"Door: Brigade-generaal b.d. Ruud Vermeulen, voorzitter NOV"

Defensienota 2018, worden onze veteranen vergeten?

De grootste groep veteranen is nu tussen de 25 en 40 jaar oud!!!!
Eind van deze maand komt de Defensienota uit. In de aanloop naar deze nota heeft, met name de Doorontwikkeling Krijgsmacht (DOKM) een grote rol gespeeld. Wij zien nu, als de geruchten kloppen, dat de huidige bewindslieden gaan switchen van een, bijna uitsluitend, materieel gerichte benadering, naar een personeel-zware nota. Vanaf 2013 heeft de NOV zich al hiervoor hard gemaakt en wij kunnen deze ontwikkeling dan ook alleen maar omarmen. De eenzijdige materiele fixatie is gelukkig doorbroken.

Bij deze Defensienota zal de vulling van de organisatie een belangrijke rol spelen. Behoud zou hier een cruciale factor moeten zijn, dat is de basis onder het vullen en gevuld houden van de organisatie. Zorg dat personeel langer blijft en langer op functie blijft, maak dat aantrekkelijk.

In dat kader zijn ook veteranen van belang. De krijgsmacht is uitgezonden geweest naar Afghanistan. Met name de KL en het korps Mariniers hebben de zwaarste lasten gedragen van de IED-dreiging, de risico’s om in een hinderlaag te lopen of daadwerkelijk, eyeball tot eyeball, aan het gevecht te moeten deelnemen. Overigens dit geldt niet alleen voor de infanterie, maar voor alle wapens en dienstvakken. Er ging geen eenheid de poort uit zonder een verpleegkundige, een geniegroep, een bergingsvoertuig etc. Het was een teamprestatie en expliciet niet alleen van de manoeuvre-eenheden, in tegendeel. Deze groep veteranen draagt de KL op dit moment. Maar wij weten ook dat na jaren de klap nog wel eens zou kunnen komen van deze uitzending. De principiële vraag, was het dit waard? Het enige goede antwoord is dan “Erkenning en waardering”. Dat maakt dat de ervaringen op een goede wijze verwerkt kunnen worden. Dat geeft ook een antwoord aan mensen, zal ik blijven of weggaan. De evaluatie van de periode Afghanistan is veel belangrijker voor het behoud van personeel in de KL dan dat wij ons nu van bewust zijn.

In de veteranennota is het zwaartepunt gelegd op zorg achteraf. In de ter beschikking gestelde gelden is dit ook goed terug te lezen. 124 miljoen euro wordt er aan veteranen, veteranenzorg en claims uitgegeven. Daarvan gaat 120 miljoen op aan zorg en claims achteraf. Slechts 4 miljoen wordt er uitgetrokken voor “Erkenning en waardering” waarvan al 2,5 miljoen voor de Nederlandse Veteranendag. 1,5 miljoen blijft er dan nog over voor andere zaken.

De vraag is dan, hoe moeten wij hier invulling aan geven?

Op dit moment speelt de Regeling Reünie Faciliteiten (RRF)  is hier sprake van “Erkenning en waardering”? Echt niet. Veteranen en niet-veteranen worden op een hoop gegooid.

In de opleidingen zijn onderwerpen als gevechtsuitputting en gevechtsstress weggevallen.
De vorming wat het betekent om militair te zijn krijgt door de korte opleidingstijd nauwelijks aandacht meer. In beide gevallen betreft dit het reflecteren op de eigen ervaringen.

Het gezamenlijk politiek en militair reflecteren op onze Afghanistan periode. De vaandelopschriften zouden een mooie aanleiding kunnen zijn. Dan geef je inhoud en diepte aan deze periode. En dan geef je ook inhoud en diepte aan de relatie overheid, samenleving en zijn militairen/krijgsmacht.

De vragen die nu voorliggen.

Gaan wij ageren (reflectie op Afghanistan) of slechts reageren (betalen voor zorg? Maak je de organisatie en haar personeel trots op haar verdiensten of niet?

 

Let op in “Erkenning en waardering” ligt ook de basis voor behoud!