Information Manoeuvre - Het gebruik van informatie als wapen

Auteurs: kol J.A. van Dalen en lkol P.A.P. Dekkers

Winning without killing

‘War today is in the process of undergoing another revolution in response to social and political conditions, namely the speed and interconnectivity associated with contemporary globalization and the information revolution.’

We leven in een door informatie gedomineerde samenleving. Een grote verscheidenheid aan individuen en groepen zijn afhankelijk en eisen informatie via complexe interactie en technologieën. Door snelle ontwikkelingen in de informatietechnologie en de mondiale verspreiding en penetratie van het internet zijn de mogelijkheden van het gebruik van informatie vanuit een militair perspectief de laatste decennia revolutionair veranderd. Informatie is niet alleen voorwaardelijk geworden voor militair succes, maar wordt meer en meer als wapen (weaponising of information) ingezet. Er is een min of meer continue strijd gaande in het informatielandschap, waarbij opponenten elkaar toegang tot en (juist) gebruik van informatie proberen te ontzeggen door niet alleen beïnvloedingsmaatregelen en beschermingsmaatregelen maar ook door misleiding en manipulatie. Er wordt dus gevochten om en met informatie. Het vechten om en met informatie wordt ook wel Information Manoeuvre (IM) genoemd. Met dit artikel proberen we iets meer inzicht te verschaffen in dit relatief nieuwe fenomeen van oorlogvoering.

Inleiding

De toegenomen wereldwijd verspreide communicatiemiddelen, vooral internet en smartphone technologie, hebben geleid tot ongekend complexe, vaak ongecontroleerde en spontane, strijd met woorden en beelden. En deze strijd wordt niet alleen gevoerd door autoriteiten, maar ook door veel individuen en diverse belangengroeperingen die immers ‘online’ veel mensen kunnen bereiken. Ook deze nieuwe actoren zijn nu in staat tot beïnvloedingstactieken en bemoeien zich ook daadwerkelijk met gewapende conflicten. Daarnaast kunnen de informatie-activiteiten ook relatief gemakkelijk verborgen blijven, door gebruik te maken van ‘fake identities’, ‘trollen’, ‘bots’, ‘avatars’ en Virtual Private Network (VPN)-constructies, waardoor hun identiteit verhuld is (en wat attribution heel moeilijk maakt). Hierdoor is een complex informatielandschap en dynamische informatiestrijd ontstaan, met fundamenteel andere spelregels dan vroeger, die bovendien snel veranderen door technologische vooruitgang. Deze informatiestrijd stelt autoriteiten voor grote uitdagingen, maar schept tegelijkertijd mogelijkheden.

Mensen zijn echter kwetsbaar. Ze zijn slecht in staat om waarheden van onwaarheden te scheiden en herinneren zich bijvoorbeeld later niet dat bepaalde informatie onjuist was. Ook kunnen ze slecht omgaan met ‘information overload’, waardoor ze niet meer nadenken of bepaalde informatie wel juist is. Dit maakt weer dat bepaalde bekende thema’s of berichten aantrekkelijk blijven, ook al waren ze onjuist. Die bekendheid geeft immers houvast in de informatiechaos. Als daarnaast informatie ook vergezeld gaat van geloofwaardig, maar vervalst bewijs, geloven mensen het snel. Zeker als het bewijs of de verklaring ook nog de schijn van objectiviteit draagt, maar niemand de herkomst ervan zeker stelt. Het eindresultaat is dat iedereen onzeker wordt en twijfelt welke informatie wel of niet te vertrouwen is. Dit maakt ons kwetsbaar voor dergelijke geraffineerde beïnvloedingsmethoden. Feitelijk is er sprake van een min of meer continue strijd met informatie om beeldvorming te bereiken. Soms positieve beeldvorming, maar vaak ook negatieve of misleidende beeldvorming (‘perception warfare’). Onze eigen bevolking wordt dus de belangrijkste doelgroep van informatie-activiteiten van de tegenstander. Als deze tegenstander zijn activiteiten goed uitvoert, zal de bevolking niet eens in de gaten hebben dat ze onder informatieve en psychologische invloed staan van de tegenstander. Dit kan zelfs leiden tot de paradoxale situatie dat een tegenstander zijn doelstellingen behaalt met medewerking van de eigen bevolking. Onder druk van de bevolking (die immers zijn democratisch recht uitoefent) zullen eigen militaire activiteiten worden gehinderd en vitale militaire capaciteiten worden geneutraliseerd of niet ingezet. Met andere woorden: informatie-activiteiten van de tegenstander kunnen de eigen fysieke militaire capaciteiten ernstig degraderen.

‘I began to understand that I was caught up in two wars: one fought on the ground with tanks and artillery, and an information war fought largely, though not exclusively, through social media. And, perhaps counter-intuitively, it mattered who won the war of words and narratives (rather) than who had the most potent weaponry.’ 

