Op 24 mei nam KTZ Marc de Natris namens de GOV|MHB, deel aan een rondetafelgesprek in de Tweede Kamer. Tijdens deze bijeenkomst lieten de defensiewoordvoerders van de Tweede Kamerfracties zich informeren door experts als voorbereiding op het notaoverleg over de Defensienota 2018 op 28 mei. Onderstaand de tekst van het position paper dat vooraf aan de betrokken Kamerleden is gezonden. In anderhalf A-4 leest u de speerpunten van de GOV|MHB en wordt ook al een aanloop genomen naar de aangekondigde herijking van de defensienota in 2020. De werkgroep Defensiebeleid en Krijgsmacht heeft bijgedragen aan de tekst.

“Geachte leden van de Vaste Commissie voor Defensie,

De aanpak die de minister in de Defensienota 2018 laat zien, is een pragmatische en dat is, gegeven de beroerde omstandigheden waarin alle delen van de krijgsmacht verkeren, een goede keus. Dat geldt ook voor het in stand houden van een krijgsmacht die van vele markten thuis is: de drie hoofdtaken en de nauwelijks voorspelbare ontwikkeling van de dreiging maken elke andere inrichting onverantwoord.

In haar voorwoord schrijft de minister: “We willen een aantrekkelijke en betrouwbare werkgever zijn. En we werken aan een stevige verankering van Defensie in de samenleving.” De GOV|MHB onderschrijft beide doelstellingen en vindt dat de minister de juiste keuze heeft gemaakt om de personeelsproblematiek hoog op de agenda te zetten. Lange tijd heeft Defensie veel, en regelmatig teveel van haar medewerkers gevraagd. Dit heeft geleid tot een grote uitstroom. Het aantal militaire vacatures is reeds opgelopen naar bijna 8000 (15%). Het wordt tijd dat deze loyaliteit arbeidsvoorwaardelijk wordt beloond. Gezien de huidige ontwikkelingen bij andere overheidssectoren hoopt de GOV|MHB dat het niet bij loze woorden blijft. Dit zal per direct een grotere uitstroom tot gevolg hebben: er verandert dan namelijk niets!

De GOV|MHB is van mening dat met deze Defensienota de neergaande trend is gestopt. Voor het eerst in jaren wordt er aan het begin van een kabinetsperiode niet rücksichtlos bezuinigd op onze krijgsmacht. De nota is in onze ogen echter niet meer dan een eerste stap in de goede richting. De GOV|MHB maakt zich ondanks deze stap grote zorgen of er bij de herijking in 2020 daadwerkelijk

vervolgstappen worden gezet om de krijgsmacht weer op te bouwen tot een instrument met de slagkracht die in extremis nodig is. De GOV|MHB is een groot voorstander van een aanpak van defensie-investeringen zoals die bestaat in een aantal Scandinavische landen; in Nederland genaamd de ‘meerjarige akkoorden’. Wat is immers de waarde van een planningshorizon voor investeringen van 15 jaar als een kabinetswissel tot een ingrijpend ander defensiebeleid leidt? Daarom moet volgens de GOV|MHB worden overgegaan op een vergelijkbaar construct als het infrastructuurfonds, waarin de politiek zich voor langere tijd verbindt en de kans op kapitaalvernietiging, zoals met de derde DC-10, de Orions, en de helft van de CV-90’s is gebeurd, wordt weggenomen.

Alleen met een meerjarig akkoord kunnen de planners goed overwogen, de zeer kostbare middelen en systemen verwerven en het personeelsbestand daar kwantitatief en kwalitatief op afstemmen. Daar ligt in onze ogen de verantwoordelijkheid voor de volksvertegenwoordiging: nu al proactief zich oriënteren op de richting die ingeslagen zal worden en zo ons belastinggeld efficiënt uitgeven. De GOV|MHB biedt aan met haar expertise die interne discussies en debatten te ondersteunen.

