"Werkgroep Defensiebeleid & Krijgsmacht"

Defensiebegroting 2021: Het schip zinkt, maar het orkest blijft spelen

Defensiebegroting 2021:

Het schip zinkt, maar het orkest blijft spelen

 

Werkgroep Defensiebeleid & Krijgsmacht

 

Op Prinsjesdag bleek er op het eerste gezicht veel goed nieuws voor de krijgsmacht. Zie het jubelende persbericht dat het ministerie publiceerde. “Er is in de begroting ruimte voor meer personeel, maar ook voor verbeterde IT, vastgoed en fysieke en sociale veiligheid. Verder komt er geld voor (strategische) voorraden, bedrijfsvoering en de instandhouding van wapensystemen.” Verderop zegt minister Bijleveld dat zij het belangrijk vindt om te blijven investeren en moderniseren. Staatssecretaris Visser voegt daaraan toe dat investeren in  personeel een noodzaak is in het kader van goed werkgeverschap. Tot slot wordt vermeld dat de “verwachting voor 2021 … een bbp-percentage van 1,48%” is. Desondanks gaat niet alles vlekkeloos. In de tekst van de begroting zelf staat dat men nog dagelijks tegen problemen aanloopt, maar “daarover zijn we transparant”.

 

Maar aan die transparantie schort het in de praktijk nog fors. Als je in de begroting tussen de regels doorleest, tref je daar behoorlijk wat voorbeelden van aan. Dat begint eigenlijk al in het persbericht. Weliswaar stijgen de defensie-uitgaven tot 1,48% van het BNP – omdat door de coronacrisis het BNP daalt –  maar een regel verder valt te lezen dat het Europese gemiddelde evenzeer stijgt. We blijven dus gewoon achterlopen en voldoen niet aan wat onze bondgenoten van ons verwachten. We zijn dus  geen betrouwbare partner. We bungelen in de staart, op een gedeelde plaats met Albanië.

 

De meest teleurstellende mededeling is de zin dat “de opdracht beter in balans wordt gebracht met de beschikbare en personele middelen”. De internationale veiligheidssituatie zou bepalend moeten zijn voor de taakstelling van de krijgsmacht en de middelen die worden toebedeeld. In bovenstaande zin wordt het echter omgedraaid. De (financiële) middelen bepalen de taken die de krijgsmacht kan uitvoeren. Een gotspe!

 

Niet dat Defensie blind is voor wat er internationaal speelt. Terecht krijgt de eerste hoofdtaak (eigen en bondgenootschappelijke verdediging) een hogere prioriteit dan in het verleden. En, mocht onverhoopt de nood aan de man (en vrouw) komen, dan “moet Defensie er staan”. Helaas kunnen we ook lezen dat er hiervoor geen voorraden (o.a. munitie) zijn. De voorraadvorming was namelijk jarenlang afgestemd op de tweede hoofdtaak. We weten ook dat het operationeel geneeskundig systeem niet is berekend op deze hoofdtaak en dat de geneeskundige keten gewoonweg niet meer bestaat. Im Ernstfall zullen onze militairen dus het gevecht worden ingestuurd met onvoldoende middelen en zonder garantie op een goede behandeling als ze gewond raken. Goed werkgeverschap, staatssecretaris?

 

Trots wordt gemeld dat de investeringsquote 22% bedraagt. Wel wordt dan vergeten erbij te zeggen dat circa 15% van die investeringen infrastructuur betreft. En hoe nodig goede infrastructuur ook is, met het renoveren van kazernes vergroot je de slagkracht niet. Daarnaast wordt gemeld dat de investeringsbehoefte in IT is onderschat. Omdat informatiegestuurd optreden zonder goede IT-voorzieningen onmogelijk is, zal extra geld naar IT moeten gaan. Essentiële programma’s – naast GrIT ook Foxtrot/TEN, waarmee een tactisch internet zou worden ingevoerd – staan praktisch stil. Hierdoor zullen andere projecten ‘in de tijd verschuiven’ en onze militairen langer moeten aanmodderen met verouderde spullen. En dus extra risico’s lopen.

 

Meermalen vindt men in de toelichting op de begroting de afkorting MARKAZ. Het blijkt te betekenen dat Defensie gaat meebetalen aan de compensatie voor Zeeland van het afblazen van de Marinierskazerne in Vlissingen en wel jaarlijks met tientallen miljoenen. De krijgsmacht mag dus slagkracht inleveren door politieke blunders van kabinet en Kamer.

 

Zoals gezegd, dit overzicht is verre van volledig. Wij hebben het nog niet gehad over het loongebouw dat moet worden hersteld en waar geen financiën voor zijn gereserveerd. Of over het ontbreken van geld voor vuurkracht op land en ter zee – een actiepunt uit het Nationaal Plan 2018 dat vermeld staat als afgedaan, ondanks dat er helemaal niets aan gedaan is. En ook innovatie komt er bekaaid vanaf; in plaats van de in Europees verband afgesproken 2% blijft Defensie steken op 1,2%. In deze begroting ontbreekt het nog aan te veel om de krijgsmacht goed te laten functioneren in een steeds dreigendere internationale omgeving. De sense of urgency  bij dit kabinet ontbreekt.

 

De ronkende woorden van Minister en Bestuursstaf steken pijnlijk af tegen de te magere resultaten. En echte transparantie is ver te zoeken. Deze begroting is niet alleen beleidsarm, ze is ook kwaliteitsarm.

 

NRC parafraserend: Het geheel ademt de sfeer van het orkest op de Titanic dat bleef doorspelen terwijl het schip zinkende was. Met de Bestuursstaf als orkest, de minister als dirigent en de staatssecretaris die de eerste viool speelt