‘Central to the change in method is the idea that military operations can become a form of informational operation and seek political rather than specific military outcomes’. (David Patrikarakos on Eastern Ukraine, War in 140 Characters, 2017)

Door diverse strategie-analisten is informatie daarom aangeduid als het nieuwe centrale element in de veiligheidsomgeving. De partij die de informatie (en beeldvorming) controleert is de bovenliggende partij en beheerst dus feitelijk het slagveld. De centrale (machts-)positie van informatie wordt soms ook wel aangeduid als een nieuwe militaire revolutie. Informatie wordt dus vooral gebruikt om legitimiteit van het eigen optreden te verzekeren en dat van de tegenstander te ondergraven, maar ook om het eigen handelen te vergemakkelijken en dat van de tegenstander te hinderen. Voor beïnvloeding zijn doelgroepanalyse en ‘psychologic profiling’ belangrijk. Op basis hiervan kunnen beïnvloedingstactieken en benaderingsprofielen worden opgesteld om voordeel te halen in de strijd. Psychologie en kennis van groepsdynamieken zijn hierbij belangrijk. Men kan immers geen tegenstander(s) beïnvloeden die men niet kent. Veel relevante kennis is daarom bijvoorbeeld in de reclamewereld te vinden.

Artificial Intelligence 

Vooral als informatievergaring en informatiegebruik worden gekoppeld met kunstmatige intelligentie (Artificial Intelligence, afgekort AI) ontstaat een krachtige mogelijkheid om gepersonaliseerde informatieactiviteiten te ontplooien. AI geeft immers de mogelijkheid om met geautomatiseerde detectiemogelijkheden van geavanceerde software de belangen, meningen, wensen, hoop en angsten van geselecteerde personen in kaart te brengen en vervolgens ‘op de persoon gerichte’ en dus potentieel succesvolle beïnvloedingsmethodes toe te passen (‘personalised targeting’). En dat zonder dat het doelwit het zelf in de gaten heeft dat hij of zij beïnvloed wordt en indirect ook zelf weer zijn of haar omgeving beïnvloedt. Ook kan met AI desinformatie worden verspreid. En deze beïnvloedingsinformatie kan ook in grote hoeveelheden worden geproduceerd. AI heeft dus in feite de mogelijkheid om ‘to take information you have and generate information you don’t have’. En dat op zeer grote schaal. In de literatuur wordt de combinatie van informatie en AI ook wel de ‘Influence Machine’ genoemd.

Dit is overigens niet geheel nieuw. Ook in eerdere tijden werd al met informatie gevochten. Eén van de redenen dat de protestantse hervormers succesvol waren in hun godsdienstoorlogen is dat ze in staat waren om in de kritieke jaren na het Edict van Worms (1521-1526) tot vier keer meer drukwerk te verspreiden onder lokale machthebbers dan hun katholieke tegenspelers. Ook de nazi’s en stalinisten benutten de radio en (later) de tv extensief om hun ideologieën te verspreiden. Beide regimes bezaten een centraal aangestuurd en verbonden netwerk van radio, publieke sprekers en in later jaren tv om hun beïnvloedingsboodschappen te verspreiden. De drukpers van Gutenberg en de vacuümbuizen van radio en tv waren dus technologieën met een ‘world-changing impact’. Net zoals nu internet en AI.

Kenmerken van Information Manoeuvre Warfare

Rusland

Ook andere landen erkennen het belang van informatie. In Rusland wordt de zogenaamde Gerasimov-doctrine gehanteerd. Deze doctrine legt veel meer nadruk op irreguliere methoden om politieke doeleinden te bereiken, waarbij informatie zelfs centraal staat. Rusland spreekt ook van een continue informatieoorlog (‘informatsionnaya voyna’) waarbij subversie, waarheidsverdraaiing, cyber aanvallen, psychologische beïnvloeding, çontrole via sociale media, massamanipulatie, propaganda en ‘geloofwaardige ontkenning’ tot hun informatiearsenaal behoren. Alles om westerse opinies te beïnvloeden, twijfel en wantrouwen te zaaien, de cohesie binnen NAVO te verminderen en steun van de eigen bevolking te verzekeren (op dezelfde manipulatieve wijze met informatie). Hiervoor is zelfs een aparte legereenheid opgericht (bekend als de Troll Army’).

Informatieoorlog (‘informatsionnaya voyna’) rond het conflict in Oost-Oekraïne in 2014.

Generaal Gerasimov, Chef van de Generale Staf van het leger van de Russische Federatie, zegt hier zelf over: ‘the information domain opens wide asymmetrical possibilities for reducing the fighting potential of the enemy. It is necessary to perfect activities in the information domain, including the defence of our own objects.’

