VVD
Omdat onze vrijheid en veiligheid ons zo dierbaar zijn, zullen we blijvend moeten investeren in een krijgsmacht die altijd paraat staat om onze vrijheid te verdedigen en belangen te behartigen. De Nederlandse defensie-uitgaven moeten toegroeien naar in ieder geval het Europees NAVO-gemiddelde. Dit gemiddelde zou uiteindelijk moeten voldoen aan de bondgenootschappelijk overeengekomen NAVO-norm van 2% van het bbp. Een veelheid aan dreigingen vraagt om een flexibel inzetbare en veelzijdige krijgsmacht die daar krachtig op kan reageren.
Ten Broeke VVD from Nederlandse Officieren Verenigin on Vimeo.
De veiligheidssituatie – met de dreiging die uitgaat van Rusland, de instabiliteit vanuit Noord-Afrika en het Midden-Oosten en een wankelend Venezuela op dertig kilometer van het Caribisch deel van ons Koninkrijk – laat een neerwaartse bijstelling van de huidige minimaal noodzakelijke capaciteit niet toe. Concreet betekent dit dat alle defensieonderdelen behouden moeten blijven: marine, luchtmacht, landmacht en marechaussee. We worden met verschillende soorten dreigingen geconfronteerd. Daarom moeten onze troepen kunnen optreden tegen traditionele legers, tegen nieuwe typen vijanden zoals terroristen en niet-statelijke strijders en tegen combinaties van die twee (hybride dreigingen). Een krijgsmacht die in staat is onze veiligheid en vrijheid te verdedigen, is niet gratis. Daarom willen wij fors meer investeren in Defensie. De afgelopen jaren zijn al structurele stappen gezet om Defensie financieel duurzaam en daarmee toekomstbestendig te maken. Daar moeten we mee doorgaan om ook in de toekomst een antwoord te hebben op de dreigingen en risico’s die zich voordoen. Prioriteit heeft het volledig op orde brengen van de basis- en inzetgereedheid van de gehele krijgsmacht. Gevechtskracht, ondersteuning (logistiek, transport en medisch) en noodzakelijke vervangingsinvesteringen moeten tevens in balans worden gebracht. Onze militairen verdienen het te weten waarvoor zij vechten. Bovendien dragen heldere taken bij aan hun effectiviteit. De absolute kerntaak van onze krijgsmacht is en blijft het verdedigen van ons eigen grondgebied en dat van onze bondgenoten in de NAVO en de EU. Soms zijn vredesmissies – waar ook ter wereld – de enige manier om ontwrichtende oorlogen te beëindigen. In dat geval vinden wij ze dus noodzakelijk. Onze militairen vervullen daarbij primair een militaire rol: wederopbouw en ontwikkelingstaken zijn niet hun belangrijkste verantwoordelijkheid. Missie is missie en vechten is vechten: wij zijn tegen het aanbrengen van allerlei extra voorbehouden en uitzonderingen die het optreden van onze militairen onnodig hinderen. Het heeft onze voorkeur als de missies waaraan Nederland deelneemt, worden gesteund door een resolutie van de VN-Veiligheidsraad. Defensie krijgt de financiële middelen om de basis op orde te brengen: minimaal een miljard euro trekt de VVD ervoor uit.
