Meer vragen, geen antwoorden

Luitenant-kolonel b.d. Victor A.C. Remouchamps

Boven het hoofd van Kadyrov zweeft een aantal vragen waarover het Westen zich nauwelijks gebogen heeft. Antwoorden op die vragen bepalen in hoeverre de Noord-Kaukasus als een IS en/of Al Qaida (AQ) uitvalsbasis gaat functioneren voor aanslagen in het hart van Rusland en hoe groot de kans is dat in de nabije toekomst vanuit de Kaukasus en Afghanistan aan de noordelijke grens van Iran een uitgestrekt soennitisch emiraat ontstaat dat als een deksel het Iraanse sjiitische kruitvat kan afsluiten.

Vragen

De eerste vraag luidt: ‘Hoe lang kan door Poetin het Tsjetsjenië van Kadyrov met geld en privileges zoet gehouden worden’. De tweede vraag volgt uit de eerste: ‘Hoe lang is Kadyrov nog van plan een integraal deel van de Russische Federatie te blijven?’ En de derde vraag luidt: ‘Is Kadyrov van plan aansluiting te zoeken bij zijn buurlanden – de republieken Dagestan en Ingoesjetië – om samen inhoud te geven aan het lang gekoesterde Noord-Kaukasus emiraat?’ Wanneer inderdaad de drie genoemde republieken de intentie hebben om een Noord-Kaukasus emiraat te vormen, dan zou de laatste vraag luiden: ‘Wil en kan een Noord-Kaukasus emiraat zich aansluiten bij een vanuit Afghanistan te vormen Khorosan emiraat?’. De beantwoording van die laatste vraag is mede afhankelijk van de soennitische stroming die de betrokken partijen willen volgen. Als IS het pleit met AQ in het oostelijke deel van de Kaukasus en Afghanistan in zijn voordeel heeft beslecht, zal een extreme vorm van het Wahabisme – volgens IS het pure Wahabisme – in die twee regio’s vaste voet aan de grond krijgen.

Het hybride volk dat uiteindelijk de islam omarmt

Voor een evenwichtige beantwoording van de bovengestelde vragen is een inzicht in het historische perspectief van belang. Tijdens de Sovjet-periode maakte Tsjetsjenië deel uit van een republiekenconglomeraat onder de naam Tsjetsjeense- Ingoesjetische Autonome Socialistische Sovjetrepubliek bestaande uit Ingoesjetië, Dagestan en Tsjetsjenië. Op papier was deze combinatie min of meer zelfstandig; in de praktijk was het ondergeschikt aan de Russische Socialistische Federatieve Sovjetrepubliek. De Tsjetsjenen en Ingoesjeten maakten in het verleden onder de naam Vainachen (onze mensen) deel uit van één etniciteit. Tsjetsjenen maken ook vaak gebruik van de naam Nochtsji (volk, soms ook vertaald als zonen van Noach); een volk dat in de 14de en de 15de eeuw verdeeld zou worden in negen territoriale eenheden of Toekchoems, die op hun beurt weer werden onderverdeeld in verschillende tejp of clans. Een veel gebruikte hypothese is dat Tsjetsjenen directe afstammelingen zouden zijn van Sem, de zoon van Noach, die in de tijd van Nebukadnezar I werden ver- dreven uit het Koninkrijk Israël (930-720 v. Chr). Gelet op het onderscheid in tijd, een onhoudbare hypothese. Een andere hypothese is dat zij afstammelingen zijn van de Hurrieten, een Indo-Europees of Indo-Iraans volk dat afhankelijk van de gevolgde denkrichting, vanuit verschillende leefgebieden via meerdere routes uiteindelijk rond 1335 v. Chr. in de Kaukasus terecht kwam. Daar vermengden ze zich met volken die deel uitmaakten van de Kobancultuur. Dat hybride volk kreeg de naam Vainachen en bekeerde zich in de 10de eeuw tot het Christendom, om enige eeuwen later, rond de 17de tot de 19de eeuw, de islam te omarmen. Hoewel de bewoners in het algemeen de soennitische tak van de islam aanhangen, is door toedoen van Kadyrov in Tsjetsjenië en door de opmars van IS-adepten in Dagestan (ten koste van AQaanhangers), het aantal inwoners dat het wahabisme aanhangt in de achterliggende jaren gegroeid. Door die verschuiving zijn naast het spanningsveld tussen moslims en orthodoxe katholieken ook de spanningen tussen de wahabistische en sjiitische stromingen in Iran en een deel van Irak gegroeid.

Dat hybride volk kreeg de naam Vainachen en bekeerde zich in de 10de eeuw tot het Christendom, om enige eeuwen later, rond de 17de tot de 19de eeuw, de islam te omarmen.

