"Voorzitter NOV, Lkol Niels van Woensel"

De situatie in Afghanistan raakt ons

Mijn eerste blog als voorzitter van de NOV.  Hoewel ik graag over het overleg met Defensie zou schrijven is er een ander onderwerp dat al weken het middelpunt van het nieuws vormt, de situatie in Afghanistan. Net als velen van jullie ben ook ik op missie in Afghanistan geweest. En net als velen van jullie raakt de huidige situatie mij. Ik merk dat ik het nieuws over Afghanistan nauwlettend in de gaten houd en dat ik de politieke en maatschappelijke debatten hierover volg.

Van hoop naar teleurstelling

Op 24 juni jl. volgde ik de livestream van de ceremonie voor het einde van de bijdrage in Afghanistan. De hoop die demissionair minister Kaag toen voor de toekomst van Afghanistan uitsprak is nu twee maanden later omgeslagen in teleurstelling door de snelle opmars van de Taliban en chaos bij de gehaaste evacuatie van Nederlanders en Afghaanse medewerkers.  Na 20 jaar (militaire) inzet werd Afghanistan door het gehaaste vertrek van de NAVO-landen aan haar lot overgelaten. Veel tijd voor een gecoördineerde overdracht van verantwoordelijkheden was er niet. De Afghanen voelen zich in de steek gelaten en hebben Afghanistan praktisch zonder veel weerstand aan de Taliban overgegeven.

De laatste weken krijg ik van familie en vrienden daardoor regelmatig de vraag of de militaire inzet in Afghanistan voor niets is geweest. Persoonlijk ben ik van mening dat dit niet het geval is. We hebben twee decennia lang laten zien dat we in staat zijn om plaatselijk en tijdelijk vrede en veiligheid te creëren. Dat heeft verbeteringen van de economie, infrastructuur en overheden mogelijk gemaakt. Maar de militaire inzet is slechts een onderdeel van het DIME (Diplomatic Information Military and Economic) spectrum. Structurele verbeteringen en duurzame vrede kunnen alleen worden bereikt als alle machtsinstrumenten samenwerken en alle partijen bereid zijn hun inzet te leveren zolang dat nodig is. Een datum prikken voor vrede en stabiliteit is nooit een goed idee.

De politiek bepaalt uiteindelijk of en waar militairen worden ingezet. Het is dus vooral de politiek die kritisch moet zijn op de inzet in Afghanistan en de verantwoordelijkheid moet nemen voor de ontstane situatie. Ook bij de evacuatie is dit zichtbaar. Een haastig vertrek in juni zonder een goed plan voor de situatie erna. En als er dan uiteindelijk wordt besloten om te evacueren staan de militairen weer klaar om zo snel en goed als mogelijk deze evacuatie uit te voeren. En dat verdient respect.

Ereschuld

Naast de vraag over het nut van de missie is er ook nog de (ere)schuld die Nederland heeft in de richting van de Afghanen die aan de Nederlandse missie hebben bijgedragen. Als tolk, ambassademedewerker, maar ook het personeel dat de Nederlandse missie op een andere manier heeft gesteund. Deze mensen (en hun gezinnen) hebben zich vaak met gevaar voor eigen leven ingezet voor onze missie en verdienen daarom onze hulp.

Tot slot zal straks als de evacuatie is afgerond en het duidelijk is wat de situatie in Afghanistan precies is, moeten worden nagedacht over hoe het nu verder moet. Ook hier is de politiek aan zet. Laten we hopen dat er lering is getrokken uit het verleden. En als de politiek een beroep doet op de Krijgsmacht zullen de militairen weer klaar staan. Zoals zij dat de afgelopen 20 jaar hebben gedaan.