL wordt pas met de herijking van 2020 in gang gezet.