Van animositeit naar gewapend geweld

Het spanningsveld tussen Russen en Tsjetsjenen dateert uit de tijd van het tsarenrijk. Een periode die wordt gekarakteriseerd door bloedige Russische strafexpedities en Tsjetsjeens-Ingoesjetische opstanden. Ondanks het getalsmatige overwicht lukte het de Russen in die periode alleen een aantal sleutelpunten in handen te krijgen. Na de val van tsaristisch Rusland hebben Tsjetsjeense moslims meerdere keren geprobeerd om een Noord-Kaukasus emiraat, waarin alle bergvolken verenigd zouden moeten worden, van de grond te krijgen. Dat is niet gelukt en een groeiende marginalisatie viel de Tsjetsjenen en Ingoesjeten ten deel. Deze eindigde in een deportatie naar streken in Centraal-Azië waar ze tot 1957 moesten blijven. Toen Chroetsjov instemde met een terugkeer naar hun oorspronkelijke leefgebieden in het noorden van de Kaukasus, bleek na terugkeer in Tsjetsjenië, dat huis en haard door andere volken bewoond werden.

Ondanks of juist door die terugkeer naar huis en haard, groeide tussen Russen en Tsjetsjenen de animositeit tijdens de Sovjetperiode. Het was dan ook niet verrassend dat kort na de implosie van de Sovjet-Unie de voormalige Tsjetsjeense luchtmachtgeneraal Doedajev de onafhankelijke staat Tsjetsjenië uitriep. Doedajev, een veteraan uit het Rode Leger, was een van Boris Jeltsin’s getrouwen en moest niets van moslims hebben. Hij koesterde de hoop dat Jeltsin de eerste democratische verkiezingen in Rusland zou gaan winnen en dat Tsjetsjenië dan een onafhankelijke status verleend zou worden. In de aanloop naar de door hem gewenste beslissing, grepen Doedajev en zijn aanhang op 9 oktober 1991 de macht in Grozny. Vervolgens nam hij maatregelen om het dagelijkse leven in de nieuwe autonome politieke entiteit zo snel mogelijk te normaliseren en zijn machtsovername te legitimeren.

De gewenste zelfstandigheid die Doedajev voor ogen had kwam er ook na de afkondiging van de Russische Federatie niet. De Tsjetsjenen bleven jarenlang doormodderen en het spanningsveld liep op nadat Moskou meerdere vruchteloze pogingen had ondernomen om Doedajev van zijn Tsjetsjeense troon te stoten. Een gewapende confrontatie tussen Moskou en Grozny was onvermijdelijk en eind 1994 waren de eerste signalen van zo’n strijd herkenbaar toen oppositiegroepen, gesteund door de Russische geheime dienst er niet in slaagden om Grozny in handen te krijgen en Doedajev af te zetten. Jeltsin besefte dat hij moest doorpakken en gaf op 29 november 1994 opdracht Grozny plat te bombarderen. Bijna twee weken later marcheerden de eerste Russische grondtroepen Tsjetsjenië binnen.

Op Nieuwjaarsavond 1995 luidde de bestorming van Grozny door Russische grondtroepen de Eerste Tsjetsjeense oorlog in, die na het verjagen van de rebellen uit de steden, pas in de lente van 1995 kon worden afgesloten. De bloedige oorlog had voor beide partijen rampzalige gevolgen. Tsjetsjenië was zwaar gebombardeerd en de economie was tot stilstand gekomen. Moskou waande zich aanvankelijk de overwinnaar, maar verloor door de hardnekkige Tsjetsjeense weerstand vanuit bergachtige regio’s de strijd toch nog en werd gedwongen om in augustus 1996 een verbond te sluiten waarna Tsjetsjenië de facto onafhankelijk werd.

Er brak in de Kaukasus een periode aan waarin meerdere Tsjetsjeense leiders5 een rol speelden, maar geen van hen erin slaagde om het volk te verenigen. In de periode 1996-1999 kreeg het extreme islamisme steeds meer invloed en werd herhaaldelijk geprobeerd opnieuw een Noord-Kaukasus emiraat op te richten. De Tsjetsjenen deden daarvoor onder meer een aanval op Dagestan en dat mislukte jammerlijk. Die mislukking luidde de Tweede Tsjetsjeense oorlog in. Na de Russische verovering van het gebied werd de Kaukasus-regio geconfronteerd met door Tsjetsjenen uitgevoerde bomaanslagen, zelfmoordterroristen, rampzalig verlopende gijzelingen en door Russen uitgevoerde martelingen, verkrachtingen en moorden. De oplopende geweldsspiraal genereerde vluchtelingenstromen en voedde de haatgevoelens van de Tsjetsjeen die opnieuw huis en haard moest verlaten.

