Hawija

Deze week was er al weer het vierde debat in de Tweede Kamer over het bombarderen door Nederlandse F-16’s van een bommenfabriek en de aanzienlijke nevenschade die daarbij is opgetreden. Ik loop deze casus vanuit een aantal gezichtspunten aan.

Als ik Mw. Karabulut goed interpreteer liggen aan haar mening pacifistische motieven ten grondslag, militair geweld kan niets oplossen. De vraag die bij mij blijft hangen is, IS was toch de groep mensen die journalisten onthoofden en vrouwen tot slaaf maakten. Ik ben dan altijd benieuwd of zij ook zo standvastig blijft als het met haar of haar familie gebeurt. Indien ja, dan heb ik daar diep respect voor. Maar het is niet mijn gedachtegoed, verre van dat.

 

Wij hebben gezien dat het kamerlid Azarkan in een vorig debat deze aanval heeft gekarakteriseerd met het woord “moord”. Er is een aanklacht tegen hem ingediend door Mr Ruperti. Het Openbaar Ministerie heeft aangegeven dat zij hier niets aan wenst te doen. Vervolgens is Mr Ruperti een procedure begonnen. De GOV en daarmede de NOV steunt Mr Ruperti. Dit kan niet waar zijn.

 

In de Volkskrant heeft de Brigadegeneraal Paul Ducheine uitgelegd dat op grond van het oorlogsrecht de Targeteerprocedure juist is gevolgd. Op voorhand heeft er een zuivere en goede afweging plaatsgevonden. En naar verwachting zal dit elke toetsing van een rechter kunnen doorstaan. De militair heeft op grond van de wet en het recht dus juist gehandeld.

 

Waar zit dan het chagrijn? Het echte probleem zit hem in het informeren van de Kamer. Het gaat niet om de inhoud, het gaat om het proces. De Tweede Kamer kan alleen maar de minister controleren als zij goed geïnformeerd wordt. En als zij het gevoel heeft dat zij niet of niet juist geïnformeerd wordt, dan laat zij haar tanden zien. Dat is de enige mogelijkheid die zij daadwerkelijk heeft. Voor mij is het dan ook onbegrijpelijk dat een ministerie met een ervaren politica, een bestuursstaf die relatief de grootste personele uitbreiding heeft gekend van alle staven, de invoering van het door de minister zo gewenste BUT model, de door haar en de nieuwe SG gewenste vulling van deze staf met zelf gekozen personeel, deze minister gered moet worden door de coalitiepartijen.

De vraag die bij mij blijft leven na dit debat is, hoe komt het dat het politieke deel van het departement zo zwaar in de problemen kan komen op dit dossier? Op zich heeft de inzet tegen IS breed draagvlak in de Kamer. Het proces van doelselectie is goed verlopen. Elk kamerlid weet of kan weten dat er nevenschade kan optreden. Dat kun je niet uitsluiten en anders ben je niet van deze wereld. Het blijft mensenwerk. En natuurlijk blijft mw. Karabulut er dan nog iets van vinden.

 

Maar de hamvraag is, hoe komt het dat het ministerie niet de benodigde informatie tijdig heeft kunnen leveren waardoor de Kamer zo in woede is ontstoken? Ik heb er geen antwoord op, maar het is wel zorgelijk.