"Lkol b.d. P. Dekkers"

Nederland spreekt een woordje mee

Aan boord van de KDC-10, daags voor Kerstmis op ruim tien kilometer hoogte boven de donkere Atlantische Oceaan onderweg van Washington DC naar een niet nader te noemen bestemming in het Midden-Oosten, had het zachte geruis van de airconditioning, gecombineerd met het krachtige gezoem van de drie CF-6 motoren, vrijwel alle inzittenden in een diepe slaap doen wegzinken.

De onlangs aangetreden  bewindsvrouw op Defensie, Maria Jager, had zich na de maaltijd nog even dapper geprobeerd hiertegen te verzetten door middel van het doornemen van enkele wat minder taaie dossiers, waaronder het door de assistente aangereikte knipselnieuws, maar ook op de ministeriële constitutie was de druk van Morpheus armen te zwaar gebleken. Het was dan ook een vermoeiende reis geweest, de eerste grote buitenlandse reis na de bordesscène van het nieuwe kabinet op het paleis Noordeinde. Eerst door de zuidelijke staten Alabama, Texas, Arizona en Californië voor een bezoek aan alle Nederlandse detachementen. Daarna naar Washington, voor besprekingen met haar Amerikaanse ambtgenoot, generaal ‘Mad Dog’ Mattis, afgerond met het zetten van haar handtekening onder het contract voor de aankoop en levering van een tweede tranche F-35 jachtvliegtuigen in de periode 2025 – 2030. Tijdens een bezoek aan het Congres was de Nederlandse NAVO-bijdrage ter sprake gekomen en de Nederlandse voornemens om binnen de gestelde tijd aan de NAVO-norm te gaan voldoen hadden een waarderend woordje aan enkele senatoren ontlokt. De defensienota van het nieuwe kabinet, Nederland spreekt een woordje mee was op het Pentagon goed ontvangen, met lovende woorden voor de Nederlandse nadruk op de invulling van allerhande niche-capaciteiten binnen het bondgenootschap, met als voorbeeld het snel inzetbare korps tolken, het Rapid Deployable Foreign Language Interpreter Corps (RAPFLIX). En dan nu, als sluitstuk van de reis, een verrassingsbezoek bezoek aan het Nederlandse Midden-Oosten detachement, waar de laatste F-16 eenheid zich al opmaakte te vertrekken, om eind januari te worden afgelost door  de eerste F-35 uitzending. Als grote verrassing voor alle in het buitenland verblijvende militairen bevatte het vrachtruim van de KDC-10, naast pallets met F-16 reservedelen, ook nog enkele honderden in plastic gesealde kerstpakketten, brieven en kerstkaarten van het thuisfront.

‘Mevrouw, mevrouw Jager’, klonk als vanuit een diepe droom de stem van de loadmaster die voorzichtig tegen haar schouder stootte, ‘de captain vraagt u dringend om naar de cockpit te komen’. De bewindsvrouw maakte haar riemen los en volgde de adjudant door de verduisterde cabine naar de cockpit. In het oosten was al iets van een opkomende zon te zien maar aan de linkerkant was een fel zoeklicht op de cockpit gericht. ‘Er schijnt iets niet te kloppen met onze overvliegvergunning en we zijn nu boven de Middellandse Zee onderschept door twee fighters, een zit hier aan bakboord en de andere zit achter ons’. De copiloot was ondertussen geroutineerd bezig met allerlei radioverkeer. Ietwat gerustgesteld, er leek geen onmiddellijk gevaar te duchten, richtte de minister zich tot de gezagvoerder: ‘Wat denkt u dat we moeten doen?’ ‘We hebben geen keus, we zullen die gasten moeten volgen, bijna zeker naar een van hun vliegbases. Ik denk dat ze ons laten landen en daarna allerlei eisen gaanstellen. Patrick probeert nu contact op te nemen met BuZa en DCBC en OpCenKLu om ze op de hoogte te brengen en de premier of iemand anders van het kabinet te waarschuwen. Veel meer kunnen we voorlopig niet doen. Ik zal u laten weten als er nieuwe ontwikkelingen zijn; als u wilt kunt u natuurlijk hier achter mij op de jump seat gaan zitten’.

