De laatste blog van Ruud Vermeulen, als voorzitter NOV
CAO versus Beloningsmodel
In mijn allerlaatste blog als voorzitter van de NOV (na bijna 13 jaren wordt het toch echt een keer tijd anderen het podium te gunnen) wil ik nog een keer een lans breken voor een constructieve aanpak van onze arbeidsvoorwaarden. Naar mijn mening kan een belangrijk deel van de personeelsproblematiek van de krijgsmacht (waar onder 9000 militaire vacatures) opgelost worden door een gericht beloningsmodel dat een modern en toekomstgericht personeelsbeleid ondersteunt en daarmede op haar beurt “de personele voeding” geeft aan de nieuwe flexibele krijgsmacht.
Sleutelwoorden zijn dan voor mij zuiver redeneren en kracht van argumenten.
Zuiver redeneren
Een CAO wordt betaald uit de zogenaamd referentieruimte. Elk ministerie krijgt in principe naar verhouding evenveel geld en het is aan dat ministerie en hun bonden om samen te bezien waar zij dit aan besteden. Structureel loon, incidenteel loon, reiskosten etc. In principe is dit geld bedoeld om de koopkracht te repareren die verloren gaat door de inflatie of het verdelen van een extra stuk welvaart.
Het is expliciet niet bedoeld om middels een CAO te nivelleren of te herverdelen. Inkomens- of beter koopkrachtpolitiek wordt door de overheid elk jaar bedreven door belastingmaatregelen, de bekende koopkrachtplaatjes op Prinsjesdag.
Een nieuw beloningsmodel gaat over de structurele inrichting van je loongebouw en de toelagen. Er is dus een fundamenteel verschil tussen CAO en beloningsmodel. Het is een doodzonde om deze door elkaar te halen.
Kracht van argumenten
Het beloningsmodel wordt betaald uit projectengeld. Dit geld kan ter beschikking gesteld worden door het kabinet maar kan ook door reallocatie van defensie gelden worden verkregen. Maar hierdoor wijk je af van andere departementen. Andere departementen kunnen en zullen terecht dan aangeven, waarom wij niet. En dan is de beer los. Veranderingen in je beloningsmodel behoeven de expliciete goedkeuring in het kabinet en die krijg je dus niet zomaar.
Dat brengt mij op de kern van de zaak. Voor een sterk verhaal, voor houdkracht in de tijd van de te nemen maatregelen nu en in de toekomst moet je je op steekhoudende argumentenkunnen baseren, je moet recht van spreken hebben. Je moet kunnen onderbouwen. Wij vinden met zijn allen dat onder in ons loongebouw te weinig betaald wordt, maar is dat zo? En hoeveel is dan wel genoeg? De 9000 vacatures liggen voor een belangrijk deel onder in het loongebouw, maar is dat op zichzelf een voldoende acceptabele onderbouwing? En indien ja, hoeveel en waarom zoveel moet er dan bij?
Defensie heeft het over het kantelen van de loonlijn, bovenin minder, onderin meer. Waarom moet er bovenin minder? Worden de collega officieren (en vergelijkbare burgers) dan zo zwaar overbetaald? Of is het omdat de werkgever niet hard genoeg voor ons vecht en daarmede geld tekort heeft? Niet naar het kabinet durft te gaan? Het ontbreekt op dit moment tussen bonden en werkgever node aan kracht van argumenten, aan een gedegen fundament om het beloningsmodel te herzien. Een fundament dat wij binnen de GOV|MHB overigens wel prima kunnen bouwen op basis van degelijke argumentatie.
Twee hartenkreten in mijn laatste blog
Wees zuiver in de leer: een CAO is referentieruimte, nivelleren en herverdelen doet het kabinet, elk jaar. Een beloningsmodel is projectgeld. Met dit geld ondersteun je een goed personeelsmodel en daarmede maak je een goede en adequate vulling van ons toekomstige organisatiemodel mogelijk. Haal een CAO en beloningsmodel niet door elkaar.
Kracht van argumenten. Een verandering van het beloningsmodel wordt door het kabinet en de andere departementen kritisch gevolgd. Dit heeft direct een uitstraling naar het beloningsmodel van de andere departementen en overigens ook naar ons beloningsmodel voor burgers. Terecht. Je moet van goeden huize komen, immers, de onderbouwing bepaalt het resultaat in geld. De kracht van de onderbouwing bepaalt hoeveel geld wij krijgen. Kreten zoals “kantelen van de loonlijn”, “onderin betalen wij te weinig”, “nivelleren en herverdelen” zijn geen sterke argumenten. Niet zonder een gedegen onderbouwing voor de richting en de mate van verandering althans. Een onderbouwing die wij prima kunnen leveren.
Hoe anders? Wij komen naar u toe en gaan met u in gesprek. Het moeten namelijk vooral uw argumenten zijn!