Jippie, we krijgen het magazijn

Redactie

Het staat nu wel vast dat de maand augustus 2017 in de annalen kan worden bijgeschreven als een topmaand voor Nederland. Om te beginnen op sportgebied: bij de dames een regen aan medailles met een gouden plak voor Dafne Schippers bij het wk atletiek, een gouden medaille en een nieuw wereldrecord voor Ranomi Kromowidjojo; de voetbaldames, de leeuwinnen die zomaar ineens Europees kampioen werden en zo op hun eigen wijze hun mannelijke collega’s in hun hemdje lieten staan. Natuurlijk ook de hockeysters en de hockeyers: beide teams wisten in een zinderende finale tegen België de Europese kampioenstitel te veroveren. Maar er was nog veel meer reden tot nationale blijheid: de Nederlandse economie groeit als kool, de woningmarkt heeft zich hersteld, de werkloosheid daalt dramatisch en zelfs de altijd wat zuinige instanties als De Nederlandse Bank (DNB) en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) voorzien dat er ruimte is om de lonen te laten stijgen. De export stijgt en ook de vooruitzichten zijn optimistisch: er is zelfs een begrotingsoverschot in aantocht als de economische groei aanhoudt, zo voorspelt het Centraal Plan Bureau (CPB).

Goed nieuws dus voor de onderhandelaars bij de kabinetsformatie. De aanloop naar een kabinet Rutte III blijft gestaag vorderingen maken, zij het in haar eigen tempo. De voornaamste hobbels en twistpunten tussen de partijen lijken langzaam af te brokkelen, zo blijkt uit uitgelekte verslagen van de besprekingen. Waar echter nog volstrekte radiostilte over heerst is de vraag of er al dan niet, en zo ja hoeveel, van het verwachte begrotingsoverschot in defensie zal worden geïnvesteerd. Wordt het lastenverlichting voor de burger of gaan we toch meer spenderen aan onze collectieve veiligheid? Gaan we, met andere woorden, ons eigen huis opknappen of gaan we onze nagenoeg uitgewoonde defensiewoning renoveren? De politieke voorlieden aan de onderhandelingstafel hebben zich daarover nog niet helder uitgelaten. Pechtold maande dat we voorzichtig moeten zijn met het geld en Rutte is van mening dat de middenklasse, die grotendeels de prijs voor de crisis heeft betaald, nu moet voelen dat het beter gaat.

Maar plots, als de spreekwoordelijke kers op de economische taart, kwam daar het nieuws dat Nederland erin geslaagd is het onderdelenmagazijn voor de Europese F-35 vliegtuigen in de wacht te slepen. De landelijke pers, de Defensiekrant, het NOS- en het RTL-journaal, Facebook, Twitter en de regionale Brabantse kranten, de media waren er allemaal vol van. Nederland krijgt het onderdelenmagazijn en gaat zo de spin in het logistieke web rond de F-16 opvolger worden. Het Logistiek Centrum Woensdrecht (LCW) mag namelijk vanaf 2019 de opslag van alle reservedelen voor de in Europa gestationeerde F-35 vliegtuigen gaan verzorgen. De concurrentie was fel, maar ons bid book stak alle mededingers de loef af. Minister Hennis moest er persoonlijk voor naar Washington afreizen om haar collega Mattis te overtuigen, maar onze inspanningen hebben nu hun vruchten afgeworpen. Het LCW had al de beschikking over het grootste geautomatiseerde magazijn van Nederland, dus dat kwam goed uit. Er is daar nog plaats voor 400.000 onderdelen en er werd eerder zelfs al ruimte aangeboden aan commerciële partijen. De autoriteiten twitterden dat het een lieve lust was. Minister Hennis en collega Kamp reageerden verheugd: ‘De positie van Nederland als distributieland wordt bevestigd en verder versterkt’. Minister Schulz van Haegen spreekt over onze topsector Logistiek waar de investeringen zich nu gaan uitbetalen. Maar bij al deze euforie zou je haast vergeten dat het ‘maar’ om een magazijn gaat. Ongetwijfeld buitengewoon slim en efficiënt opgezet, zodat elders benodigde onderdelen snel kunnen worden verpakt en verzonden. Zelfs aan een vooruitgeschoven post op Schiphol werd gedacht, en dat zal ongetwijfeld hebben meegewogen bij het besluit van de Amerikanen om Nederland het Europese magazijn te gunnen; tenslotte hebben wij laten zien een koploper te zijn op het gebied van logistieke dienstverlening.

Toch kunnen wij ons niet aan de indruk onttrekken dat in Moskou of Pyong Yang, om maar een paar plaatsen te noemen, ook maar een paar seconden verontrusting zal ontstaan door deze ontwikkelingen in Nederland. Onze militaire slagkracht verbetert er niet door. Uiteindelijk blijven we, besluiten van een volgend kabinet natuurlijk voorbehouden, vasthouden aan de aankoop van niet meer dan 37 F-35’s. Hoe innovatief en capabel onze nieuwe vliegtuigen ook mogen zijn, er zal geen oorlogszuchtige dictator wakker van liggen. Wat dat betreft zou je haast terugverlangen naar de tijd dat elke Nederlandse vliegbasis zijn eigen onderdelenmagazijn had om de nationale vloot van ruim 200 jachtvliegtuigen inzetbaar te houden. En zo’n magazijn haalde hooguit de regionale krant als er eens een per ongeluk aan de verkeerde kant van de weg was neergezet, zoals ooit op een niet nader te noemen vliegbasis tussen Breda en Tilburg gebeurde.

Defensienieuws waar we echt op zitten te wachten is een besluit om ruim te gaan investeren in een krijgsmacht die in huidige en toekomstige crises weer zijn of haar vrouwtje of mannetje weet te staan. Natuurlijk is het prachtig dat mevrouw Hennis met de eer voor het binnenhalen van een magazijn kon gaan strijken, maar gelet op haar taak hadden we stiekem gehoopt op het tonen van net iets meer ballen in het staartje van haar bewind.