Een andere vaak aangehaalde beschrijving is: ‘Wars will be resolved by a skillful combination of military, nonmilitary, and special nonviolent measures that will be put through by a variety of forms and methods and a blend of political, economic, informational, technological, and environmental measures, primarily by taking advantage of information superiority. Information warfare in the new conditions will be the starting point of every action now called the new type of warfare, or hybrid war, in which broad use will be made of the mass media and, where feasible, global computer networks (blogs, various social networks, and other resources).’

Grafische weergave van de Gerasimov-doctrine waarin de centrale positie van het continue ‘information conflict’ duidelijk is.

In deze benadering erkennen de Russen dat informatie meer is dan alleen techniek, door het (afhankelijk van het gekozen doel) te verdelen in ‘information-psychological warfare’ eninformation-technology warfare’. Ze maken in hun doctrine duidelijk dat ‘information-psychological warfare’ op het militaire personeel en de bevolking van de tegenstander gericht is en voortdurend plaatsvindt. ‘Information-technology warfare’ is daarentegen gericht op de fysieke technische informatiesystemen en vindt alleen plaats tijdens oorlogen en openlijke gewapende conflicten. Ook vinden er dagelijkse (!) activiteiten in het cyberdomein plaats die niet zo zeer gericht zijn op beïnvloeden maar om toegang te krijgen tot vitale systemen en informatie en waar mogelijk ook ‘disruption/denial’ te veroorzaken mocht dat nodig zijn.  Met andere woorden: het psychologische gedeelte van informatiemanoeuvre wordt door de Russen dus ook in ‘vredestijd’ toegepast. En dat blijkt, want integratie van deze vermogens (hybride optreden gevoed door het centraal stellen van informatie) is al zichtbaar in de recente operaties van Rusland in de Kaukasus, de Krim en Oekraïne en zelfs in de Baltische Staten.

China  

Ook de Chinezen hebben het belang van informatie onderkend. China kent het concept zhixin xiquan (informatiedominantie), dat onder meer bestaat uit feixianxing zuozhan (continue operaties – ‘a war without a frontline’) en yitihua (integratie). Hierbij wordt het optreden in alle domeinen geïntegreerd. Genm Dai Qingmin stelde al in 2000 dat ‘new technologies are likely to find material expression in informationalized arms and equipment which will, together with information systems, sound, light, electronics, magnetism, heat and so on, turn into a carrier of strategies.’ Daarom is Information Centric Warfare, met als doel informatiedominantie, nu het centrale uitgangspunt van de huidige hervormingen in de Chinese krijgsmacht.

Andere landen 

Dezelfde stap als de Chinezen maken overigens ook de Britten. Zij voegen relevante eenheden samen tot een Force Troop Command (FTC). Deze zal een IM-taak krijgen en overwogen wordt om de naam in Information Manoeuvre Division te veranderen.

Ook de Israeli’s hebben geleerd van eerdere informatie-gerelateerde problemen met hun Palestijnse tegenstander. Ze hebben hiertoe een speciale studiegroep gecreëerd, de Winograd Commission. Deze commissie adviseerde een speciale ‘information & propaganda unit’ op te zetten, waarbij alle relevante capaciteiten ingedeeld moeten worden. Ook benadrukte de commissie het belang van regeringsbrede coördinatie om ‘information-fratricide’ te voorkomen en ‘false claims’ te kunnen weerleggen, zodat internationaal en nationaal legitimiteit voor het eigen optreden kon worden behouden. ‘Combat camera’s’ moesten worden ingevoerd zodat de tegenstander niet ‘the only voice in the room’ was.

De Canadezen hebben intussen eveneens een speciale eenheid opgezet: Influence Activities Task Force (IATF). Ook zijn ze begonnen om IM centraler te stellen in hun militaire besluitvormingsprocessen. Ook Duitsland heeft inmiddels een Zentrum Operative Kommunikation der Bundeswehr (ZOpKomBw) opgezet om alle informatie-activiteiten te coördineren. Zowel de IATF als de ZOpKomBw hebben echter geen taak om de eigen bevolking te beïnvloeden. Dit is enerzijds begrijpelijk, maar anderzijds maakt dit ook kwetsbaar omdat hierdoor de dimensionaliteit en wederkerigheid van IM wordt ontkend.

Narrative  

Om zich staande te houden in dit soort conflicten en politieke doelstellingen te halen, wordt er door (coalities van) staten vaak een samenhangende strategie geformuleerd, waarbij alle machtsinstrumenten van de staat worden ingezet. Informatie is één van die machtsinstrumenten. Bij de strategie hoort een centrale boodschap die, om de publieke opinie te beïnvloeden, vooral ingaat op de legitimiteit van de doelstellingen en de hiervoor gebruikte strategie. Die centrale boodschap wordt ook wel ‘narrative’ genoemd. Deze ‘narrative’ is maatgevend voor alle departementen en dus ook voor defensie. Een ‘narrative’ is daarmee het fundament van elke (informatie-)operatie en essentieel voor begrip van bevolking (draagvlak), neutrale doelgroepen (geloofwaardigheid) en eigen eenheden (moreel). Al het militair handelen is een boodschap, ook gevechtsoperaties. Inzet van militaire eenheden moet in lijn zijn en blijven met de overkoepelende ‘narrative’. Woord en daad moeten dus op elkaar zijn afgestemd.