De captain, majoor Joseph volgens zijn naamstrip, hanteerde de knoppen van de autopilot en inderdaad, even later begon het vliegtuig aan de daling. ‘Het lijkt erop dat we op een van hun bases in de woestijn gaan aanvliegen’. Een paar minuten later werd de omtrek van een groot vliegveld in de vale woestijn zichtbaar. Zij hoorde het gezoem van de vleugelkleppen die uitgedraaid werden, gevolgd door het gebonk van het landingsgestel dat naar buiten kwam en niet veel later stond het vliegtuig met een korte, doffe klap aan de grond. Zij boog zich voorover: ‘Wat nu, majoor, gaan we nu naar een of andere terminal?’ ‘Waarschijnlijk niet mevrouw, ik verwacht eerder dat ze ons begeleiden naar een afgelegen hoekje op het veld en daar zullen we waarschijnlijk onder een soort van bewaking worden gesteld tot de autoriteiten hier instructies hebben vanuit de hoofdstad wat ze met ons aan moeten’. En inderdaad, na wat ruim tien minuten taxiën leek, kwam het vliegtuig tot stilstand op een platform aan de rand van de basis. Vanuit de cockpit zag de minister een aantal pantserwagens positie innemen rond de KDC-10 en een militair in een kaki camouflage-uniform gebaarde omhoog de deur te openen. De motoren werden afgezet, en toen de deur werd geopend voelde ze de nu al warme woestijnlucht de cabine binnenstromen.

Drie gewapende militairen in uniform betraden de cockpit, en de oudste nam het woord. ‘Good morning, sir’, richtte hij zich tot de captain, ‘I am major Mo from the Combined Defence Forces and I am the deputy commander of this base. Colonel Hamed, my commander, is on his way over here and I am under strict orders to tell you that for the time being no one is allowed to leave the aircraft until I give you permission to do so. Do you have any questions?’ Zonder een antwoord af te wachten draaide Mo zich om en maakte aanstalten naar de deur te gaan. ‘Oh, before I forget’, richtte hij zich weer tot de captain, ‘I would appreciate it if you switch off your auxiliary power unit’. Joseph aarzelde even, en keek Mo niet-begrijpend aan, maar toen de twee soldaten de loop van hun Kalashnikow lieten zakken koos hij eieren voor zijn geld. Het werd langzaam stil in de cockpit, een stilte die alleen nog werd verstoord door het geluid van langzaam tot stilstand komende instrumenten en het geluid van desert boots die de vliegtuigtrap afdaalden. ‘Koffietijd’, sprak de copiloot droog, en hij liep naar achteren: ‘Jullie ook?’ De dag verstreek langzaam, en er kwam geen contact met de buitenwereld tot stand. Rond het middaguur leek er enige beweging te komen, maar het was slechts de aflossing van de bewaking rond het vliegtuig. De loadmaster ging regelmatig rond met koffie, water en lunchpakketten en volgens zijn zeggen konden ze het daarmee nog wel enkele dagen volhouden. Beperkende factoren waren hooguit de hitte en de toiletten die langzamerhand een tamelijk onwelriekende geur begonnen te verspreiden. Na zonsondergang leek er weer iets van actie op gang te komen. Een konvooi wielvoertuigen, compleet met zwaailichten, naderde de KDC-10. De copiloot begaf zich naar de deur, en opende deze om te zien wat er gaande was. Een zwarte Range Rover, met geblindeerde ramen hield stil voor de trap en twee gestalten kwamen naar boven: major Mo en wat zo te zien zijn superieur was, colonel Hamed. ‘Gentlemen’, sprak deze kennelijk goed gehumeurd, ‘I have good news for you. There has been some miscommunication by your government, but it has all been cleared by now, so you are free to leave at a time of your choosing. Unfortunately, should you wish to spend the night here, I cannot offer you any hospitality, as all our facilities are fully occupied, so you may have to spend the night on board of the aircraft.’ Zijn secondant, major Mo vervolgde: ‘You have clearance to depart on runway 28L any time and depart in a westerly direction. Once over the sea you can expect further clearance by radio on anyone of the usual air traffic frequencies. And, by the way’, sprak hij met een licht dreigende ondertoon, ‘this clearance will expire at 06.00 tomorrow morning’.

 

‘And there is one more thing’, vervolgde Hamed, ‘and that is the matter of the landing fees. In this remote part of our country it is customary to be dealt with in cash, but in this exceptional case the secretary general has agreed to take payment in a different way. So we expect you to unload all of your cargo and place it in the trucks that are coming up on the port side. That will only be beneficial to you since it will make your aircraft lighter and thus reduce fuel consumption. Maybe very helpful, since we have no fuel available to fill up your tanks’, grinnikte hij er achteraan.