Reactie van de Werkgroep
De VVD trekt zich niet terug achter de dijken, maar sluit aan bij de NAVO en andere verbanden. De VVD gelooft niet in een EU-leger. De VVD wil meer geld voor Defensie, hoeveel exact wordt niet aangegeven. Op termijn wil men doorgroeien naar in ieder geval het Europees gemiddelde en daarna binnen tien jaar naar de NAVO-norm van 2% van het bbp. De exacte termijnen worden echter niet aangegeven en ook een concreet plan hiervoor ontbreekt. Reparatie van basis- en inzetgereedheid heeft de prioriteit alsmede het in balans brengen van gevechtskracht, ondersteuning en investeringen. Wat die balans dan is wordt niet aangegeven. Artikel-5 operaties hebben prioriteit. Dus de verdediging van het eigen en bondgenootschappelijk grondgebied. Soms zijn vredesmissies nodig. De krijgsmacht moet flexibel en veelzijdig inzetbaar zijn. Alle huidige krijgsmachtdelen moeten behouden blijven. Uitbreiding van cybercapaciteit is noodzakelijk. Daarmee kiest de VVD voor de variant uit het rapport Verkenningen: ’het Zwitserse zakmes’. Zonder daar overigens helder de financiële consequenties aan te verbinden, waarmee de VVD kennelijk het beleid van het kabinet-Rutte 2 voortzet. Het ogenschijnlijke gemak waarmee de VVD in het recente verleden tijdens de onderhandelingen in de formatieperiode voorgenomen versterking van Defensie in een handomdraai inruilde voor andere belangen, stemt tot overwogen wantrouwen. Ook het ingrijpen van Halbe Zijlstra tijdens een recent VVD-partijcongres, waardoor een motie om het budget voor Defensie vast te leggen op die veelbesproken 1.43% bbp van tafel werd geveegd – kennelijk gedreven door de wens om onderhandelingsruimte te behouden – versterkt dit wantrouwen. De kiezer moet zich opnieuw de vraag stellen hoe recht de rug van de VVD betreffende de inzet voor een sterke Defensie zal blijken.
PVV
Twee miljard euro voor Defensie en politie onder het motto ‘veiligheid’. Het is niet bekend hoe het geld wordt verdeeld.
Reactie van de Werkgroep.
Waarom, en waaraan dit geld besteed zou moeten worden, wordt niet aangegeven. Eveneens wordt niet aangegeven op welke termijn er meer geld beschikbaar komt. Het klinkt allemaal aardig, maar is feitelijk een schot uit de heup. Een echte visie ontbreekt, maar dat kan ook niet op slechts een A4’tje. In militaire woorden: wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe?
CDA
De veiligheid in de wereld is in de afgelopen jaren fors verslechterd, juist en vooral ook aan de randen van Europa. Tegelijk heeft Nederland in de afgelopen decennia te veel bezuinigd op en te weinig geïnvesteerd in Defensie. Daardoor oefenen militairen inmiddels zonder munitie en staat de helft van de voertuigen van de Landmacht stil. Dat is zeker niet de professionele krijgsmacht die we hard nodig hebben. Investeren in Defensie is geen keuze, maar een noodzaak. Wij willen daarom een sterke en professionele krijgsmacht via een structurele verhoging van het defensiebudget, die geleidelijk opbouwt naar de NAVO-afspraken over de minimale uitgaven voor Defensie.
Knops_los from Nederlandse Officieren Verenigin on Vimeo.
Als tussenstap streven wij in de komende kabinetsperiode naar een opbouw richting het Europees gemiddelde. Deze gelden worden ingezet voor het repareren, investeren, opereren en internationaliseren van de krijgsmacht. Nieuwe vormen van leasing & sharing, gezamenlijke eenheden en operaties zijn nodig om een sterke Europese bijdrage aan de NAVO te kunnen leveren. We investeren ook in onze militairen: mannen en vrouwen die onder moeilijke omstandigheden belangrijk werk verrichten. Zij vechten voor onze vrijheid. Daarom willen wij hen de juiste middelen bieden, de beste training en een werkbaar mandaat als zij op missie gaan. Ten slotte willen wij een Nationaal Fonds Ereschuld, voor alle militairen die een handicap, trauma of andere aandoening hebben opgelopen tijdens hun missies in het buitenland. Het CDA is ook voor herinvoering van de dienstplicht, niet alleen binnen Defensie (men spreekt ook over sociale dienstplicht), alsmede voor meer Europese samenwerking.
Reactie van de Werkgroep
De defensieparagraaf van het CDA is min of meer een verkorte versie van die van de VVD. Meer geld voor Defensie om dezelfde redenen. De komende kabinetsperiode moet het budget doorgroeien naar het EU gemiddelde, om vervolgens aan de 2% norm van de NAVO te voldoen. Wanneer die 2% norm moet zijn bereikt wordt niet aangegeven. Wat de krijgsmacht moet kunnen, met andere woorden bij welke hoofdtaak ligt de prioriteit, alsmede hoe en waaraan de gelden exact besteed moeten worden, wordt niet vermeld. Opvallend is wel dat het CDA pleit voor herinvoering van de dienstplicht. Op dit moment is de krijgsmacht hierop niet ingericht en lijkt dit idee niet haalbaar. Dienstplichtigen zijn in ieder geval niet beschikbaar voor taken anders dan Nationale operaties. Het CDA gaf afgelopen jaren diverse malen aan dat zij het als een grote fout zien destijds bij Rutte-1 ingestemd te hebben met die desastreuze bezuinigingen. Uit gesprekken blijkt dat zij daarom in de formatiebesprekingen na de verkiezingen, hard zullen vasthouden aan die eis om in de kabinetsperiode te groeien naar dat eerder aangegeven Europees gemiddelde.
