Titel: De nieuwe wereldorde

Subtitel: Hoe China sluipenderwijs de macht overneemt

Uitgever: Balans

ISBN: 978 94 600 3991 1

Boekinfo: Paperback; 366 pagina’s

Prijs: € 23,99

Recensent: kol b.d. A. Kruize

Rob de Wijk is oprichter en directeur van het Den Haag Centrum voor Strategische Studies (HCSS) en hoogleraar internationale betrekkingen aan de Universiteit Leiden  (CampusDenHaag). In de periode 1999-2008 was hij tevens hoogleraar internationale betrekkingen aan de Nederlandse Defensie Academie (NLDA). De Wijk studeerde geschiedenis en promoveerde in 1989 op het proefschrift Flexibility in response? Attempts to construct a plausible strategy for NATO, 1959-1989. Hij heeft meerdere publicaties op zijn naam staan, is een veelgevraagd commentator op het gebied van veiligheidsvraagstukken en schrijft wekelijks een column inTrouw.

De ondertitel van het boek geeft duidelijk aan welke ontwikkeling in de mondiale heerschappij zich aan het voltrekken is: China wordt de nieuwe leider in de wereld. In ieder geval is het de ambitie van China om de nieuwe wereldleider te worden. Op zich is deze informatie niet nieuw. Deze ambitie is namelijk al op 18 oktober 2017 duidelijk uitgesproken door president Xi Jinping tijdens het negentiende nationale congres van de communistische partij van China. Voor de 2.280 afgevaardigden maakte president Xi in zijn drieënhalf uur durende toespraak duidelijk wat de visie, de doelstelling en het plan is. In 2035 moet China wereldleider zijn op het gebied van technologie en innovatie. In de daarop volgende vijftien jaar moet China verder worden uitgebouwd, zodat in 2049, wanneer het land zijn honderdste verjaardag viert, China de leider van de wereld is. In zijn boek maakt De Wijk duidelijk hoe het mogelijk is dat China inderdaad de nieuwe wereldleider wordt en daardoor dus het Westen voorbijstreeft. In het eerste deel wordt ‘De sloop van de westerse wereldorde’ beschreven. Na de constatering dat grootmachten al duizenden jaren opkomen en ten onder gaan, word tuitgebreid beschreven hoe de westerse wereld, de wereldleider totnutoe, bezig is zichzelf uit te hollen en te verzwakken. Voorbeelden voor Europa zijn de vluchtelingencrisis, de arbeidsmigratie, de terroristische aanslagen in 2015 en 2016 in respectievelijk Frankrijk en in België en de politieke ontwikkelingen in verschillende landen die hun soevereiniteit opeisen en baas in eigen land willen zijn (brexit, Oost-Europese landen, Italië). Verder wordt president Trump neergezet als de ‘sloper van de democratische rechtstaat’ en wordt Rusland gedefinieerd als de grote ‘ontregelaar’. Hoewel De Wijk een aantal ontwikkelingen, die het Westen verzwakken, terecht beschrijft, leest het eerste deelvan het boek vooral als een grote aanklacht tegen het Westen. Het is een opeenstapeling van fouten die, doordat ze niet in een bredere context worden geplaatst, een negatief beeld over het Westen oproepen. Het Westen vraagt er a.h.w. om door een grotere macht aan de kant te worden gezet. Het trekken van parallellen tussen het optreden van Trump en dat van Mussolini en Hitler (pagina 113 – 115) is m.i. een stap te ver en versterkt niet de argumentatie van de schrijver.

In het tweede deel van het boek wordt de opkomst van China beschreven. Die opkomst betreft niet alleen China als sterke economische macht, maar ook China als meer zelfbewuste politieke macht. De lezer wordt getrakteerd op uitgebreide en soms moeilijke verhandelingen over de Chinese cultuur, over theorieën en denkscholen overmacht. Een autocratische bestuursvorm en een duidelijk andere kijk op mensenrechten zijn hiervan exponenten. De opkomst van China vertaalt zich ook in een assertievere houding en de bescherming van de zogenaamde kernbelangen van het land. Parallel aan de groeiende assertiviteit loopt de uitbreiding en modernisering van de Chinese krijgsmacht.

De perikelen rond de Zuid-Chinese Zee en Taiwan, waarover we de laatste tijd regelmatig in het nieuws kunnen vernemen, zijn het rechtstreekse gevolg van een assertiever China dat ook bereid lijkt om zijn doelstellingen desnoods met militaire middelen te bereiken.

In het derde deel beschrijft De Wijk wat in geopolitiek opzicht de gevolgen zijn van de opkomst van China. Door de sterke economische groei heeft China de mogelijkheid om z’n invloedssfeer uit te breiden tot ver buiten de landsgrenzen. Het ‘Belt and Road Initiative’ (de Nieuwe Zijderoute) richt zich op het verkrijgen van invloed in landen in Azië en Europa. Daarnaast investeert China in een niet gering aantal landen in Afrika en het Midden-Oosten. Door steeds meer economische initiatieven en hulp, worden deze landen afhankelijk van China, wat betekent dat China meer invloed krijgt in die landen. En waar de investeringen in die landen worden gedaan vanuit een behoefte voor China – bijvoorbeeld het verkrijgen van grondstoffen om de eigen welvaart te versterken – moeten die belangen worden beschermd, desnoods met militaire middelen. Volgens De Wijk is de toekomstige winnaar van de lopende technologierace de nieuwe wereldleider. De huidige perikelen rond het Chinese Huawei vormen een illustratie van die race. En op dit moment heeft China de beste kaarten. Het is dan de winnaar van de technologierace die de standaarden voor de rest van de wereld bepaalt. Hoe die door China gedomineerde wereld er dan volgens hem uitziet, maakt De Wijk in het laatste hoofdstuk in een tiental punten duidelijk, ‘de wereldorde met Chinese karakteristieken’.

Hoewel het boek soms wat eenzijdig overkomt, zoals bijvoorbeeld door het benadrukken van de Chinese verworvenheden op technologiegebied, zonder die van het Westen te noemen en door het benadrukken van de door het Westen veroorzaakte mislukkingen in andere delen van de wereld, legt de schrijver in een groot aantal gevallen wel de vinger op de zere (zwakke) plek. Een natuurlijk is het op dit moment niet een al gelopen race om de wereldheerschappij. Daarvoor is de periode tot 2049 te lang en kunnen ontwikkelingen door meerdere oorzaken in de loop der tijd een andere wending krijgen. Want is het niet ongeveer dertigjaar geleden dat de Amerikaanse socioloog, politicoloog en filosoof Fukuyama, na de val van de Muur en het uiteenvallen van de Sovjet-Unie, nog beweerde dat de liberale westerse wereldor de de definitieve winnaar was?

Maar het boek, dat overigens vlot leest, is in ieder geval een duidelijke waarschuwing aan het adres van de westerse wereld.