De kernboodschap is dus dat informatie niet langer ondersteunend is, maar een wapen op zichzelf is geworden. Er vindt, zoals eerder gesteld, een continue strijd in het informatielandschap plaats. Er is zelfs nieuwe terminologie. Het gebruik van het informatiedomein en het offensief en defensief handelen daarin noemen we binnen de NAVO Information Warfare, maar in Nederland gebruiken we de iets neutralere term IM. Deze term weerspiegelt beter het structurele karakter van het gebruik van informatie voor het beïnvloeden van actoren. Voor de helderheid leggen we nu eerst uit wat de term informatielandschap inhoudt. Daarna meer over IM.

Het informatielandschap  

Het informatielandschap is, anders dan de fysiek-geografische domeinen land, zee, lucht en ruimte, een conceptueel begrip. Dit is geïntroduceerd om een totaal aan beïnvloedingsaspecten en toepassingsmogelijkheden daarvan te kunnen omschrijven. Omdat informatie (wat) en communicatie (hoe) ten grondslag ligt aan elke handeling en gedachte, is het niet af te bakenen en is het ‘landschap’ daardoor moeilijk hanteerbaar; het omvat immers alles. Het is echter wel een landschap waarin ‘gevochten’ en ‘gemanoeuvreerd’ kan worden. De dimensies die aangeduid worden met cyber (of cyberspace) en het elektromagnetische en akoestische spectrum, maken onderdeel uit van het informatielandschap. Het informatielandschap bestaat overigens uit een cognitieve, virtuele en fysieke dimensie en kent daarnaast zeven lagen. Die cognitieve dimensie is wel belangrijk, want dit benadrukt het belang van psychologie in de informatiestrijd. Maar voor de eenvoud van dit artikel laten we deze complexiteit van het model nu achterwege. Voor succesvol toepassen van IM is kennis van dit model vanzelfsprekend wel belangrijk. Overigens zijn de grenzen tussen de domeinen en landschappen wel aan het vervagen. Dit wordt veroorzaakt door meer mens-machine ‘interfaces’, groter gebruik van AI en virtuele persoonlijkheden.

Het cyber-elektromagnetische spectrum maakt dus zoals gezegd, deel uit van het informatielandschap. Ongehinderde toegang tot en escalatiedominantie in het gebruik van het cyber-elektromagnetische spectrum is een noodzakelijke voorwaarde om operaties te kunnen uitvoeren. Het gebruik hiervan voor onze operaties is zo essentieel, dat we het niet langer kunnen beschouwen als slechts een ondersteunend middel.

Model informatielandschap

Via het informatielandschap kunnen we met gebruik van informatie tegenstanders en andere doelgroepen benadelen, bevoordelen, manipuleren en misleiden. Zowel op directe als op indirecte wijze. Het informatielandschap biedt hier veel aangrijpingspunten voor. Wel moeten we ons realiseren dat het brengen van een effect via één van de lagen veelal neveneffecten heeft in andere lagen. Met of tegen elk van de genoemde zeven lagen kunnen (militaire) taken en activiteiten uitgevoerd worden. Uiteindelijk hebben alle activiteiten direct of indirect effect op de cognitieve laag van een tegenstander (begrip en perceptie) en daar draait het om bij IM.

IM uitvoeren

Nu duidelijk is waar het informatielandschap uit bestaat, willen we uitleggen hoe opgetreden kan worden in dit landschap; hoe IM dus werkt. IM kent een soortgelijke indeling als EOV, namelijk offensieve informatie-activiteiten, defensieve informatie-activiteiten en informatie-exploitatieactiviteiten. Veel van deze activiteiten bestaan al, maar worden niet in samenhang uitgevoerd. Als we deze activiteiten wel in samenhang uitvoeren, kan dit leiden tot tijdelijk en plaatselijk informatieoverwicht.