PvdA
Niet alleen ver weg, ook dichtbij huis in Nederland en aan de NAVO-buitengrens nemen de dreigingen toe. Onze krijgsmacht moet goed toegerust zijn op deelname aan de collectieve verdediging van het NAVO-grondgebied, vredesmissies in het buitenland en bijdragen aan nationale veiligheid en crisisbeheersing in Nederland. En daarvoor is meer geld nodig. We gaan meer internationaal samenwerken op het gebied van Defensie. Wij staan zij aan zij met de mensen die het werk voor Defensie uitvoeren, zowel militairen als burgers. We willen goede arbeidsvoorwaarden en investeren in personeel. Ook veteranen verdienen erkenning en waardering voor hun inzet in oorlogsomstandigheden en tijdens missies. Zij moeten kunnen rekenen op blijvende zorg als dat nodig is.
Eijsink PvdA from Nederlandse Officieren Verenigin on Vimeo.
Reactie van de Werkgroep
Over Defensie wordt helemaal achterin het programma gerept. De PvdA wil ook meer geld voor Defensie, maar vertelt er niet bij hoeveel en op welke termijn. Wel heeft minister Koenders jl. augustus gesproken over een bedrag van 1,5 miljard euro meer. Als taken voor Defensie worden genoemd: de collectieve verdediging van het NAVO-grondgebied, vredesoperaties en nationale operaties. Hiervoor zijn dezelfde middelen nodig, namelijk snel inzetbare, mobiele en goed getrainde en uitgeruste eenheden. Praten we hier eveneens over het ’Zwitserse zakmes’ of over een zakmesje? De PvdA wil daar de prioriteit leggen. De PvdA pleit voor internationale samenwerking en wil onder meer toe naar EU-clusters van landen, een idee dat ook binnen de Werkgroep is besproken en bepleit. Er blijft gerede twijfel bestaan over de mate waarin de PvdA hecht aan Defensie versus andere ‘wensen’.
SGP
Veiligheid is de kerntaak van de overheid, het beschermen van de eigen burgers. Daarom is ‘Veilig leven’ deel twee van het verkiezingsprogramma. Dan heb je het met name over politie, justitie en Defensie. Dankzij de SGP-inzet zijn de defensie-uitgaven onder Rutte 2 voor het eerst weer gestegen. ’Maar dat is bij lange na niet genoeg’, aldus Van der Staaij. ’We moeten niet kijken naar wat het Europese gemiddelde is, maar naar wat moet om ons teweer te stellen tegen vijandige machten en krachten. Dan kom ik uit op drie à vier miljard extra. De SGP is voor meerjarige afspraken over Defensie (o.a. het defensiebudget). De SGP is niet voor een Europees leger, maar pleit voor een veelzijdig inzetbare krijgsmacht. Als langetermijndoelstelling heeft de SGP onder meer de herinvoering van de dienstplicht. De doelstelling hiervan is: meer discipline en bewustwording van waarden en normen, maar de partij is zich terdege bewust van de logistieke en financiële consequenties hiervan. Defensie heeft voor de SGP een absolute prioriteit.
Dijkgraaf SGP from Nederlandse Officieren Verenigin on Vimeo.