De wereld wordt er niet veiliger op. De geopolitieke spanningen nemen wereldwijd toe. Er zal vanuit Europa en de NAVO een steeds groter beroep worden gedaan op onze krijgsmacht om onze welvaart en veiligheid te beschermen. Het adagium ‘Veiligheid is geen vanzelfsprekendheid’ wordt vaak in de mond genomen, echter als het gaat om het investeren in onze veiligheid en welvaart, dan is er de afgelopen decennia één vanzelfsprekendheid: we stellen dit uit. De brood- en hoognodige investering in extra slagkracht en dus inzetbaarheid van onze operationele commando’s wordt uitgesteld tot 2020. Alsdan zal worden bezien naar de stand van het land, en de dan spelende actualiteiten of er extra wordt geïnvesteerd in deze slagkracht. De lange lijnen naar de toekomst worden niet ingevuld. Het percentage dat aan Defensie wordt uitgegeven is in 2020 gedaald tot 1% van het BBP. Van de Wales-afspraken dat het defensiebudget zal groeien richting de 2% BBP komt dan ook niets terecht. Nederland moet weer een betrouwbaar bondgenoot worden met een bijdrage die er in bondgenootschappelijk verband toe doet. Een land dat een militaire inspanning levert die overeenkomt met de economische kracht van ons land. En een land dat daarmee bijdraagt aan het geloofwaardig houden van de totale posture van het bondgenootschap. Een land dat door velen – niet alleen de Amerikaanse president – wordt beschouwd als een free rider, zal steeds minder geloofwaardig overkomen bij de bondgenoten en loopt de kans dat bondgenoten het af laten weten als dat land steun nodig heeft. Internationale samenwerking is wederkerig. Hier ligt ook een link naar het Europa na de Brexit met een sterke as Frankrijk-Duitsland: wordt Nederland tegen die tijd links en rechts gepasseerd of gaan we een rol spelen onder andere omdat ‘we ertoe doen’ in het bijdragen van militaire capaciteiten.

Samenwerking binnen Europa en zelfs diepe integratie van militaire capaciteiten vormen een pad dat niet te stuiten is. De politiek moet dat wel volgen, als ze al niet leading zou moeten zijn. Volksvertegenwoordigers hebben enkele jaren terug daartoe gesprekken gevoerd met collega’s uit omringende landen. Sedert het terugtreden van Angelien Eijssink en Raymond Knops lijkt dat proces geen vuur meer te kennen. De GOV|MHB vraagt aandacht voor die vernieuwende en gedurfde stappen die ook onze volksvertegenwoordiging moet (her)nemen.

De huidige capaciteit van de krijgsmacht – of eerder het gebrek daaraan – om op te treden in een grootschalig conflict is voor ons een punt van grote zorg. Hoe kan de krijgsmacht taken in dit kader naar behoren uitvoeren zonder vergroting van de slagkracht. Dit tekort aan slagkracht is vooral een zorg als de noodzaak zich aandient om een conventionele verdediging te voeren. Ook de mogelijkheden om delen van de krijgsmacht in te zetten als vooruitgeschoven verdediging, in bijvoorbeeld migratielanden, zijn echter door dit gebrek aan slagkracht beperkt.

De GOV|MHB streeft naar een Marine met een voortzettingsvermogen dat verder gaat dan het totaal van zes fregatten; een Landmacht met brigades die zelfstandig hun taak kunnen uitvoeren

en dus beschikken over voldoende zware wapens met directe en indirecte richting: tanks en artillerie – en eigen logistiek (dit laatste geldt overigens ook voor het korps Mariniers); en een luchtmacht met een hogere permanente gereedheid dan 4 F-35’s.

Een moderne krijgsmacht kan niet zonder robuuste en up-to-date IT. De conclusie van het Bureau ICT-toetsing van 30 april jl. waarin wordt gesteld dat gevreesd wordt dat de huidige aanpak van het programma GrIT tot gevolg zal hebben dat Defensie grote investeringen doet zonder dat daar binnen enkele jaren belangrijke baten of verbeteringen tegenover staan, baart ons dan ook zorgen. De reactie van de staatssecretaris dat de afgelopen jaren stappen in de goede richting zijn gezet om de IT te verbeteren en dat het programma GrIT daarvoor de basis legt, stelt ons niet direct gerust.

Investeren in onze mensen, slagkracht en zichtbaarheid is het nieuwe adagium van de Defensienota. De GOV|MHB ziet dit als een nieuwe start. De gevolgen van 30 jaar bezuinigen hebben echter diepe sporen achtergelaten. Defensie zit ‘diep in de put’. Wekelijks is in de media te lezen dat er weer een gebouw van Defensie wordt gesloten, omdat het niet meer aan de veiligheids/arbo/milieueisen voldoet. De rekening van het achterstallig vastgoedonderhoud/nieuwbouw is opgelopen tot 2,5 miljard euro. Geld dat er niet is met als gevolg dat deze problemen de komende jaren niet worden opgelost.

Materieel vaart, rijdt of vliegt niet vanwege ouderdom of gebrek aan onderdelen. Met het extra geld dat ter beschikking wordt gesteld zal hier de komende jaren verbetering in gaan komen, maar óók hier geldt dat dit niet van vandaag op morgen is opgelost. Er is nog een lange weg te gaan.

De GOV|MHB vraagt begrip bij de Volksvertegenwoordiging voor de tijd die nodig is om aan het herstel van de krijgsmacht te werken. Wanneer je door de jarenlange onverantwoorde bezuinigingen zo diep bent weggezakt, is het opkrabbelen en aansterken niet met één knip van de vingers geregeld. Het is namelijk mensenwerk.

Met vriendelijke groet,

M.E.M. de Natris
Duo-voorzitter GOV|MHB”