Laten we de drie soorten informatie-activiteiten eens nader bekijken. Met informatie-exploitatie wordt bedoeld het kunnen verzamelen, verwerken, duiden, integreren, beschikbaar stellen van en advies uitbrengen over de verzamelde data en informatie van de eigen situatie, omgeving en (f)actoren en actoren van invloed uit alle zeven lagen. Het geheel van data en informatie leidt tot situational awareness (SA), en uiteindelijk de voor besluitvorming benodigde understanding (U). Offensieve informatie-activiteiten zijn bedoeld om gericht actoren te beïnvloeden in hun wil, gedrag, mogelijkheden en/of perceptie. Beïnvloeden van opponenten of andere actoren kan plaatsvinden in alle vier de stappen van hun besluitvormingscyclus of OODA-loop (observe – orient – decide – act). Dat kan op meerdere manieren en de uitkomst kan gericht zijn op elke vorm van gedragsbeïnvloeding (zowel positief, constructief of negatief, degraderend). Defensieve informatie-activiteiten omvatten het uitvoeren van passieve en actieve maatregelen, ter bescherming en versterking van het eigen vermogen (of dat van partners) en om vrijheid van handelen te behouden. Defensieve activiteiten beïnvloeden ook de understanding/OODA-cyclus van een tegenstander, omdat observatiemogelijkheden worden beperkt of beïnvloed.

Beinvloeden van opponenten door desinformatie

Alle offensieve en defensieve activiteiten leiden ook weer tot nieuwe informatie, waardoor er kort cyclische processen ontstaan. Hierbij is een informatiesnelheid benodigd die minimaal de dynamiek in de operationele omgeving evenaart of sneller is. Van belang is structurele monitoring en analyse op alle niveaus, waar op basis van een strategisch narrative (wat en waarom), snel vrijelijk en decentraal gehandeld kan worden om kansen uit te buiten (hoe en waarmee). Rigide sturing en stafbehandeling van berichtgeving is daarom volstrekt onwenselijk (geen lange schroevendraaier). Het geheel wordt ondersteund door informatiemanagement en mogelijk gemaakt door goede IT-ondersteuning.

Defensieve maatregelen: counter-desinformatie

Het belang van IM in het hybride conflict 

Tegenwoordig spreken we al snel van een hybride conflict. Dit zijn een reeks afgestemde activiteiten waarbij een tegenstander een breed scala aan beïnvloedingsmethodieken gebruikt tegen een land of doelgroep. Doel hiervan is om een (politiek) strategisch doel te behalen zonder een directe militaire confrontatie aan te gaan, of een zo gunstige mogelijke uitgangspositie te bereiken mocht een vermijdingstrategie niet meer werken. Hierbij worden alle instrumenten ingezet met gebruikmaking van de nieuwste technieken en media, ook gericht op het vergroten van het eigen draagvlak bij de eigen doelgroepen. Dit gebeurt continu, met de insteek dat het vrijwel nooit als bewuste beïnvloeding wordt onderkend (‘below the detection threshold’). De tegenstander verschaft zich een goede uitgangspositie en draagvlak op het moment dat een conflict zich openbaart. De verworvenheden en spelregels van open (transparante) liberale democratieën zoals Nederland worden hierbij op doeltreffende wijze gebruikt als wapens. Een actor die hybride opereert, schroomt niet om met misleidende informatie de binnenlandse en internationale publieke opinie te beïnvloeden (agitatie, propaganda (‘false narratives’)). Dit is gericht op het uitbouwen van de beïnvloeding en het versterken van vooroordelen en partijdigheid. Het wordt ondersteund door public relations en het toepassen van groepspsychologie.

‘People must accept that your actions benefit them and trust your integrity and ability to deliver on promises, particularly regarding their security. In this battlefield, popular perceptions and rumors are more influential than the facts and more powerful than a hundred tanks.’ (David Kilcullen)

Recente conflicten

In recente en actuele conflicten is de inzet van sociale media daarvoor veelvuldig gebruikt. Bekend daarbij zijn voorbeelden van voornamelijk Russische ‘hackergroepen’en ‘troll farms’ waarbij sociale media zijn gebruikt om publieke opinie te beïnvloeden, supporters te mobiliseren, (militaire) activiteiten te coördineren en om informatie te verwerven. Hierbij worden verschillende technieken gebruikt om de boodschap te versterken zoals spamming (‘automatically generated content’),fake identities’ (zgn. ‘trolls’), het kapen van ‘trending hashtags’ en het ‘overspoelen’ van (sociale) media door gecoördineerde inzet van blogs, posts, artikelen etc. die geplaatst en ‘ge-repost’ worden door opinieleiders, activisten en ‘fake-accounts’. Andere tactieken zijn meer gericht op aanpakken van de opponent zoals het gericht verspreiden van desinformatie en geruchten, lekken, persoonlijke aanvallen op westerse leiders en deceptie. Doelen kunnen zijn het ‘uitmanoeuvreren’ van westerse politieke of militaire leiders door ze in diskrediet te brengen, het werken aan vermindering van internationale steun, het uitschakelen van militaire capaciteiten, het beïnvloeden van politiek, publieke opinie en economie en het zaaien van binnenlandse onrust. Doel is minimaal verwarring zaaien, waardoor onzekerheid ontstaat en draagvlak wegvalt bij politici en instituties. De focus in een hybride campagne ligt op het winnen van de loyaliteit van specifieke groepen. Vanwege de veelheid aan communicatiekanalen, kiezen steeds meer mensen hun eigen informatiebronnen waar ze zich goed bij voelen. Hierdoor is een dergelijke strategie ook zeer effectief.