Reactie van de Werkgroep
De defensieparagraaf is voorin het programma te vinden. De SGP is voor behoud van de vier krijgsmachtdelen. De SGP vindt dat Nederland qua budget niet naar het EU gemiddelde moeten kijken maar naar de dreiging en wat er op ons afkomt. Wat die dreiging dan is wordt niet concreet aangegeven. In zijn twee moties (eindnoot 3) heeft van der Staaij aan minister Hennis wel gevraagd om de ambitie van de krijgsmacht aan te geven, maar hij heeft daar nooit antwoord op gehad. Op korte termijn wil de SGP er drie tot vier miljard euro bij, maar daarnaast wil de SGP de komende periode naar de 2% norm van de NAVO. Een tijdpad en/of plan van aanpak worden niet beschreven. Tevens pleit men voor een vast budget voor Defensie, analoog aan Zweden en Denemarken (ook het standpunt van de Werkgroep). Vervolgens wordt er concreet aangegeven waaraan dat geld besteed moet worden. Bijvoorbeeld: meer F-35’s, van vier naar zes onderzeeboten, raketverdediging, special forces, luchttransport, cybercapaciteiten etc. Daarbij wordt de Landmacht niet genoemd, alsof daar alles op orde zou zijn of investeringen niet noodzakelijk. De SGP benoemt niet expliciet de taken van de krijgsmacht, dus tevens niet bij welke taak de prioriteit zou moeten liggen. De SGP pleit, net zoals het CDA, voor herinvoering van de (ook sociale) dienstplicht; daarbij realiseert men zich de forse financiële consequenties en andere nadelen. Voorts pleit de SGP ook voor het benoemen van een staatssecretaris van Defensie.
Christen Unie
Het werken aan vrede en veiligheid vraagt ook om een hoger budget voor Defensie, na de jarenlange bezuinigingen op onze krijgsmacht. Sinds de val van de Muur in 1989 hebben we ons vredesdividend compleet opgerookt. De CU ziet de NAVO-norm als uiteindelijk doel en wil de komende kabinetsperiode structureel twee miljard euro per jaar extra in Defensie investeren.
Reactie van de Werkgroep
Pas op bladzijde 100 vinden we de defensieparagraaf. De CU spreekt zich niet uit over specifieke taken voor de krijgsmacht, maar heeft het over een dreiging die veelzijdiger wordt zoals irreguliere tegenstanders en hybride optreden. De komende kabinetsperiode moet er twee miljard euro bij om daarna door te groeien naar de 2% norm van de NAVO, onder meer om als geloofwaardige bondgenoot over te komen. Een tijdpad hiervoor ontbreekt. De CU pleit net als de SGP (en de Werkgroep) voor een meerjarig vastgesteld budget voor Defensie. Dit geld moet geïnvesteerd worden conform het programma van de SGP. Daarbij moet cyber het vijfde domein van de krijgsmacht worden. Internationaal moet er meer samengewerkt worden. Niet als bezuinigingsmaatregel, maar om beter getrainde en inzetbare eenheden te genereren.
Groen Links
Nederland neemt het voortouw bij samenwerking en specialisatie van de krijgsmachten van de EU-landen, om hun efficiency en inzetbaarheid te vergroten. Zo wordt, in samenhang met de versterking van het gemeenschappelijk buitenlands beleid, toegewerkt naar een Europese defensiemacht. Deze staat onder controle van het Europees Parlement. De NAVO mag geen belemmering vormen voor Europese militaire integratie. GL pleit voor afschaffing van de kernwapentaak van de NAVO.
Reactie van de Werkgroep
Het woord veiligheid komt amper voor in het programma van GL, of het moet digitale veiligheid zijn. Hiervoor is de overheid dan verantwoordelijk, maar hoe wordt niet vermeld. Er is geen specifieke paragraaf over Defensie of wat haar taken zijn. Wel moet Nederland in voorkomend geval aan missies kunnen meedoen, met name humanitaire interventie. Nederland moet het voortouw nemen voor samenwerking en taakspecialisatie van de Europese krijgsmachten, om zo hun efficiency en inzetbaarheid te vergroten. Of dit zo is, en zo ja hoe wordt niet vermeld. Dat druist daarmee op dit moment in tegen het principe van risico- en lastendeling. Uiteindelijk streeft men naar een Europees leger. De NAVO mag Europese militaire integratie niet in de weg staan. Dat staat zij ook niet, maar wil GL hiermee aangeven uit de NAVO te willen stappen? Al met al een ietwat onrealistisch verhaal. Nog in november gaf GL-Kamerlid Grashoff aan de recente verhoging van het defensiebudget met 300 miljoen te willen schrappen (eindnoot 4). Op het verzoek van de Werkgroep om een inhoudelijk gesprek te hebben over hun programma, gaf GL na herhaald aandringen aan dat deze volksvertegenwoordiging hier geen tijd en capaciteit voor wilde vrij maken.
