"GOV|MHB "

GOV standpunt over Coalitieakkoord 2021 – 2025.

GOV standpunt over Coalitieakkoord 2021 – 2025.

 

REPARATIE EN PERSPECTIEF

 

Personeel op 1. Veel ministers – Hennis, Bijleveld en voorgangers – predikten dit, maar het was altijd een loze kreet, omdat zij er nooit een budget aan verbonden, laat staan dat zij er budget voor vrijmaakten. Hoe anders is dit nu!  Het akkoord: “structureel 0,5 miljard van de extra middelen wordt gereserveerd voor modernisering van het beloningsmodel (uit 1918) en het personeelsmodel“. Hiermee komt eindelijk het fundament onder het al jaren gepropageerde organisatiemodel. De financiële randvoorwaarden zijn geschapen, de contouren zijn al eerder uitgedacht, dus die eerlijker beloning van met name jonge en lager gegradueerde militairen en specialisten moet in 2022 kunnen starten. Het is nu aan ons GOV|MHB om samen met de andere centrales en de HDP deze grote en ingrijpende transitie te gaan doorvoeren. En daarmee hebben we dan ook eindelijk een tastbaar antwoord op de zo desastreuze uitstroom van te veel goed opgeleide en ervaren militairen. We kunnen vanaf nu die 9000 vacatures ongedaan gaan maken! En daarmee kunnen we de operationele gereedheid van de krijgsmacht flink laten toenemen.

 

Versterking internationale inbedding. Het akkoord ademt de gedachte dat wij de Nederlandse belangen alleen kunnen behartigen in bondgenootschappelijk verband. Daarom streeft de nieuwe coalitie qua defensiebudget nu naar het Europees gemiddelde (burden sharing). Wij willen weer een betrouwbare bondgenoot zijn en houden als richtsnoer aan “de krachtige NAVO als hoeksteen van de collectieve verdediging “. Ook zoeken wij terecht naar forse verdieping van samenwerking en integratie van middelen en doctrines met Europese partners binnen de NAVO. Zo zegt het akkoord: “gezamenlijk inkopen, vergroten van interoperabiliteit en verdere stappen met de Duitse landmacht door eenheden samen te voegen”. Dat alles gaat uiteindelijk het veel effectievere gebruik van middelen opleveren; meer gevechtskracht! Een diepgaande samenwerking van de gouden driehoeken (krijgsmacht-onderzoeksinstellingen-industrie) van de respectieve landen. In deze samenwerking ligt de basis voor een toekomst gericht op een gelijk speelveld voor de betrokken landen. Nederland kan het zich niet permitteren om ‘door een Nederlands rietje‘ naar zijn krijgsmacht te kijken. We zullen elke aanpassing van de capaciteiten in een bredere context met de bondgenoten moeten bezien. Samenwerken biedt geen ruimte voor ‘ongecoördineerde eenzijdige specialisatie’. Het Nato Defence Planning Proces – met onze eigen inbreng – is daarbij richtend en bindend, niet wat wij wel leuk vinden om te doen.

 

Budgetverhoging. De structurele verhoging van het budget met ca. 3 miljard en de incidentele extra’s in 2024 en 2025 geven nu veel meer ruimte voor reparatie en vernieuwing. Wel zijn we benieuwd naar en enigszins bezorgd over de mogelijke gevolgen van het verschil tussen de gevraagde 4,2 miljard euro en het nu toegewezen budget van ca. 3 miljard euro. Betekent dit minder investeringen, het afstoten van capaciteiten of het vertragen van projecten? Het hogere budget is evenwel een welkom signaal naar het personeel van Defensie en zal een ‘boost‘ geven voor het moreel. Maar het is ook een belangrijk signaal naar onze partners, waardoor diepere samenwerking en betere afstemming binnen Europa en met Amerika nu geloofwaardig kan gaan worden. Het is een uitstekende opstap om vanaf 2026 verder te groeien en dan structureel op het niveau van het Europees gemiddelde te komen; een percentage dat de komende jaren ook bij onze Europese partners groter zal worden gezien de verwachte verdere toeneming van spanningen en bedreigingen. Het uiteindelijke doel blijft natuurlijk de afgesproken NAVO-norm van 2% van het BBP.

 

Conclusie. Hoewel er nog onduidelijkheden zijn en we met belangstelling uitkijken naar de praktische vertaling van dit akkoord in de Defensienota die in het vroege voorjaar zal verschijnen, geeft dit akkoord Defensie en het krijgsmachtpersoneel een lang verwacht en broodnodig perspectief. Het is aan Defensie en aan de centrales/bonden om niet lichtzinnig, noch bureaucratisch met deze geboden kansen om te gaan, maar onmiddellijk en met alle energie grote stappen te zetten en het beschikbare geld zinvol te besteden.

Dank en respect gaan uit naar de fracties en onderhandelaars van VVD, CDA, D66 en CU die getoond hebben te beseffen dat veiligheid voor Nederland en de Nederlandse belangen zwaar onder druk staat en niet een-twee-drie hersteld is. Laat dit daadwerkelijk de kentering zijn in de Nederlandse politieke wereld, het besef dat er te beschermen valt wat ons dierbaar is.