En inderdaad, toen de loadmaster de vrachtdeur opende stond daar al een colonne vrachtwagens gereed om de hele belading, pallets met F-16 onderdelen, voedsel en water over te nemen. Twee heftrucks reden af en aan en druk gebarende, naar wat leek Bedoeïnen, probeerden alles nog enigszins ordelijk te verstouwen. Toen  nagenoeg de hele vrachtruimte op de kerstpakketten na uitgeladen was, gebeurde er iets wonderlijks. De colonne ZiL’s was net verdwenen toen er vanuit het niets in het donker nog een oude Toyota Land Cruiser pickup truck aangereden kwam. Een gestalte met wapperende baard, een lange witte haardos en een rode mantel sprong uit het wagentje: ‘Ho, ho, ho’, schreeuwde hij al druk gebarend, ‘don’t you forget the Christmas presents for our children?’. ‘Nou, dan komen die tenminste nog goed terecht’, sprak Joseph, zichtbaar opgelucht, en begon de kerstpakketten een voor een in het meteen rode neus getooide vrachtautootje te laden. Niet veel later vertrok de Land Cruiser weer, in een vette blauwe dieselwalm, en het ‘ho-ho-ho’ was nog net te horen boven het ratelende motorgeluid. ‘Let’s  get the hell outa here’, besloot Joseph het merkwaardige ritueel, en startte de APU. Niet veel later draaide hij de onverlichte startbaan 28L op en bromde over de radio: ‘NAF Tango 259, ready for departure’. Net op dat moment voltrok zich een merkwaardig verschijnsel aan de sterrenhemel. ‘Kijk ‘s daar, een vallende ster, een komeet, net precies op de koers die wij zo dadelijk moeten vliegen’. Een half uur later, inmiddels op een kruishoogte van 39.000  voet  aangekomen, leek het bijna alsof er, afgezien van de stinkende toiletten, niets aan de hand was geweest. De rugwind zorgde ervoor dat Eindhoven comfortabel te halen was met de brandstof die ze nog hadden en het weer was perfect voor deze zonnige kerstdag. De minister zat net weer de digitale knipselkrant door te nemen, toen zij plotseling op een merkwaardig bericht stuitte: ‘Nobelprijs voor de vrede toegekend aan Aziatisch driemanschap’. Het comité had bekend gemaakt dat de prijs dit jaar zou worden toegekend aan de president van Turgajestan, Casparimov, de Noord-Koreaanse leider Kim Mel Chor en ayatollah Khabaltas. Men sprak waardering uit voor hun niet aflatende pogingen om een Aziatisch nucleair evenwicht tot stand te brengen en op die wijze een grote bijdrage te leveren aan de vrede en stabiliteit op het Aziatische continent. De prijs zou 6 januari worden uitgereikt tijdens een plechtige bijeenkomst in Bethlehem, de plaats die symbool stond, zo besloot het artikel, ‘for the enhancement of peace and prosperity for all mankind’. De knipselkrant ging in een volgend artikel verder met: ‘Koreaanse loempiakraam ontploft’. In de vertrekhal van het vliegveld van Kuala Lumpur was een Koreaanse loempiakraam ontploft. Behalve de loempiabakker, op de foto een kleine dikke man met een vreemd kapsel en een grote zwarte bril, waren er geen slachtoffers te betreuren. De politie weersprak vermoedens van een terroristische aanslag, het was een noodlottig ongeval, waarschijnlijk veroorzaakt door oververhit frituurvet.

‘Mevrouw, mevrouw Jager, wakker worden’, klonk de stem van de loadmaster die aan haar schouder stootte. De bewindsvrouw ontwaakte langzaam uit een diepe droom. ‘We zijn geland in Jordanië, het is kerstavond hier en het Nederlandse detachement staat aangetreden, onderaan de trap om u te ontvangen’. ‘Maar, maar de kerstpakketten dan?’, stamelde zij. ‘Hoe bedoelt u, die worden nu uitgeladen en worden dan naar de grote tent gebracht. Volgens de ceremonie-order gaat u na de medailles, het eerste pakket uitreiken’. ‘O, ja’, stamelde de minister en zij trok snel haar schoenen aan, streek met de handen door haar kapsel en toen zij bovenaan de vliegtuigtrap verscheen zette het hele detachement als een groot koor het ‘Stille Nacht’ in.

De gebruikte afbeeldingen zijn afkomstig van Wikimedia Commons