Waarom de defensie CAO-onderhandelingen falen
Door: Nick Zwaneveld
De vakbonden en het ministerie van defensie zijn inmiddels al een ruime tijd met elkaar in gesprek om te proberen tot een oplossing te komen. Hierbij zijn er door de vakbond concrete voorstellen op tafel gelegd om de financiële positie van de militairen te verbeteren, maar deze werden door het ministerie niet als haalbaar geacht. Dit proces had als gevolg dat de bonden op een zeker punt besloten de onderhandelingstafel te verlaten. Na verloop van tijd werd er toch weer besloten om met elkaar in gesprek te gaan. Niet onderhandelen en proberen tot een akkoord te komen is immers nadelig voor de militairen. Het zijn namelijk deze mensen die centraal staan in dit onderhandelingsproces.
Onderhandelingen tussen twee partijen en met name tussen werkgever(s) en werknemer(s), zijn meestal niet gebaseerd op gelijkwaardige posities tussen beide partijen. De werkgever heeft macht doordat het de werknemers kan voorzien van financiële middelen in ruil voor arbeid en de werknemers hebben macht doordat het de werkgever voorziet van arbeidskrachten. Beide partijen hebben elkaar dus nodig om een organisatie bestaansrecht te geven. Echter, de uiteindelijke macht ligt bij de werknemers omdat zij de werkgevers kunnen ontzeggen van arbeidskrachten waardoor de organisatie stopt met functioneren. Hoe gespecialiseerder en hoger opgeleid de werknemers zijn binnen de organisatie, des te meer onderhandelingskracht zij naar de tafel kunnen brengen. Het wordt namelijk moelijker voor de werkgever nieuw personeel te vinden en daardoor de een stevigere positie te hebben aan de onderhandelingstafel. De take it or leave it instelling voor de werkgever wordt hierdoor dus minder vruchtbaar dan wanneer het gemakkelijk aan nieuw personeel kan komen.
In de cao-onderhandelingen voor de militairen zien we dat de onderhandelingen stagneren en tot een zogenaamde stalemate leiden. Deze patstelling wordt in de hand gewerkt doordat de militairen bij wet niet zijn toegestaan om te staken. Een staking door militairen zou het ministerie immers ontzeggen van arbeidskrachten waardoor de regering haar belangrijkste geweldsinstrument verliest. Een land zonder leger zou plotseling zeer zwak komen staan tegenover potentiele dreigingen en zou in het ergste geval kunnen worden aangevallen zonder dat het zichzelf kan verdedigen. Hierdoor is het dus goed te begrijpen waarom het verbod op stakingen voor militairen is opgenomen in de wet. Het is simpelweg te gevaarlijk.
Maar tegelijkertijd creëert dit voor de militairen dus een ondergeschikte positie aan de onderhandelingstafel. De vakbonden kunnen dus niet zeggen: we zijn het niet eens met wat het ministerie de militairen te bieden heeft, we verlaten de tafel en stoppen met werken. We horen het wel wanneer het ministerie iets beters te bieden heeft. De macht verschuift hierdoor naar de werknemers omdat de organisatie nu letterlijk stopt met functioneren. Een organisatie kan namelijk niet zonder arbeid maar wel zonder financiën. Uiteraard moet het niet te lang duren dat er geen geld wordt uitgekeerd maar in principe kan een organisatie blijven functioneren zoals we recentelijk gezien hebben bij de Amerikaanse overheid. Dit geldt vooral bij organisaties waarbij de loyaliteit van werknemers naar de organisatie (extreem) hoog is, zoals ook bij veel Amerikaanse ambtenaren het geval was.
Dat stakingen van werknemers kunnen leiden tot snelle verbeteringen in de onderhandelingen, hebben we kunnen zien bij recente stakingen van piloten bij diverse luchtvaartmaatschappijen. Omdat het hier om hoog opgeleid en gespecialiseerd personeel gaat, hebben zij per definitie meer kracht bij te zetten tijdens onderhandelingen. Doordat piloten hun werkgever tijdelijk de arbeidskrachten ontzeggen, lopen de verliezen in een korte tijd al snel op tot miljoenen euro’s. Dit heeft weer effect op de aandeelhouders en de publieke opinie, genoeg reden dus om deze toestand zo snel mogelijk op te lossen.
Het is mijn conclusie dat de defensie cao-onderhandelingen op een punt zijn aangekomen dat de vakbonden stakingen zouden moeten aankondigen om de werkgever te dwingen met een beter bod te komen. Maar dit is dus bij wet verboden en officieel geen optie. Hierdoor blijft de organisatie dus “gewoon” functioneren en is er dus geen druk op de werkgever om de situatie voor de militairen echt te verbeteren. Ik verwacht daardoor ook niet dat de militairen snel een aanzienlijke verbetering kunnen verwachten op hun salarisstrook.
Maar deze patstelling blijft niet geheel zonder gevolgen. Doordat de militairen dit proces op de voet volgen en hier dagelijks met elkaar over in gesprek gaan, groeit de onvrede. Deze onvrede bereikt uiteindelijk een punt dat een militair besluit de organisatie te verlaten. De militairen die het pand verlaten zijn tevens geen ambassadeur van defensie, zij behoeden nieuwe generaties voor een carrière bij “de baas”. Ga maar studeren dan verdien je meer luidt het advies aan kinderen, kleinkinderen, neven en nichten. Negatieve nieuwsberichten zorgen ervoor dat de instroom van nieuw personeel terugloopt omdat mensen defensie niet als aantrekkelijke werkgever zien. Het is dus letterlijk een min min situatie die in dit geval niet geldt als min en min is plus, maar in een dikke min. Het nadeel hiervan is dat pas over een langere tijd deze nadelige situatie voelbaar wordt voor de werkgever en het dus (nog) niet kan worden ingezet als middel bij de onderhandelingen. De huidige cao-onderhandelingen functioneren op deze manier dus eigenlijk als een sluipmoordenaar voor het ministerie en uiteindelijk voor Nederland in zijn geheel. Op den duur hebben dermate veel militairen hun pak uitgetrokken dat het de operationele capaciteiten heeft aangetast of doen verdwijnen. De schade aan de organisatie wordt op deze manier bijna onherstelbaar.
De uiteindelijke macht in een democratie ligt bij het leger omdat zij beschikken over de zwaarste geweldsinstrumenten. Om dit middel onder controle te houden van de regering is het verbod voor stakingen voor militairen vastgelegd in de wet. Omdat Nederland gelukkig een beschaafd land is, zijn de militairen gehoorzaam aan de wet. In minder ontwikkelde landen zou een vergelijkbare situatie kunnen leiden tot een militaire coup. Maar iedereen heeft zo zijn grenzen en besluit op een gegeven moment het heft in eigen handen te nemen. Bij onze militairen vertaalt zich dit in het vinden van een andere baan. De politici dienen zich dit te realiseren en zo beschaafd te zijn om met een goed bod naar de tafel te komen en hun kaarten niet langer tegen de borst te houden. Enige urgentie is geboden!
Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen van zijn LinkedIn-profiel: https://www.linkedin.com/pulse/waarom-de-defensie-cao-onderhandelingen-falen-nick-zwaneveld-msc/