Een ‘hybrid warfare’ campagne is doorgaans langdurig van aard en lastig te herleiden tot een actor. In het Midden-Oosten bijvoorbeeld de berichtgeving door Hezbollah.

Een ‘hybrid warfare’ campagne is doorgaans langdurig van aard en is vaak lastig te herleiden tot een actor. Dit maakt het ook moeilijk te bewijzen, omdat de activiteiten veelal ook op alternatieve wijze uitgelegd kunnen worden. Herkennen en erkennen van deze werkwijzen is essentieel, evenals het interdepartementaal afstemmen van de respons, waarbij woord, beeld en daad goed op elkaar aansluiten. Counteren van hybride dreigingen die Nederland en haar belangen 24/7 (kunnen) bedreigen en plaatsvinden onder de drempelwaarde van artikel 5 van het NAVO-verdrag is belangrijk. Beïnvloeden van de observatie en oriëntatie voorafgaande aan besluitvorming is het meest effectief. Daarom is het belangrijk dat IM ook permanent en integraal gecoördineerd en toegepast kan worden, dus bijvoorbeeld nog voor aanvang van een militaire operatie.

IM-eenheden   

Laten we langzaam eens wat concreter worden. Alle eenheden spelen een rol in het informatielandschap. Ook gevechtseenheden, want elke vorm van handelen (dus ook fysiek geweld) schept een beeld en genereert dus informatie. Sommige eenheden hebben een speciale rol in het informatielandschap zoals het Joint ISTAR Commando (inlichtingen, EOV), CMI (beïnvloeding en civiele interactie) en het Defensie Cyber Commando (DCC, cyberactiviteiten). Samenwerking tussen deze eenheden ligt dus voor de hand. Laten we ze voorlopig IM-eenheden noemen. Uitgangspunt blijft echter een geïntegreerde inzet met, of onder leiding van, eenheden gericht op het fysieke landschap. Het is immers het geïntegreerd optreden in alle landschappen die het succes bepaalt.

De IM-eenheden zijn relatief ‘open’ organisaties, gebouwd voor interactie met andere informatiehouders.

De IM-eenheden zijn relatief ‘open’ organisaties, gebouwd voor interactie met andere informatiehouders in hun (nationale, internationale en operationele) omgeving. Dit met in achtneming van vigerende wetgeving en interoperabele connectie- en ontsluitingsprotocollen voor dataverwerving, databeheer, databescherming en dataexploitatie middels een voldoende (nationaal en internationaal) gerubriceerd en federatief netwerk. IM-eenheden hanteren hierbij een ‘reachbackprincipe’. Hiermee wordt bedoeld dat IM-eenheden zoveel als mogelijk vanuit een omgeving werken waar zij het beste tot hun recht komen of hun werk kunnen doen. Dat kan dus ook fysiek in Nederland zijn.

IM in het landdomein 

Laten we eens kijken hoe IM-capaciteit in het landdomein eruit zou kunnen zien. In het landdomein is IM-capaciteit essentieel. Aan hoofdkwartieren, bijvoorbeeld een Land Component Commander HQ of HQ Task Force (TF) wordt een IM-stafelement toegevoegd. Het IM-stafelement concentreert zich hierbij op adviezen rondom effectplanning, beïnvloedingsmogelijkheden van doelgroepen, mogelijkheden tot cyberinzet ter ondersteuning van tactische operaties, inzet in het menselijk landschap en sensorinzet in algemene zin. Het is belangrijk om te beseffen dat de adviezen niet alleen gaan over het fysieke landschap, maar juist ook het informatielandschap en (beïnvloeding) in het menselijke landschap en over de geïntegreerde inzet en mogelijkheden in deze landschappen. Integrale kennis ontbreekt immers vaak op deze gebieden.

Op het uitvoerend niveau wordt een IM-module ingezet, vaak op TF-niveau. Een dergelijke IM-module bestaat uit sensoren, analytische capaciteit en aansturingscapaciteit en bevat ISR-, cyber- en CMI-middelen. Ze zorgt voor begrip (understanding) in het landdomein. Dit omgevingsbegrip is noodzakelijk voor juiste besluitvorming. Een IM-module kan ook bestaande SA-capaciteit aanvullen, hoewel hier niet de prioriteit zou moeten liggen. Gevechtsomstandigheden kunnen dit echter wel noodzaken. Een IM-module bezit veel sensorcapaciteiten en is modulair van samenstelling. Het kan zowel nationale als internationale sensoren bevatten. Cybersensoren maken er deel van uit en ook beïnvloedingscapaciteiten zijn erin op opgenomen. De combinatie van technische, mensgerichte, analysecapaciteiten en beïnvloedings-effecten maakt een IM-module tot een krachtig geheel. Doordat hierdoor de effectiviteit van een TF in het menselijke landschap en informatielandschap enorm wordt vergroot, wordt hiermee de uitvoering van activiteiten in het fysieke landschap bevoordeeld. Beter nog: ze kunnen hiermee in theorie ook overbodig worden. Met andere woorden: fysieke manoeuvre volgt IM!

