Informatiegestuurd optreden is al jaren het buzzword voor het toekomstig handelen van de krijgsmacht. Als informatie zo leidend is, dan moeten de afgeleide inlichtingen wel het uitvoerend niveau bereiken. Dat is op dit moment nog niet vanzelfsprekend. Tekst: Lkol b.d. Frans Ebbelaar
Hoe gaan wij alle informatie-verzamelcapaciteiten aan elkaar binden?

Onlangs heeft lkol Daan Storm van Leeuwen, die in zijn carrière bij CLSK een breed palet aan functies in het inlichtingen domein heeft vervuld, voor de NOV-werkgroep Defensiebeleid en Krijgsmacht een interessante presentatie verzorgd over het thema Informatie Gestuurd Optreden( IGO). De centrale vraag in zijn presentatie was: Hoe gaan wij alle informatie- verzamelcapaciteiten aan elkaar binden?

Hij leidde deze vraag in vanuit het concept van Informatie Gestuurd Optreden (IGO). Vanuit CLSK-perspectief gebruikte hij een joint benadering. De F-35A wordt een belangrijke schakel in deze keten. Maar wat is het probleem? Tijdens de jaren van bezuinigingen hebben de pogingen om zoveel mogelijk gevechtskracht te behouden zonder diepte-investeringen, geleid tot informatie-stovepipes per commando en soms zelfs per wapensysteem. Zo heeft bijvoorbeeld de Apache enorme informatie verzamelmogelijkheden met zijn camera’s en sensoren, maar de keten daarachter is onvoldoende ingeregeld. Dat geldt op een andere wijze ook voor de NH-90 en de Chinook. Ook informatie of inlichtingen van CLSK naar CZSK en CLAS overbrengen is geen vanzelfsprekendheid. Hoe krijg ik de informatie naar de warrior op de grond of op zee? Welke toekomstige investeringen zijn daarvoor nodig? Ach- tereenvolgens ging hij onder meer in op vragen als: Wat verstaan wij onder IGO, hoe kunnen we de OODA-loop[1] sneller doorlopen dan de tegenstander, hoe bereiken we een superieure informatiepositie.

‘Informatiegestuurd optreden houdt in dat we in staat zijn om alle relevante informatie op ieder gewenst niveau tijdig te verwerven, te verwerken, te verspreiden opdat we met zoveel mogelijk met de juiste middelen , op het juiste moment op de juiste plaats kunnen zijn’. (Defensienota 2018)

Informatiegestuurd optreden is enerzijds een informatie-verzamelproces en anderzijds een besluitvormingsproces. De informatie is leidend bij het uitvoeren en bijsturen van operaties. 

Wat voor een IGO willen wij hebben en kopen? 

Als informatie leidend is, dan moeten de afgeleide inlichtingen wel het uitvoerend niveau bereiken. Daarbij gaat het niet zozeer om nieuwe verzamelcapaciteiten, maar om hoe ze te verbinden zodat de informatie/inlichtingen naar een andere gebruiker gezonden kunnen worden. Dat is op dit moment nog niet vanzelfsprekend. De benodigde connectiviteit moet worden verhoogd. In de afgelopen jaren zijn zeker pogingen ondernomen, maar telkens liep de uitwerking vast omdat iedereen toch weer net iets anders bedoelde. Vorig jaar heeft bij Defensie de Directie Plannen het thema weer opnieuw opgepakt. Geleerd vanuit het verleden wil men nu eerst de basis repareren met snel realiseerbare voorstellen in samenwerking met de industrie. Om voortgang te houden wil men er zeker geen megaproject van maken. Dat de Opco’s elkaar in de afgelopen jaren niet altijd verstonden is eigenlijk opvallend als je in de verschillende visies leest wat alle domeinen willen met hun informatie.

Van info naar actie 

Het gaat er om dat de informatie of inlichtingen kunnen leiden tot actie. Die actie kan zich afspelen in verschillende domeinen: bijvoorbeeld in het virtuele domein met cyber en elektronische oorlogvoering en natuurlijk fysieke acties. De OODA- loop staat daarbij centraal. Die moet sneller worden doorlopen dan de tegenstander. Voor de activiteiten ‘Observe’ en ‘Orient’ uit de OODA-loop is een superieure informatiepositie een vereiste. Goede sensoren, situational awareness/understanding en goede analyse zijn voorwaardelijk. Die analyse zal daar waar mogelijk geautomatiseerd moeten zijn.

Verbinden 

De eerste stap in een werkend IGO is de juiste organisatie. Het begint met connected zijn. Daarvoor heb je afspraken nodig, zogenaamde standards. Kijk naar het ontstaan van het internet. Dat was pas mogelijk toen er onderlinge standaarden werden afgesproken en er verbinding mogelijk werd.  De F-35 is vanaf het begin joint geconcipieerd: zowel de Amerikaanse Air Force, de Navy en het Marine Corps hebben elk een eigen versie van hetzelfde vliegtuig. Daardoor kan informatie makkelijker worden gedeeld. Wat in de inlichtin- genwereld nog koudwatervrees oproept is het zo laag mogelijk houden van de rubricering. Het komt erop aan zomin mogelijk als ‘geheim’ aan te merken. Er is echter weerstand om te delen en er bestaat de neiging om iets als ‘geheim’ te rubriceren. Het nadeel is dan dat er voor niets werd verzameld.

Wordt deze connectiviteit verstoord door cultuurvast denken van de defensieonderdelen? Er is zeker sprake van operator culture domination maar er is een kentering waar te nemen. Voor IGO is het belangrijk dat de analisten, van  bijvoorbeeld 306 Reaper Squadron, weten wat de verschillende domeinen aan inlichtingenbehoefte hebben om snel de verwerving goed af te stemmen op de behoeften. Een belangrijk onderdeel van IGO is dan ook het nadenken over het verbinden van sensoren aan inlichtingenvragen, in jargon het Information Requirement Management and Collection  Management ( IRM-enCM-)proces genoemd.

Samenvatting en voortgang 

Hoe gaan we verder? Storm van Leeuwen zegt: ‘Klein aanlopen, IGO- bandbreedte vergroten, de IGO- aanpak meer laten bepalen door wat haalbaar is en wat afstappen van het idee dat we alles centraal moeten regelen. Geef ruimte aan decentrale initiatieven. Wellicht zou deze benadering prominent in de herijking van de Defensienota moeten worden vermeld. Het beter verbinden van alle relevante sensoren en systemen,  over de stovepipe– muren heen, is immers een herijking op zich. Bovendien zullen er joint budgetten moeten komen. Er wordt niet gepleit voor een krijgsmachtsdeel-lead benadering. Onze D&K- IT-specialist ziet een link naar CIS en operationele informatievoorziening en hoopt dat deze aspecten erbij betrokken worden.

Voor D&K is duidelijk dat er nog veel is af te stemmen en aan te schaffen waarbij er een uitdaging ligt in het overstijgen van grenzen van krijgsmachtsdelen. IGO verdient deze inspanning. Het is een wenkend perspectief om de operationele resultaten te verbeteren.

Eindnoot
1. De OODA-loop: observe-orient-decide-act