Het verliep allemaal niet vlekkeloos met de verkiezingen in Mali (red: De verkiezingen werden gehouden in juli en augustus van dit jaar. In Carré 5- en 6-2018 werden van dezelfde auteur twee artikelen gepubliceerd over het verloop van de verkiezingen). De omstandigheden waren in het noorden en in een deel van de centrale regio Mopti verre van ideaal. Honderden stembureaus bleven dicht en er waren volop geruchten over fraude. Toch kan terugkijkend geconstateerd worden dat de verkiezingen, gezien in het licht van de omstandigheden, in relatieve rust verlopen zijn.

De redactie van Carré is via interne contacten een in Mali woonachtige en werkzame landgenoot op het spoor gekomen en heeft deze bereid gevonden op gezette tijden verslag te doen van het leven en de gebeurtenissen in dat land. Dit natuurlijk met het oog op de lopende VN-operaties waar honderden Nederlandse militairen bij betrokken zijn. We verwachten met deze rapportages een beter beeld te krijgen van de ontwikkelingen en de problemen waarmee militairen aldaar worden geconfronteerd. Uit veiligheidsoverwegingen wordt de naam van deze persoon niet openbaar gemaakt. De in het artikel vermelde meningen en observaties zijn de visie van de auteur en zijn niet opgetekend uit hoofde van een bepaalde functie. Dit is de 26ste aflevering in deze serie.

Slechte verliezer

Soumaïla Cissé, de tegenkandidaat van zittende president IBK (red. Ibrahim Boubacar Keïta) toonde zich na de uitslag van de tweede ronde een slechte verliezer. Niet alleen verklaarde hij zichzelf tot winnaar, ook wist hij zijn aanhang te overtuigen. Hij motiveerde zijn stemmers meerdere malen om de straat op te gaan, waarbij de verkiezingsuitslag betwist werd en er gezinspeeld werd op vermeende fraude door IBK en zijn team. Dossier na dossier werd er gedeponeerd om vervolgens door de rechtbank nietig verklaard te worden bij gebrek aan bewijs. IBK bleef rustig onder alle commotie en deed een handreiking naar zijn opponent. Tevergeefs. Geleidelijk aan werd de tijd tussen de manifestaties langer en de dag arriveerde dat er een einde kwam aan de overeenkomst tussen de – voor zijn diensten goed betaalde – jongerenleider Ras Bath en Cissé. Inmiddels was IBK al beëdigd voor zijn tweede presidentstermijn van vijf jaren. Hoewel Cissé tot op heden IBK niet formeel als winnaar heeft aangemerkt, noch heeft laten weten dat hij zijn verlies heeft geaccepteerd, heeft hij in oktober stilletjes zijn plaats als oppositieleider in de Assemblee Nationale weer ingenomen. Geruchten doen de ronde dat Cissé in de loop der jaren zijn volledige fortuin in verkiezingscampagnes gestopt heeft. Als president zou hij dat, en meer, naar zichzelf kunnen laten terugvloeien. Er zou hem dus veel aan gelegen zijn als winnaar uit de bus te komen. Het lijkt er niet op dat Cissé zich heeft neergelegd bij zijn lot. Er wordt melding gemaakt van de ene na de andere ontmoeting met vertegenwoordigers van in het buitenland woonachtige Malinezen. Aanhangers van Cissé roepen IBK op af te treden en moedigen stakingen aan. Magistraten zijn ruim drie maanden in staking geweest. Zowel studenten als leerkrachten staken, wat vooral in Bamako tot spanningen leidt. Dit is geen onbekend fenomeen bij aanvang van het schooljaar; toch is het koren op de molen van Cissé. En aansluitend op de stakingsgolf besluit ook de energieleverancier in staking te gaan: drie dagen stroomonderbreking.
Voor het welzijn van Mali en de Malinezen is het te hopen dat de verkiezingen niet alsnog een vervelende staart krijgen.

