Voorzitter NOV, bgen b.d. Ruud Vermeulen
Zoals in zoveel Europese landen is ook in Nederland Defensie de afgelopen dertig jaar door een diep (financieel) dal gegaan. Inmiddels, en mede onder druk van de Amerikaanse president Trump, zijn wij weer de weg omhoog ingeslagen. De vraag is overigens wel hoe hard wij onderweg zijn, want tot nu toe is het veel woorden maar nog weinig financiële daden. En de vraag is dan ook in hoeverre met de Voorjaarsnota de brief, die de minister aan de NAVO heeft geschreven over de geplande uitbreidingen, financieel kan worden afgedekt. Ik heb hier ernstige twijfels over. Anders gezegd, de in Wales afgesproken 2% ligt nog steeds in de verre toekomst.

Het goede nieuws is dat de extra € 1,5 miljard, die bij aanvang van dit kabinet aan Defensie is toegezegd, inmiddels is verplicht. Je merkt ook op veel plaatsen dat er ’lucht’ komt. Op materieelgebied komen bijvoorbeeld veel meer reservedelen beschikbaar, maar het probleem verschuift vervolgens naar de capaciteit om ze te versleutelen. En die capaciteit is schaars, dus personeelsgebrek is de volgende bottleneck. Dat betekent helaas ook dat de materiële gereedheid feitelijk maar marginaal verbetert. Hetzelfde zien wij eigenlijk bij de exploitatie. Er is meer geld voor oefeningen en vlieguren. Maar zonder inzetbaar materieel levert dit niet meer inzetbare wapensystemen of eenheden op. Eenheden bij het CLAS kunnen bovendien alleen goed trainen als ze voldoende gevuld zijn, als alle essentiële functionarissen binnen de eenheid aanwezig zijn. Het probleem is dat er een grote onderbezetting is. Dat betekent ook hier dat de operationele gereedheid sterk afneemt. Eenheden worden stilgezet, bij het CZSK liggen schepen aan de kade omdat het noodzakelijke opgeleide personeel ontbreekt. De conclusie is: de personele vulling van de organisatie vormt op dit moment het kritieke pad bij het herstel van Defensie.

De vraag dient zich dan aan waarom het niet lukt om de organisatie adequaat te vullen. In een periode van economische hausse hebben Defensie, maar ook andere publieke sectoren, het altijd moeilijk om voldoende personeel te werven. De kunst is daarbij om volledig gevuld dit soort periodes in te gaan. Dat was nu niet het geval. Vanwege de bezuinigingen begonnen wij al met een achterstand. Door de bewindslieden waren de personeelsproblemen goed voorzien. Maar vervolgens wilden zij eerst plannen maken en dan pas over arbeidsvoorwaarden gaan praten. Daardoor ging essentiële tijd verloren en stond de organisatie nog verder op achterstand.

Defensie heeft dus niet alleen een materieelprobleem en een probleem bij de exploitatie. Ze heeft ook een personeelsprobleem. Onze arbeidsvoorwaarden lopen jaren achter. Dan zul je dit in je meerjarenbegroting tot uitdrukking moeten brengen. Dat is nog steeds niet gebeurd. Onder druk van het ABP en van andere departementen heeft Defensie zijn oren laten hangen naar de eisen van dit pensioenfonds. Iedereen weet dat je eerst je loonlijn op orde moet hebben voordat je van een eindloonstelsel naar een middelloonstelsel-pensioen gaat. Dat is niet gebeurd. In 2004 zijn wij niet overgegaan naar het middelloonsysteem omdat dit € 150 miljoen zou gaan kosten. Nu was er € 80 miljoen beschikbaar. Iedere militair weet hoe belangrijk het is om de goede voorwaarden te scheppen voordat je de startlijn passeert.

In de afgelopen jaren is er alleen maar zuur geweest. De jarenlange nullijn, de WUL, het AOW-gat, een boven-sectorale cao die voor een aanzienlijk deel een sigaar uit eigen doos was. Het eindbod van minister Hennis dat uitmondde in ‘de nacht van Dijkhoff’, met de conclusie: ’het kan dus toch’. En nu het breed verworpen arbeidsvoorwaardenvoorstel. Dit doet wat met mensen, zeker in een loyale organisatie zoals de krijgsmacht. Bovendien is Defensie nog maar voor 80% gevuld, de mensen mogen niet staken en hebben daarom gestemd met hun voeten. Er is bij mijn weten geen overheidsorganisatie die zo slecht gevuld is.

Ook als er nu een cao komt, blijft er nog steeds een grote achterstand in ons loongebouw en bij een aantal toelages. De cao geeft even lucht. Maar de echte oplossing komt pas als de achterstand ook echt is weggewerkt. Dus als het loongebouw is aangepast, de toelages marktconform zijn en er een bij de krijgsmacht passende visie op personeel is.

Samenvattend: er wordt veel geld gestoken in onze materiële inzetbaarheid en in de exploitatie. Maar dit zal niet leiden tot getrainde individuen, inzetbare wapensystemen en eenheden vanwege de personele situatie. Het bij voortduring aanbieden van arbeidsvoorwaardelijke ’zuurtjes’ heeft geleid tot een breuk in het vertrouwen tussen de defensieleiding en het personeel. Op het moment dat ik dit schrijf wordt er weer onderhandeld. Maar ook als er een cao wordt afgesloten, dan is de rust nog niet weergekeerd. Het loongebouw en de toelages, zoals de TOD, uitzend- en de oefentoelage, moeten echt een afpiegeling worden van de markt. Pas dan, als het loongebouw en de toelages op orde zijn, pas dan zal naar mijn overtuiging de vulling van Defensie aantrekken. Pas dan wordt het beter.

Een cao maakt nog geen lente, maar het zou wel een belangrijke eerste stap kunnen zijn.