Fysieke manoeuvre volgt informatiemanoeuvre

De analysecapaciteit die deel uitmaakt van de IM-module wordt gebruikt om de understanding van een TF te garanderen en stelt een commandant in staat vooruitziend vermogen te ontwikkelen. Het daadwerkelijk uitvoeren van inlichtingenactiviteiten gericht op planning en niet uitsluitend monitoren van lopende operaties is hiervoor wel een voorwaarde. Ook kan met juiste inzet van de IM-modulesensoren daadwerkelijk inlichtingengeleide operaties worden opgezet, zoals we eerder in Uruzgan en in Mali hebben uitgevoerd. De IM-module vergroot ook de effectiviteit in het fysieke domein. Het land targeting proces in het fysieke en informatielandschap wordt nu daadwerkelijk ondersteund met targetingfolders, targetingproducten, doelopsporing, doelidentificatie, effectwaarneming, effectmeeting en collateral damage assessments. En dit niet alleen voor fysieke doelen, maar ook voor geselecteerde en geautoriseerde doelgroepen voor beïnvloeding. Met andere woorden: er ontstaat een cyclisch, samenhangend proces waarmee een TF-commandant beter het fysieke en het informatiegevecht kan voeren.

Een IM-module kan Joint Electro Magnetic Spectrum Operations (JEMSO) uitvoeren. Dit is een samenhangende inzet van EOV, tactische SIGINT en tactische cybermiddelen. De JEMSO-capaciteit van een IM-module bezit een groot potentieel. Deze kan zowel op afstand (remote support), statisch (vanaf een basis) of mobiel (gebruikmaken van de mobiliteit van de EOV-middelen) worden ingezet. Soms om digitale aanvalsmogelijkheden in kaart te brengen, soms om daadwerkelijke cyberpenetraties uit te voeren. Ook behoren zelfdegradatie of zelfvernietiging door gerichte JEMSO-activiteiten tot de mogelijkheden. Soms staat de vluchtigheid van de (tactische) doelen cyberactiviteiten in de weg, maar vaak zijn er bij slecht verdedigde doelen aanzienlijke kansen. JEMSO-capaciteit van de IM-module kan ook worden gebruikt om slag te leveren in het informatielandschap en om vijandelijke cyberaanvallen te detecteren en af te weren. Wij zijn immers niet de enige actoren in het informatielandschap.

De IM-module voorziet ook in eigen bescherming tegen vijandelijk activiteiten in het informatielandschap. Hierbij valt te denken aan counter information activiteiten, tactical counter-intelligence, counter-drone activiteiten, counter-UXS-activiteiten en cyber defence. Niet alleen fysieke maatregelen kunnen genomen worden, maar ook personeelsbewustwording speelt een grote rol en kan door IM-elementen uitgevoerd worden. Op dit moment gebruiken de Russische offensieve informatie-operateurs nog relatief eenvoudige methodieken, maar wel op grote schaal. Hierdoor zijn ze relatief eenvoudig te detecteren. De eenvoud van de Russische technieken komt voort uit gebrekkige westerse weerstand tegen de deze activiteiten. Het is echter te verwachten dat, zodra westerse landen hun verdedigingstactieken opvoeren, de Russen zullen proberen hun voorsprong te vergroten door meer geavanceerde technieken in te zetten, wat weer zal leiden tot een hogere verdedigingsinspanning aan westerse zijde. Kortom: er ontstaat een wapenwedloop in het informatielandschap.

Information Manoeuvre has arrived and is here to stay

Target Audience Analyse ondersteund door ‘geoprofiling’ kan helpen om gericht tegenmaatregelen te nemen in het informatielandschap. Een IM-module bezit deze capaciteiten en kan op wetenschappelijke gronden gebaseerde psychologische effecten bereiken. IM is immers gebaseerd op psychologie en cognitieve processen om menselijke gedrag te beïnvloeden en te veranderen. Zowel op de traditionele als meer innovatieve manieren. Een meer innovatieve manier is om heel gericht leidende personen te beïnvloeden op basis van hun psychologische profiel, zonder dat ze het zelf merken. Manoeuvre is niet langer alleen fysieke manoeuvre maar juist ook een soort psychologische manoeuvre in het menselijke landschap. IM legt hier de basis voor.