Terwijl Cissé en zijn campagneteam hun uiterste best deden om tweedracht te zaaien onder de Malinese bevolking, bleef en blijft het overgrote deel van het land rustig als altijd. Acceptatie is zowel de kracht als de valkuil van de Malinezen. Dit keer draagt het er in ieder geval toe bij dat het land verdere chaos bespaard is gebleven.

Nog vijf jaar IBK

Fanatieke aanhangers stonden te juichen bij het vooruitzicht van nog vijf jaren onder het leiderschap van hun geliefde IBK. Sceptici zijn er ook ruim voldoende. Wie objectief terugkijkt, moet helaas constateren dat er in de eerste vijf jaar IBK relatief weinig bereikt is. De situatie in het noorden is nog minstens zo slecht als bij zijn aantreden en de situatie in het midden van het land is verslechterd. Een groot deel van de beroepsbevolking is werkeloos. Op een enkele uitzondering na zijn de wegen van het niveau gatenkaas, zelfs in de hoofdstad Bamako. Hoewel IBK sinds de verkiezingen weer even onzichtbaar lijkt als in de eerste vier jaren van zijn eerste termijn, zijn velen er nog steeds van overtuigd, dat het kwartje gevallen is en dat er deze periode van vijf jaar echt gewerkt gaat worden aan vooruitgang van en veiligheid in het land.

Van vijand naar bondgenoot?

Wie de achterliggende maanden goed opgelet heeft, kan opgemerkt hebben dat er veranderingen gaande lijken in de houding en acties van Frankrijk. Na jarenlang terrorisme bestreden te hebben zonder echt zichtbare resultaten, wordt er nu actief jacht gemaakt op met name de voormalige rebellen. In meerdere acties in dorpen in het noorden zijn strijders en enkele kopstukken van de CMA (red. Coordination des mouvements de l’Azawad, een alliantie van rebellengroeperingen) opgepakt door Barkhane (red. Naam van de anti-terrorisme-operatie). Ook luchtaanvallen werden uitgevoerd. Er werd zelfs samengewerkt met het Malinese leger. Uit betrouwbare bron werd vernomen dat hooggeplaatste Franse militairen uitspreken dat men zich geen zorgen hoeft te maken. Vanaf januari 2019 zal het hele zuiden tot aan Mopti veilig zijn. Antiterrorisme-eenheden worden versneld opgeleid en in alle regio’s geïnstalleerd.

Deze positieve – laten we daar vooralsnog vanuit gaan – veranderingen roepen ook de nodige vragen op. Waar komt de wending in de houding van Frankrijk vandaan? Zijn er akkoorden bereikt tussen IBK en Macron? Zo ja, welke? Feit is dat Frankrijk een van de eersten was om IBK te feliciteren met zijn verkiezingsoverwinning. De felicitaties kwamen zelfs al voordat de uitslag formeel bekend gemaakt was.
Het idee van rust in (het zuiden van) het land is aantrekkelijk. Daar hebben we lang naar uitgekeken en het verlangen is met de jaren alleen maar groter geworden. Nu maar hopen dat het geen cadeau empoissonné is.

Hoog water in de rivier de Niger

De economie trekt aan

In de maanden voorafgaand aan en rondom de verkiezingen leek het alsof in vrijwel het hele land de economie tot stilstand was gekomen. Wellicht dat het een rol speelde dat het einde van de Ramadan en het Offerfeest in deze periode vielen. Tegelijkertijd is ook aan die feesten door veel Malinezen minder geld uitgegeven dan in voorgaande jaren. Er leek simpelweg minder geld in omloop te zijn. Winkeliers en marktkooplieden klaagden steen en been.
Internationale organisaties maanden medewerkers regelmatig om binnen te blijven en hanteerden steevast het voorzorgsprincipe dat er alleen voor noodzakelijke werkbezoeken buiten Bamako gereisd mocht worden. Bovenal regeerde de angst. Angst voor ongeregeldheden rondom de verkiezingen. Angst voor uit de hand lopende demonstraties. Angst voor aanslagen. Angst voor ontvoeringen. Angst met een hoofdletter A voerde de boventoon in menig gesprek.
Geleidelijk aan wordt het straatbeeld weer levendiger en wordt er geld uitgegeven. Met uitzondering van Bamako lijkt het zuiden van het land zich te ontspannen. In de hoofdstad broeit het en vraagt menigeen zich af wanneer de lont in het politieke kruitvat vlam zal vatten.

