Hoe gaat het in Mali?

Leven in een land in verandering
Sinds de vorige bijdrage aan Carré (8-2016) is de situatie in Mali zeker geen kabbelend beekje geworden. Eerder een rivier met brede rustige stukken, afgewisseld met versmallingen, stroom- versnellingen en rotsen onder de waterspiegel.

Tussen Ramadan en Offerfeest

De Malinese moslims kunnen terugkijken op een pittige Ramadan. De maand, die dit jaar grotendeels in het hete seizoen viel, werd gekenmerkt door temperaturen overdag boven de 400 C. Gezichten werden met de week smaller als gevolg van warmte, vermoeidheid en gebrek aan eetlust. Er werd afgeteld tot het Suikerfeest; de kroon op het doorzettingsvermogen. Na een rustige maand zonder feestjes en trouwerijen, halen de Malinezen de schade nu in. Vrijwel elke avond is er ergens een kinderfeestje; een openluchtdisco met harde muziek uit krakende boxen. De kinderen worden beloond voor dertig dagen geduld en het afronden van het schooljaar. Het dagelijkse leven heeft zijn ritme hervonden. Veel familiehoofden halen opgelucht adem. De kosten van het Suikerfeest zijn betaald. Aan de benodigde financiën voor het naderende Offerfeest denken de meesten liever nog niet.

Het noorden van het land

Op 20 juni 2015 werden de handtekeningen gezet onder het Akkoord van Algiers, een verdrag, dat tot doel had de strijdende groeperingen in het noorden nader tot elkaar te brengen en vrede en veiligheid in de drie noordelijke provincies Timboektoe, Gao en Kidal te bevorderen. Wie verwacht en gehoopt had dat er twee jaar later een flinke stap voorwaarts gezet zou zijn, komt bedrogen uit. Er zijn niet of nauwelijks positieve ontwikkelingen te melden.

Er zijn gemengde patrouilles in delen van het noorden en de laatste tijd komen steeds vaker meldingen over gevechten tussen de CMA (Coordination des Mouvements de l’Azawad; een alliantie van rebellengroepen; red.) en het Platform. MINUSMA heeft beide partijen gemaand: het schenden van akkoorden zal consequenties hebben voor de wapenstilstand.

Gewapende overvallen en brutale diefstallen zijn aan de orde van de dag. Menigeen heeft het gevoel dat de geschiedenis zich herhaalt. Zowel in 2011 als in jaren erna waren diefstallen van voertuigen de voorbode van meer onrust. Dorpelingen zijn bang. Velen zijn in de achter liggende jaren naar de steden gevlucht, spookdorpen achterlatend. Niets en niemand is veilig voor de gewapende groeperingen en bandieten. Voertuigen, persoonlijke bezittingen en vee zijn roofgoed. Wie openlijk zijn afkeer uitspreekt over de situatie en de groeperingen, is zijn leven niet zeker. Terreur heerst en angst is een onlosmakelijk onderdeel van het dagelijkse leven van de dorpsbewoners geworden.

In de steden is het leven, ondanks de aanwezigheid van MINUSMA, nauwelijks beter. Iedereen kan met z’n neus de goeden en de kwaden aanwijzen. Ingegrepen wordt er niet, angst overheerst ook hier en autodiefstallen zijn aan de orde van de dag. Het overgrote deel van de bevolking heeft onvoldoende vertrouwen in bescherming door de overheid en houdt stevig de mond dicht. Het Malinese leger staat voor de onmogelijke taak om zonder bruikbare informatie de situ atie te verbeteren. Het mandaat van MINUSMA voorziet nog niet in de mogelijkheid een actieve rol te spelen. Ze blijven een doelwit voor terroristen, die naar believen raketten, bermbommen en zelfmoordaanslagen inzetten tegen de blauwhelmen. Ook geëscorteerde konvooien zijn verre van veilig. Regelmatig worden deze onderschept of in een hinderlaag gelokt.