D66
Nederland moet meer dan voorheen scherpe keuzes maken over de inrichting van de krijgsmacht. Er gaapt een groot gat tussen ambitie en middelen. De middelen moeten worden uitgebreid, de ambitie ingetoomd. Daar hoort allereerst de erkenning bij dat effectieve defensie nog altijd leunt op drie klassieke pijlers: landmacht, marine en luchtmacht. D66 voegt daar expliciet een nieuw aspect aan toe en dat is digitale oorlogsvoering (Cyber Warfare). D66 wil dat ons land in staat blijft deel te nemen aan activiteiten in het hoogste deel van het geweldsspectrum. Gelegen binnen een ring van instabiliteit is dit voor Nederland en Europa noodzakelijk. Tegelijkertijd deinst D66 er niet voor terug om de krijgsmacht – in samenspraak met onze partners – te specialiseren. D66 streeft naar een EU-leger en vindt een ’Zwitsers zakmes’ te duur.
Belhaj D66 from Nederlandse Officieren Verenigin on Vimeo.
Reactie van de Werkgroep
D66 geeft aan dat Europa (lees NAVO) steeds minder een beroep kan doen op de Verenigde Staten. Men spreekt niet over taken van de krijgsmacht, maar over middelen en ambities. Er moeten meer middelen komen, terwijl de ambities minder moeten worden. Dat is het paard achter de wagen spannen. Eerst taken, dan ambities en dan middelen. Er moet substantieel (hoeveel?) meer geld bij en op termijn (welke?) naar een EU-gemiddelde. Over de 2% norm wordt niet gesproken. D66 is voor Europese taakspecialisatie. Echter het fundament van de krijgsmacht blijft volgens D66 de KL, KM en KLu (over de Kmar wordt niet gerept). Er moet een cyberdomein aan worden toegevoegd. Tevens moet de krijgsmacht in staat zijn in het hoogste deel van het geweldsspectrum te kunnen optreden. De vraag is dan vervolgens: waarin dan specialiseren als je alles blijft houden en er nog een aspect aan toevoegt. Dit lijkt erg op een ’Zwitsers zakmes’ dat volgens diezelfde partij niet nodig en niet betaalbaar is. Als er financiële keuzes door D66 gemaakt moeten worden, gaat bijvoorbeeld Onderwijs voor Defensie.
SP
De SP is voorstander van een slanke, maar hoogwaardige Nederlandse krijgsmacht. Geen krijgsmacht die zich terugtrekt achter de dijken, maar één die in staat is een bijdrage te leveren aan het versterken van de internationale rechtsorde. Deze doelstelling is niet voor niets opgenomen in onze grondwet. Bij de politiek ligt de zware taak om te zorgen dat de mensen die hun leven wagen, daarvoor zo goed mogelijk worden uitgerust, zowel qua materieel als wat betreft arbeidsvoorwaarden. De huidige bezuinigingen mogen er niet toe leiden dat personeel zonder omhaal op straat wordt gezet. De overheid dient overtollig personeel van werk naar werk te begeleiden. Defensie wordt financieel steeds meer uitgekleed, maar moet van het kabinet nog steeds alle soorten missies aankunnen. Een onmogelijke en zelfs gevaarlijke opdracht. In plaats van krampachtig vasthouden aan een veelzijdig inzetbare krijgsmacht, kiest de SP voor een leger met een specifiek takenpakket. In plaats van ‘veelzijdig inzetbaar’ kan ons leger zich beperken tot vredesmacht. We doen dan niet mee aan aanvalsoorlogen (en hebben dus ook geen dure JSF nodig), maar richten ons op bevordering van vrede en veiligheid door middel van vredesoperaties.
Reactie van de Werkgroep Volgens de SP hebben we als Nederland de grondwettelijke taak het handhaven van de internationale rechtsorde. Dat klopt, dat heet in de volksmond ‘De tweede taak’. Dat we grondwettelijk nog twee andere taken hebben is iets waar de SP luchtigjes overheen stapt. Verdediging van het internationaal of het eigen grondgebied is dus niet opportuun? Risico- en lastendeling zijn binnen de SP waarschijnlijk onbekende begrippen. Op basis van het voorgaande is er geen plaats voor de F-35 en onderzeeboten binnen de krijgsmacht, maar voldoet een robuuste vredesmacht. Wat robuust dan wel is, wordt niet aangegeven, evenals hoeveel dit mag kosten. Wel is internationale militaire samenwerking altijd mogelijk. Dat mag je hopen, maar van andere landen niet verwachten op basis van deze plannen.