Een nieuwe term die recht doet aan het belang van psychologie binnen IM is cognitieve veiligheid (cognitive security, afgekort COGSEC). COGSEC concentreert zich op de bescherming van cognitieve beeldvorming bij grote groepen mensen, omdat beseft wordt dat deze beeldvorming (perceptie) wel eens het nieuwe tactisch essentieel gebied (‘vital ground’) kan worden.

Hoe verder? 

Het lijkt ons duidelijk dat er het nodige moet gebeuren. Maar wat dan? Allereerst moet er vanzelfsprekend meer prioriteit en ‘resources’ aan alles wat met IM te maken heeft, worden toegekend. Vooral op JEMSO-gebied is er een fikse achterstand. Deze beweging is inmiddels al ingezet, maar de vraag is natuurlijk of het afdoende is. Aanpassen van doctrine, voorschriften en SOP/SOI met een centrale rol voor IM lijkt ons voor de hand liggend. Sommige concepten zijn nog niet helemaal voldragen en moeten met kracht verder ontwikkeld worden. Daarnaast moet IM een veel centralere plaats krijgen in de planningen op de hogere politieke en militaire niveaus en moet het prestige van IM-personeel omhoog. Ze zijn niet langer IM-adviseurs, maar IM-warriors! Verder is het verstandig om fysieke en informatieve gevechtskracht beiden als evenwichtig onderdeel van slagkracht te zien en moeten we ook leren informatieve gevechtskracht toe te passen in vredestijd. Dus, nu al. Hiertoe moeten we ook lerend vermogen ontwikkelen en dus onze handelingen en (gemeten) effecten goed vastleggen en evalueren. Als laatste menen wij dat er ook een centrale autoriteit nodig is die als ‘aanjager’ en ‘belangenbehartiger’ kan optreden op de hogere politiek-strategische en militaire niveaus. Deze autoriteit is er op dit moment in de praktijk nog niet.

Veel is er al wel en sommige acties zijn ook al in gang gezet. Ook menselijke capaciteit en kennis is aanwezig in de krijgsmacht, maar die capaciteit moet wel dusdanig worden georganiseerd in een eenheid of formatie dat de IM-capaciteit georkestreerd kan worden ingezet. Hiermee kan immers de ware kracht van IM worden ontwikkeld en benut. We hebben dus een ‘Information Manoeuvre Force’ nodig.

Afsluiting   

In dit artikel hebben we een beeld proberen te schetsen van IM en hoe dat in het landdomein vorm zou kunnen krijgen. IM is volgens ons essentieel en op de lange termijn zelfs belangrijker dan fysieke gevechtskracht. IM optimaliseert gevechtskracht, vormt op zichzelf slagkracht en is een voorwaarde voor militair succes in diverse domeinen en landschappen. IM verzekert optimale JEMSO (EOV, SIGINT, cyber)-ondersteuning aan tactische operaties en activiteiten en verzekert beïnvloedingsvermogen in alle landschappen. IM is een concretisering van een adaptieve krijgsmacht en een eerste stap op weg naar een bewapend netwerk. Zonder IM-capaciteit is geen moderne oorlogvoering meer denkbaar.

We willen ten slotte nog vijf punten onder de aandacht brengen. Ten eerste moeten we de Russische voorsprong in IM niet onderschatten. Met het ontwikkelen van technieken en processen is Moskou verder dan de NAVO. Ten tweede beperkt IM zich niet tot oorlogstijd. We zijn in een permanente staat van informatieconflict. Ten derde is IM niet statisch, maar blijft het zich snel ontwikkelen. Deze ontwikkelingen moeten worden gevolgd en ervaringslessen (ook van andere partijen) moeten worden toegepast. Zeker ook om contramaatregelen te ontwikkelen. Ten vierde is IM niet alleen een taak van defensieonderdelen. Informatie is immers niet alleen een machtsinstrument van de staat, maar – sinds de verspreiding van de informatietechnologie – van een grote verscheidenheid aan doelgroepen en individuen. Daarom is er een bredere bewustwordingscampagne nodig en moet in groter verband nagedacht worden over eigen informatiestrategieën en contra-maatregelen. Als laatste willen we opmerken dat er geen achtergebieden zijn in IM. De al eerder geciteerde generaal Gerasimov windt er geen doekjes om: ‘A key feature of modern warfare is simultaneous effects to the entire depth of enemy territory, in all physical media and in the information domain. If and when information warfare with Russia moves to an overt phase, it is not just NATO servicemen that will be the targets; but their families, their communities, their societies and their homelands, no matter how safely far away from Russia they may presently consider themselves to be’.

En op een openlijke dreiging moeten we een antwoord vinden.
‘Information Manoeuvre has arrived and is here to stay’.

Dit artikel werd eerder gepubliceerd in het bulletin VOC Mededelingen van de Vereniging Officieren der Cavalerie en is met toestemming van de redactie overgenomen in Carré.