De enkele niet aan MINUSMA verbonden blanke bewoners in het noorden zijn ontvoerd. Al Qaida en de aan haar gelieerde groeperingen hebben hun respect voor leeftijd en geslacht opzijgezet. Elke buitenlander is waardevol en versterkt de onderhandelingsof financiële positie.

Het centrum van het land

De onrust is vanuit het noorden in de achterliggende jaren uitgebreid naar het midden van het land. Het Macina Bevrijdingsfront werd in eerste instantie niet door iedereen serieus genomen. Inmiddels is dat anders. De groepering lieerde zich aan Iyad Ag Ghali (Malinese Toeareg; red.) en speelt een dominante rol in het gebied ten noorden van de rivier de Niger in de Mopti regio. Imams, dorpshoofden en notabelen worden onder druk gezet. Wie niet akkoord gaat met de wensen en eisen van de groepering vlucht

of wordt vermoord. In veel dorpen bepalen de terroristen de orde van de dag. Schoolhoofden en leraren worden gemaand scholen om te vormen tot Koranscholen. Het op westerse leest geschoeide schoolstelsel wordt verworpen door de groeperingen die zich beroepen op de Koran. Schoolhoofden, die geen gehoor geven aan hun eisen, zijn hun leven niet zeker of staan op een dag voor de smeulende resten van de school. De dreiging, die geleidelijk verder naar het westen oprukte, is Bamako niet ontgaan. Er lijkt de Malinese regering veel aan gelegen de opmars van terrorisme en banditisme in dit deel van het land een halt toe te roepen. In het betreffende gebied is geldt tegenwoordig een avondklok. Vanaf zes uur ’s avonds passeert geen voertuig de post. Ten noorden van de rivier zijn in de omgeving van Macina alle verplaatsingen op motoren het vervoermiddel dat veelal gebruikt werd bij gewapende overvallen verboden. Op de doorgaande wegen worden in de regio Ségou geleidelijk aan de posten van politie en gendarmerie vervangen door legerposten. De lokale bevolking denkt, dat het een teken is dat de regering in Bamako eindelijk heeft geluisterd naar de vele klachten over de corruptie van beide overheidsapparaten, waar met name transporteurs financieel op leeglopen. De wegblokkades, die opgeworpen worden en waar men alleen met lage snelheid zigzaggend tussendoor kan rijden, doen eerder vermoeden dat het een veiligheidsmaatregel betreft.

Graanschuren in de Mandé regio

De regering

De president heeft een indrukwekkend aantal buitenlandse staatsbezoeken afgelegd en is in de ogen van velen de grote afwezige. Ibrahim Boubacar Keita heeft bij lange na niet waargemaakt wat hij het Malinese volk beloofd had. Hij heeft aangekondigd zich later dit jaar niet herkiesbaar te stellen. Daarmee bespaart hij zichzelf wellich

een pijnlijke nederlaag. Tegelijkertijd werden er in het achterliggende jaar meer bezoeken in het land afgelegd en meer wegenbouwen onderhoudsprojecten opgestart dan voorheen. Dat doet vermoeden dat hij aan een herverkiezing bouwt. Een referendum, dat op 8 juli jl. gepland stond, is tot nader order van tafel. In Bamako ging de bevolking massaal en vreedzaam de straat op om te protesteren tegen de voorgestelde grondwetswijzigingen. Hoewel de jeugd verlangt naar verandering, is er onvoldoende draagvlak voor een senaat, waarvan 33% van de leden door de president benoemd wordt.

MINUSMA

Steeds vaker gaan er stemmen op voor een ruimer mandaat voor MINUSMA. De realiteit van alle dag dwingt hopelijk ook de VN tot het besef, dat er in het noorden van Mali nog geen vrede te handhaven is. Landen staan niet in de rij om troepen te leveren in de wetenschap dat de manschappen uitgezonden worden naar de misschien wel dodelijkste VN-missie ooit. Militairen uit Tsjaad zijn het beu dat ze hun soldij niet krijgen en dreigen op te stappen. Nederlandse helikopters werden vervangen door Duitse. Materialen verouderden snel en de onderhoudsploeg liep op z’n tenen om de toestellen inzetbaar te houden. In de woestijn is er geen ontkomen aan; de realiteit van het leven in Mali met stof en extreme klimatologische omstandigheden dringt tot alles en iedereen door.

