"bgen b.d. J.L.R.M. Vermeulen, voorzitter NOV, duovoorzitter GOV|MHB"

De verkiezingen en onze pensioenen

Als het pensioen ook voor u een verkiezingsadvies waard is!
Elk kabinet heeft een paar onderwerpen die controversieel zijn, waar meningen tussen partijen overbrugd moeten worden. Onderwerpen die heel gevoelig liggen bij grote delen van de bevolking. Waar meestal ook veel geld mee gemoeid is en waar verbinding tussen partijen moet worden gezocht en draagvlak in de maatschappij moet worden verkregen. Op deze onderwerpen worden politiek leiders staatslieden of ze verliezen hun aanzien. In deze kabinetsperiode gaat het met name over het klimaat en de pensioenen. Dit artikel heeft als doel u inzicht te geven in de standpunten van de diverse politieke partijen t.a.v. de pensioenen en daaraan gerelateerde onderwerpen. Mogelijk kan het u helpen bij het bepalen van uw standpunt bij de komende verkiezingen.

Veel van onze leden maken zich zorgen over hun pensioen. Een reden voor de Vakcentrale voor Professionals (VCP), inbegrepen de CMHF en de Coalitie voor de Veiligheid, om aan politieke partijen hun standpunt te vragen inzake pensioenen (eindnoot 1). Vier partijen hebben hun standpunt willen geven. Opvallend is dat maar één van de regeringspartijen, de VVD, heeft gereageerd. De andere regeringspartijen hebben niets van zich laten horen, ondanks aandringen van onze kant.

De VVD, GL, de SP en de PvdA hebben willen reageren, waarvoor onze dank. Hun bijdrage is ook onverkort opgenomen en te lezen op onderstaande link (eindnoot 2). Hun bijdrage is dan natuurlijk ook de basis geweest om het schema verderop in dit artikel in te vullen. Op grond van stellingnames op pensioengebied op de respectievelijke websites van hun partij en uitspraken tijdens het Kamerdebat hebben wij voor het CDA, D66, 50 Plus, SGP en FvD een zoveel mogelijk onderbouwd standpunt gegenereerd. U moet tenslotte een weloverwogen keuze kunnen maken.

Gestelde vragen, stellingname door de partijen en conclusies

In essentie gaan van de zes door ons gestelde vragen er drie over de arbeidsmarkt en drie over onze pensioenen, waarbij arbeidsmarkt en pensioenen elkaar vervolgens wel raken of in elkaar overvloeien. De wens van dit kabinet tot het afschaffen van de doorsneesystematiek is in wezen een door het kabinet gewenste arbeidsmarktmaatregel. Maar deze maatregel raakt onze pensioenen en een mogelijke indexering en/of korting op de pensioenen hard.

Allereerst leest u hieronder de vragen met een korte toelichting. De antwoorden/de stellingnames van de respectieve partijen zijn vervolgens verwoord in het schema. Ten slotte vermelden wij onze conclusies. Via de link (zie eindnoot 2) kunt u nog de aangeleverde stellingen van de partijen lezen en bovendien kennisnemen van de pensioenstandpunten van de partijen die geen bijdrage hebben ingestuurd.

Vragen en toelichting: de arbeidsmarkt

1. Het beperken van de stijging van de AOW-leeftijd
Vraag:
Kunnen (alle) mensen in het arbeidsproces de snelle stijging van de AOW-leeftijd aan, kunnen zij wel zoveel langer doorwerken?
Toelichting: Het kabinetsplan voorziet in een één op één stijging van de AOW-leeftijd met die van de door actuarissen vastgestelde stijging van de levensverwachting. Deze één op één relatie wordt door de motie-Buma (eindnoot 3) nu nader onderzocht; er is nog geen uitsluitsel. Partijen moeten dus antwoord geven op het al of niet c.q. deels laten stijgen van de AOW-leeftijd. De volgende vraag hangt hier overigens onverbrekelijk mee samen.

2. Het verminderen van de boete bij vroegtijdige pensionering (RVU-boete)
Vraag:
Zijn de partijen bereid om het middel van de RVU-boete los te laten en bedrijfstakafhankelijk, wellicht persoonsafhankelijk oplossingen mogelijk te maken?
Toelichting: Het kabinet dwingt langer werken af middels een boete van 52% op eerder pensioneren. Mensen in zware beroepen zullen de 65 jaar mogelijk niet halen. De vakbonden stellen bijvoorbeeld concreet voor dit in de cao’s te regelen.