VNL
De visie van Ronald Reagan op defensie, waardoor de Koude Oorlog eindigde, is nog net zo actueel als toen: vrede door kracht – vrede gebaseerd op vrijheid en de wil om die te verdedigen. Die visie onderschrijven wij. Mondiale spanningen zoals het toenemend jihadisme vragen om een stevig defensie-, veiligheids- en inlichtingenbeleid. Wij willen dat Nederland zich houdt aan de NAVO-afspraak om minstens 2% van het nationaal inkomen te besteden aan Defensie. Daarom investeren wij ruim vijf miljard extra in onze krijgsmacht. Want het gaat slecht bij Defensie en dat moeten we veranderen.
• Meer dan vijf miljard extra voor Defensie, zodat Nederland weer voldoet aan de verplichtingen in NAVO-verband.
• De NAVO is de hoeksteen van ons defensiebeleid. Turkije uit de NAVO.
• Geen EU-leger.
• Hogere salarissen voor militairen.
• We dichten het AOW-gat van ons defensiepersoneel en lossen de WUL-problematiek volledig op (eindnoot 5).
• Als aanvulling op ons beroepsleger: opnieuw activeren van de dienstplicht; militair of sociaal. Dienstplichtigen nooit op uitzending.
• Aanschaf van een vliegdekschip (dit betreft een ambitie voor de lange termijn).
• Meer fregatten, mijnenjagers en onderzeeërs voor onze marine.
• Nederland moet zijn grondgebied kunnen verdedigen: versterk de Landmacht.
• Herstel onze tankeenheden.
• Een sterke Luchtmacht: uitbreiding van het aantal transport- en jachtvliegtuigen, meer transport- en gevechtshelikopters.
• Wij zijn voorstander van de aanschaf van bewapende drones.
• Meer geld voor Cyber Warfare, speciale eenheden en robotisering.
• Alleen militaire missies waarmee het Nederlands belang wordt gediend.
• We beschermen onze handelsbelangen.
• We zenden onze militairen alleen uit met kwalitatief het beste materieel.
• Altijd meer dan genoeg munitie, helmen en reservedelen op voorraad. Nooit meer ’pang, pang’.
• Meer geld voor de marechaussee en onze reservisten.
Reactie van de Werkgroep
De NAVO is volgens VNL de hoeksteen van ons defensiebeleid. Nederland moet zijn eigen grondgebied kunnen verdedigen. Nederland doet alleen mee aan missies die in het belang van Nederland zijn (bijvoorbeeld waar de handel in het gedrang is, lees: de antipiraterijmissie in Somalië). Daarmee lijkt de prioriteit binnen VNL te liggen bij de eerste hoofdtaak van de krijgsmacht. VNL wil vijf miljard euro meer voor Defensie om aan de NAVO-norm van 2% te voldoen en pleit daar al vanaf haar oprichting in 2014 voor. VNL geeft zeer concreet aan wat er met dat geld gedaan moet worden. Niet alleen in materiele zin, maar ook op het gebied van arbeidsvoorwaarden en overige personele zaken. VNL is eveneens voor herinvoering van de dienstplicht. Dat is op korte termijn niet realistisch, weet de partij. VNL denkt met het verhogen van het budget van Defensie met vijf miljard dit te kunnen accommoderen; het programma is aangeboden aan het CPB om het te laten doorrekenen (eindnoot 6). VNL heeft in grote lijnen concreet aangegeven wat zij met Defensie wil.
Conclusies
1. Het gros van bovengenoemde partijen is het erover eens dat er meer geld naar Defensie moet. De meeste partijen geven echter niet aan op welke termijn en hoeveel. Overigens kan dan de vraag rijzen: kan Defensie meer geld accommoderen? Het antwoord is ‘ja’, binnen Defensie zijn hiervoor plannen uitgewerkt.
2. In diverse programma’s wordt gerept over taken voor Defensie. Weinig partijen geven echter aan wat die taken (eindnoot 7) exact inhouden en welke taak prioriteit zou moeten hebben.
