Hoe dan?
In het voorwoord van de Defensienota 2018 (DN) zegt de minister dat het gaat om een realistische en toekomstgerichte nota. Met investeringen, oplopend tot € 1,5 miljard, kunnen goede stappen voorwaarts worden gezet. Niettemin blijkt het budget in 2020 niet verder te komen dan 1,30% van het bbp en neemt daarna af naar structureel 1,25%. Hoezo stijgende lijn?
Als nu het bbp verder stijgt als gevolg van de economische groei en het defensiebudget niet in lijn daarmee wordt aangepast, neemt het percentage van het bbp nog verder af. Het kan ook zijn dat met ’1,25% structureel’ wordt bedoeld dat, wanneer het bbp toeneemt, het defensiebudget in ieder geval daarvan 1,25% krijgt toebedeeld. Betwijfeld wordt of zo diepzinnig over het niveau van het budget is nagedacht. Daar komt nog bij dat het genoemde structurele percentage nog ver verwijderd is van de toegezegde 2% van het bbp!
De investeringen genoemd in de DN zijn nodig om onder andere aan de NAVO-doelstellingen te kunnen voldoen. Dat blijkt maar al te waar. De NAVO voert ten behoeve van het NATO Defence Planning Proces (NDPP) veiligheidsanalyses uit en leidt daaruit af welke middelen benodigd zijn voor afschrikking en zo nodig ter verdediging van het grondgebied. De bondgenoten wordt gevraagd, naar rato, een bijdrage te leveren in deze middelen. De bijdrage die Nederland geacht wordt te leveren is maatgevend (zou dat moeten zijn) voor inhoud en structuur van de krijgsmacht die volledig inzetbaar is en beschikt over voldoende voortzettingsvermogen.
In het kader van het NDPP houdt de NAVO periodiek de Defence Planning Review (NDPR). Zo zijn dit voorjaar de resultaten van de Review 2017-2018 aan Nederland gepresenteerd. De resultaten zijn zonder twijfel zorgelijk te noemen. De krijgsmacht blijkt veel tekortkomingen te vertonen. Zonder uitputtend te zijn vallen de volgende op:
- De Nederlandse strijdkrachten schieten ernstig tekort wat betreft joint ondersteunende capaciteiten. Verregaande bezuinigingen en achterblijvende investeringen hebben geleid tot zogenaamde ´lege gebouwen’ (hollow structures).
- De Nederlandse strijdkrachten schieten ernstig tekort wat betreft gevechtskracht en voortzettingsvermogen. Met name het vermogen van de formaties van de landmacht moet dringend noodzakelijk worden verbeterd. Nederland wordt aanbevolen met spoed de structurele tekortkomingen en die op het gebied van gevechtskracht van de krijgsmacht aan te pakken.
Voor de hierboven niet genoemde defensie-onderdelen heeft de NAVO overigens ook aanbevelingen gedaan. In essentie komen die sterk overeen met wat hiervoor is vermeld. Kortom, de NAVO heeft duidelijk zorgen over de Nederlandse krijgsmacht! Door de jarenlange bezuinigingen op Defensie lijkt het onwaarschijnlijk dat met 2% bbp de gevraagde bijdrage wel kan worden geleverd. Er is eerst een inhaalslag nodig om te komen tot een ’robuuste en wendbare krijgsmacht die snel inzetbaar is op alle geweldniveaus’ (DN 2018). Eerst als die krijgsmacht is verwezenlijkt zal de 2% toereikend zijn om deze organisatie in stand te houden.
Echter, er is een groot aantal zaken wel op orde zoals voorzien en genoemd in de DN. De minister van Defensie deelt de zorgen van de NAVO en hecht sterk aan het nakomen van de bondgenootschappelijke afspraken. Defensie zal zichtbaar moeten maken wat het onderliggende plan is waarop huidige en toekomstige investeringen zijn/worden gebaseerd. De reden van de tekortkomingen is eenieder bekend: gebrek aan geld. Er zijn echter opwekkende financieel-economische ontwikkelingen gaande. Misschien kan onderstaande suggestie helpen daarmee voor Defensie iets te doen.
In de ‘Macro Economische Verkenningen (MEV) 2017’ zegt de minister van Economische Zaken, Henk Kamp: ’Het volgende kabinet heeft de wind mee’. Volgens de MEV floreert de Nederlandse economie. Niet alleen in bepaalde sectoren maar over de volle breedte. Voor het eerst sinds 2007 groeit de economie in 2017 met 3,3% en met 2,5% in 2018. De overheidsfinanciën zijn gezond en het begrotingsoverschot loopt verder op! In het ‘Centraal Economisch Plan (CEP) 2018’, dit voorjaar verschenen, ligt de basis voor de rijksbegroting 2019. In de ramingen van juni jl. worden groeicijfers genoemd van 3,2% voor 2018 en 2,7% voor 2019. Daarnaast wordt verwacht dat het begrotingsoverschot toeneemt met 0,9%.
Als je al die positieve financiële berichten leest, weet dat er afspraken zijn gemaakt om de premie voor veiligheid naar 2% van het bbp te brengen en nog forse stappen moeten worden gemaakt om aan de bondgenootschappelijke afspraken te voldoen, dan is het zo voor de hand liggend dat aan de veiligheid van Nederland meer geld moet worden besteed. En het geld is er, ook in de komende jaren! Om te beginnen zou de procentuele groei van het bbp nu al ten goede moeten komen van het defensiebudget zodat het dreigende koopkrachtverlies daarmee wordt voorkomen. Daarenboven blijft dan nog steeds overeind de toezegging om de groei naar 2% bbp gestalte te geven. Moet dat allemaal in een keer? Nee, de groei van het benodigde budget vraagt om een stapsgewijze opbouw om de organisatie de tijd te geven de toename te verwerken. Dit stappenplan moet onderdeel uitmaken van de Herijkingsnota 2020. Hiermee krijgt de krijgsmacht de door de minister gewenste financiële stabiliteit en krijgen beleidsmakers en planners meer houvast. Kabinet, doe er wat aan! Hoe dan? Nou gewoon, je afspraken nakomen, ook de premier!