3. ‘Witte vlekken’
Vraag:
Zijn de partijen bereid om het probleem van de zogenaamde ‘witte vlekken’ (geheel of gedeeltelijk) op te lossen?
Toelichting: Tot grote schrik van alle politieke partijen bleek bij een onlangs gehouden onderzoek dat niet 4% van de werkenden geen pensioen opbouwt maar 13%. Mensen die geen pensioen opbouwen zullen voor een aanzienlijk deel op latere leeftijd niet voldoende geld hebben om ervan te kunnen leven en zullen op dat moment gaan drukken op de belastingbetaler. Dus, de dan nog werkenden en de gepensioneerden die wel een pensioen hebben, zullen op termijn ervoor op moeten gaan draaien om de mensen zonder pensioen een voldoende inkomen te geven. Een voorbeeld van een deeloplossing is om het voor zzp’ers wel mogelijk te maken om pensioen op te bouwen, maar waarbij zij zelf mogen kiezen om wel of niet deel te nemen.

Vragen en toelichting: de pensioenen

4. Beheer van de pensioenpotten
Vraag: Moeten de pensioenpotten persoonlijk of collectief worden beheerd?
Toelichting: Het gaat hier over persoonlijke pensioenpotten versus het collectief solidair beheren van de pensioengelden. Persoonlijke pensioenpotten renderen 8,5% minder dan collectief solidair beheerde pensioengelden, zo bleek uit een CPB-notitie in november 2018. Een tussenvorm is persoonlijke pensioenopbouw inzichtelijk maken, maar ze collectief en solidair te beleggen.

5. Doorsneeproblematiek
Vraag:
Welke partijen willen de doorsneesystematiek afschaffen en indien men het wil afschaffen, wie gaan dan de rekening betalen?
Toelichting: Het kabinet wil de arbeidsmarkt verder flexibiliseren. Daarvoor is het gewenst dat werknemers, ongeacht hun leeftijd, gemakkelijk van het ene naar het andere pensioenfonds kunnen overstappen. De transitiekosten bedragen echter zestig miljard euro, maar het zou ook zo maar honderd miljard kunnen worden. De dekkingsgraad van de fondsen is al laag. Als er een hap uit het vermogen van de pensioenfondsen van zestig tot honderd miljard wordt genomen, dan zal dit forse consequenties hebben voor de dekkingsgraad. Wie gaan dit betalen: de pensioenfondsen, de werkgevers, de overheid die dit graag wil, of gezamenlijk?

6. De rekenrente
Vraag:
Wat wil men aanhouden, de rente van De Nederlandse Bank (DNB), de Europese rente of het rendement van de pensioenfondsen over de afgelopen twintig jaar?
Toelichting: Dit is uiteindelijk de crux waar alles om draait in de pensioendiscussie. De Europese Centrale Bank heeft de langlopende rente kunstmatig omlaaggedrukt om de economie te stimuleren. De politiek heeft via het Financieel Toetsingskader (FTK) aan DNB de ruimte gegeven om een heel strikt beleid te voeren. Dit betekent een hele lage rente waartegen de toekomstige verplichtingen moeten worden gewaardeerd. Bij een lage rente zullen de fondsen een hoog vermogen moeten aanhouden om aan hun geschatte toekomstige verplichtingen te kunnen voldoen. Een renteverhoging van 1% leidt tot 12% verhoging van de dekkingsgraad. De vraag is hier dan ook: wil men de lage door de DNB gedicteerde rente aanhouden, de Europese rente voor pensioenen, die fundamenteel hoger ligt, of het rendement van de pensioenfondsen over de afgelopen twintig jaar, dat wederom aanzienlijk hoger ligt dan de Europese rente?

Schematische weergave van de stellingname door de partijen.
Bij deze verkiezingen valt echt wat te kiezen!!

Samenvattend  

De beantwoording van de vragen over het afschaffen van de RVU-boete, het al of niet laten stijgen van de AOW-leeftijd en het oplossen van de ’witte vlekken’ geeft een goed beeld hoe strak in de leer een partij is om iedereen, ook de zware beroepen, te laten doorwerken tot de met de levensverwachting stijgende AOW-leeftijd.
De combinatie van de vragen over de persoonlijke pensioenpotten, de doorsneeproblematiek en de rekenrente maken helder of partijen bereid zijn om indexatie van de pensioenen mogelijk te maken, kortingen te voorkomen en de te betalen pensioenpremies te matigen.
Een ‘ja’ op de vraag over het afschaffen van de doorsneesystematiek geeft impliciet aan dat een partij kiest voor een zwaartepunt op het onderwerp arbeidsmarkt en dat verkiest boven het oplossen van de pensioenproblematiek inzake indexatie, kortingen en te hoge premies.