3. Het is hierboven niet beschreven, maar vrijwel iedere partij heeft een standpunt over kernwapens. Niet allemaal willen ze die direct afschaffen, maar de meerderheid wil er op termijn vanaf.
4. Eveneens niet beschreven, maar in diverse partijprogramma’s genoemd: drones die raketten kunnen afvuren. Hierover verschillen de partijen van mening en is een regeringsstandpunt gewenst.
5. Veel partijen geven aan veteranenzorg belangrijk te vinden. 6. Een aantal partijen vindt de vorming van een Cyber Warfare bestrijdingseenheid als vijfde krijgsmachtdeel noodzakelijk.
Aanbevelingen
Gelet op de grote verschillen in de diverse programma’s doet de volgende regering er goed aan om:
1. een grand strategy te ontwikkelen (met andere woorden: waar wil Nederland heen?), niet alleen op defensiegebied maar veel meer omvattend;
2. de taken van de krijgsmacht nog eens tegen het licht te houden en aangeven welke taak de hoogste prioriteit heeft, aan te geven welke middelen hierbij horen en het benodigde geld hiervoor beschikbaar te stellen;
3. de bevolking duidelijk te maken dat een veelzijdig inzetbare krijgsmacht de beste remedie is tegen veranderende dreigingen.
Het vervolg voor de Werkgroep
- Tussen het schrijven van dit artikel en het uitkomen van dit nummer van Carré hebben nog een aantal gesprekken tussen leden van de huidige VCD en de voorzitter van de Werkgroep plaatsgevonden. Uiteraard konden de uitkomsten van deze gesprekken niet meer in dit artikel verwerkt worden. Daar waar nodig wordt u daarover natuurlijk geïnformeer.
- Direct na de verkiezingen komt een ambtelijke werkgroep bijeen, waarin alle departementen zijn vertegenwoordigd, om contouren van afspraken te maken t.b.v. de formateur. Circa vier weken na de verkiezingen worden de nieuwe functies verdeeld en komen de nieuwe woordvoerders van de fracties bijeen. De Werkgroep heeft een lijst opgesteld van onderwerpen waarvan wij vinden dat die besproken zouden moeten worden tijdens de formatie van een nieuw kabinet. Te denken valt dan aan: duidelijke taken voor Defensie alsmede welke taak prioriteit heeft, meerjarige akkoorden over Defensie (eindnoot 8), Europese Militaire Samenwerking, het budget voor Defensie, duidelijker uitleg aan de Nederlandse bevolking daar waar het gaat om nieuwe missies in het kader van het verkrijgen van draagvlak, etc.
Eindnoten
- De Werkgroep Defensiebeleid en Krijgsmacht ondersteunt niet alleen het hoofdbestuur van de NOV, maar tevens het bestuur van de GOV|MHB, de Gezamenlijke Officierenverenigingen en Middelbaar en Hoger Burgerpersoneel Defensie, een federatieve belangenvereniging én een beroepsvereniging binnen de overlegsector Defensie.
- Gekozen is voor de grootste partijen en partijen met een opmerkelijke defensieparagraaf.
- 18 sep 2014 en 17 sep 2015
- Haagse Stemmingen, Algemeen Dagblad, 7 februari 2017
- Deze partij gaat als enige concreet op de arbeidsvoorwaarden van militairen in.
- Alleen VVD, PvdA, SP, CDA, D66, GL, CU, SGP, VNL (uit ons overzicht) durven dit aan. Ondanks het besef dat investeren in Defensie in de rekenmodellen van het CPB negatief scoort. Andere partijen wagen zich hier niet aan.
- Op hoofdlijnen zijn deze taken: verdediging van het eigen en gemeenschappelijk grondgebied, buitenlandse missies en Nationale taken.
- Over dit onderwerp bestaat bij een aantal partijen koudwatervrees. Dat is niet terecht. Het betreft o.a. akkoorden over de beoogde inzet van Defensie en een budget dat democratisch worden bepaald door de regering én oppositie. Het wordt daarmee dus democratisch afgesproken, maar uit de verkiezingsdebatten gehouden. Wanneer nodig (dreiging, economische ontwikkelingen etc.) kunnen de afspraken te allen tijde worden aangepast.