De rol van Frankrijk

Menig Malinees volgde met belangstelling de presidentsverkiezingen in Frankrijk. De vreugde over het vertrek van Hollande en over de nederlaag van Le Pen waren van korte duur. Minder dan een week na zijn overwinning bracht Macron een bezoek aan Mali. Alle voor Malinezen belangrijke beleefdheden werden genegeerd. De Malinese president moest zich verplaatsen naar Gao om de nieuwe president van Frankrijk te ontmoeten. Het ongemak straalde van zijn gezicht tijdens de ontmoeting; de toon was gezet. Jong, modern en veelbelovend? In Gao liet Macron direct zien wie er in Mali de baas is.

Tijdens de recente G5-top in Bamako werd een akkoord bereikt over de oprichting van een antijihadisme eenheid, bestaande uit manschappen uit Mali, Tsjaad, Burkina Faso, Mauretanië en Niger. De eenheid, gefinancierd door de vijf landen en de Europese Unie, moet autonoom kunnen opereren. Er is nog een begrotingstekort van € 323 miljoen te dichten, maar als het aan Macron ligt, is de eenheid eind augustus operationeel. Wordt de eenheid een verlengstuk van de Franse operatie Barkhane, die zelfstandig opereert en waarvan behalve de Fransen niemand lijkt te weten wat ze doen? Frankrijk heeft zijn toewijding aan Mali uitgesproken. Operatie Barkhane zal zolang als het nodig is functioneel blijven, liet Macron de Franse gemeenschap in Mali weten.

Positieve ontwikkelingen

Na het lezen van het bovenstaande zal menigeen de conclusie trekken dat het bedenkelijk gesteld is in heel Mali. Dat is zeker niet het geval. In het overgrote deel van het zuidwesten en in forse delen van het midden van het land (een oppervlakte waar Nederland meerdere keren in past) gaat het leven zijn gewone gang. Men volgt de situatie op de voet en hoopt op betere tijden voor het hele land; het leven gaat door, compleet met vrolijke trouwerijen en doopfeesten.

De interne economie is in het achterliggende jaar verder versterkt. Landbouwmethoden verbeteren; ook tijdens het hete seizoen was er volop groente verkrijgbaar op de markten. Het aantal auto’s neemt in hoog tempo toe, evenals de verkeersopstoppingen in Bamako; Mali gaat mee in de vaart der volkeren.

De training van het Malinese leger gaat onverminderd door en daarvan zal het land in de komende jaren de vruchten plukken als het beschikbare materieel in overeenstemming gebracht mag worden met de behoeften. Dankzij MINUSMA kon eerder dit jaar in Timboektoe voor het eerst sinds 2012 het onderhoud van de Djingareybermoskee op traditionele wijze plaatsvinden. Niet in de laatste plaats is het positief dat er maatregelen genomen worden, die een halt toeroepen aan de verslechtering van de veiligheidssituatie.

 

 

De redactie van Carré is via interne contacten een in Mali woonachtige en werkzame landgenoot op het spoor gekomen en heeft deze bereid gevon- den op gezette tijden verslag te doen van het leven en de gebeurtenissen in dat land. Dit natuurlijk met het oog op de lopende VN-operaties waar hon- derden Nederlandse militairen bij betrokken zijn. We verwachten met deze rapportages een beter beeld te krijgen van de ontwikkelingen en de problemen waarmee militairen aldaar worden geconfronteerd. Uit veiligheidsoverwegingen wordt de naam van deze persoon niet openbaar gemaakt. De in het artikel vermelde meningen en observaties zijn de visie van de auteur en zijn niet opgetekend uit hoofde van een bepaalde functie. Dit is de twintigste bijdrage van zijn hand.