In het voorwoord staat de navolgende zin.

“Het totale saldo van in- en uitstroom was in 2018 met 851 medewerkers voor het eerst sinds jaren positief. Echter, omdat de krijgsmacht in 2018, als gevolg van de uitbreiding van het aantalarbeidsplaatsen sterk is gegroeid,is het vullingspercentage bij vooral de militairen gedaald. …”

De organisatie draait uiteindelijk om militair personeel. Dit personeel moet het product, gevechtskracht, leveren. Ook bij civiele bedrijven zien wij dat de output centraal staat. Ik snap dat in deze tijd de DMO optimaal gevuld moet zijn met burgerpersoneel en dat ook is. Anders hebben de eenheden geen uniformen, munitie en de noodzakelijke voertuigen etc. Hetzelfde geldt voor DOSCO. Als er geen vervoerssteun, personeelssteun en medische voorzieningen zijn, dan valt de organisatie gewoon stil.

Wij zijn militairen aan het uitruilen voor burgers. Dat is de eerlijke boodschap. 

Blijft dat ons product is gevechtskracht leveren. Dat doe je met militairen. Die kan ik uitzenden, waarheen en wanneer ik dit als organisatie wil. En daar focus ik mij op.

Even een paar cijfers uit de monitor die mij verontrusten.

De instroom Militair Personeel bedroeg in 2018 3747 en de uitstroom is 3945. Wij hebben dus weer ingeleverd. De opmerking dat de organisatie in vulling zakt door het groeien van de organisatie is niet eerlijk. Wij zijn militairen aan het uitruilen voor burgers. Dat is de eerlijke boodschap.

In de voorgaande jaren haalden wij uit 15.000 sollicitatie 3100 militairen (“aanstelbaren”). Het afgelopen jaar uit 15.500 sollicitaties 3700 militairen (“aanstelbaren”). Zijn wij de eisen aan het laten zakken? Ik weet uit eigen ervaring dat de druk daartoe groot is. Ik weet ook nog uit mijn tijd als Projectofficier Werving dat mijn Amerikaanse collega’s mij uitgebreid waarschuwden om dit vooral niet te doen. Wat is nu de eerlijke boodschap?

Wat is de echte boodschap uit de rapportage, kwalitatief en kwantitatief ???