Regenseizoen en voedseltekorten

Het regenseizoen van 2018 gaat als een bijzondere de boeken in. De regens startten vroeg, hielden even abrupt op als ze begonnen waren en kwamen pas laat weer op gang. De hoeveelheid regen die er vervolgens viel was van een orde die de meeste Malinezen niet kennen. Lemen huizen bezweken, mensen werden opgevangen in scholen. Het waterniveau in de rivieren steeg tot ongekende hoogtes en het land kreeg te kampen met enkele zware stormen. Na het dieptepunt eerder dit jaar, kende de Niger in oktober 2018 een recordhoogte. Ook de Bani bij Djenné is goed gevuld, waardoor auto’s – vanwege de buiten z’n oevers getreden rivier – de veerpont niet kunnen bereiken. Het grillige verloop van de regens speelt de landbouwers parten. Terwijl de een op het juiste moment gezaaid heeft en goed zal oogsten, heeft de ander zijn gewassen verloren zien gaan. De Dogonvallei, waar normaliter de gierst welig tiert, kampt met een ander probleem. De bandieten/terroristen, die er eerder dit jaar dood, verderf en angst zaaiden, verboden het verbouwen van gierst. De enkeling die het verbod negeerde, werd in koelen bloede vermoord. Wie het verbod gerespecteerd heeft, staat voor een van de grootste uitdagingen van zijn leven: de wetenschap dat er niet geoogst zal worden. Een drama voor deze Dogon, die nog grotendeels zelfvoorzienend leven. Gierst is de basis voor hun maaltijden. De graanschuren en portemonnees zijn leeg en de vraag leeft wat er het komende jaar gegeten gaat worden.

Regenseizoen

Ondertussen in Mali

Terwijl men in het zuiden van het land veelal gematigd positief is, is het in het noorden onverminderd onrustig. Aanslagen en bermbommen zijn er aan de orde van de dag en aanslagen op MINUSMA lijken complexer van aard te worden.
Daar waar het in delen van Mali rustiger lijkt te worden, lijkt de moslimintimidatie zich in het gebied boven de rivier de Niger verder naar het westen te verbreiden. In buurland Burkina Faso kampt, na het noordoosten, nu ook het gebied ten oosten van Pama regelmatig met aanslagen en bermbommen. De Burkinese overheid heeft aangekondigd hard op te zullen treden. In het verleden hebben ze altijd met succes het tij weten te keren, waarbij ze de internationale gemeenschap buiten de deur wisten te houden. Kan Roch Kaboré, de president van Burkina Faso, deze trend voortzetten? Recent werd melding gemaakt van acties, waarbij Fransen de Burkinese ordetroepen terzijde stonden.
Sinds er tussen de Dogon en de Peul een akkoord getekend is, is in een groot deel van de Dogonvallei de rust weergekeerd. Echter niet in het deel nabij de grens met Burkina Faso, waar veediefstallen aan de orde van de dag zijn en er regelmatig slachtoffers vallen. Er is door mensen ter plaatse veelvuldig ontkend dat er sprake was van conflicten tussen de Dogon en de van oudsher in de regio woonachtige Peul. Er was een influx van buitenaf. Onrust werd gecreëerd, waarbij de media veel nadruk legde op intercommunale conflicten.