Emir van Tsjetsjenie?

Eind 2006 slaagde Ramzan Kadyrov erin om de Tsjetsjenen ogenschijnlijk te verenigen en de band met Rusland losser te maken en voor Tsjetsjenië een schijnbare onafhankelijkheid te bewerkstelligen. Sinds die tijd zwaait deze door Moskou gesteunde leider de scepter in Tsjetsjenië. Kadyrov voerde steeds meer, tegen de beginselen van de Russische wetgeving indruisende, islamitische gebruiken, waarden en normen in. De invoering van de sharia en het verplicht dragen van een boerka waren de eerste maatregelen die hij doorvoerde. Winkels waar alcohol werd verkocht moesten sluiten; eerwraak, polygamie en de achterstelling van vrouwen werden gestimuleerd en voor homoseksuelen werden concentratiekampen opgericht.6 Om zijn ongewone hobby´s te kunnen financieren vroeg Kadyrov doorlopend geld aan Moskou. In de hoogtijdagen van de oliehandel leidde dit nog niet tot oplopende spanningen tussen Grozny en Moskou, maar nu het olielampje dreigt uit te gaan is dat wel het geval. De Tsjetsjeense leider moet zich weliswaar houden aan de grondwet van de Russische Federatie, maar hij geeft de voorkeur aan een door de islam gedicteerde nationale grondwet. Kadyrov heeft de les getrokken uit de ervaringen van voorgangers en hij laat zich omringen door meer dan tienduizend Kadyrovski, die als een soort goedbetaalde Praetoriaanse garde voor zijn veiligheid zorgdragen. Bovendien vechten ruim zesduizend Kadyrovski’s met tweetot drieduizend Dagestanen voor IS in het Midden-Oosten tegen de door Rusland gesteunde strijdkrachten van Assad.7 Hoewel het steeds duidelijker wordt dat de belangen van het Kremlin en Grozny een alsmaar verder divergerende kompasrichting volgen grijpt Poetin nog steeds niet in.


De locatie van het concentratiekamp in het voormalige hoofdkwartier te Argun (Bron: novayagazeta.nu)

Effecten

Binnen de Russische Federatie groeit de onrust door de slechte financiële basis en het aanhoudende vooruitzicht van een krimpende economie. De doorsnee burgers krijgen het door de strapatsen van hun leider hard te verduren en vooral op het platteland groeit de armoede. In het kader van de verdeling van de welvaart worden republieken die wat ruimer in het financiële jasje zitten, gedwongen die te delen met armlastige broeders. Zelfs in de oblast (provincie) Oost-Pruisen/Kaliningrad mort de bevolking. Hoewel Kaliningrad een aparte status heeft, blijkt dat inkomsten uit de verkoop van barnsteen niet ten goede komen aan de bewoners,8 maar in de zakken van Moskouse oligarchen verdwijnen. Na de recente, door IS opgeëiste, aanslagen in de metro’s van Moskou en Sint Petersburg en het groeiende islamitisch extremisme in het zuiden van de Russische Federatie en de islamitische buurlanden aan de oostgrens, wordt in een aantal deelrepublieken met spanning gekeken naar de ontwikkelingen in het soennitische Tatarstan en de effecten daarvan op de Krim-Tataren. In het Russisch Verre Oosten, Oost- en Zuidoost-Siberië, volgen de twee rijke regio’s Sakha9 en Buryatia met grote interesse de ontwikkelingen in Centraal- Rusland en de Kaukasus-regio. In het voortraject naar een officiële autonome status heeft Sakha, waar de helft van de bevolking uit Yakoeten bestaat, zich onlangs zelfstandig verklaard. In Buryatia10 waar de politieke leiders op het punt stonden de zelfstandigheid uit te roepen, kon het Kremlin dit op het laatste moment voorkomen. Dit zijn allemaal signalen dat de deelrepublieken in het Verre Oosten niet zonder slag of stoot hun welvaart wensen te delen met anderen.

Door alle misstanden die direct in het dagelijkse leven van de Rus en Russin in de straat ingrijpen daalt het zo toegejuichte gevoel van solidariteit uit de Sovjetperiode zelfs bij de oudere generaties tot een dieptepunt.

Antwoorden of meer vragen

Een antwoord op de aan het begin van dit artikel geformuleerde vragen, is afhankelijk van de ontwikkelingen en gebeurtenissen in een aantal regelkringen. Ten eerste van de status van IS in het Midden-Oosten; ten tweede van de effecten van de onrust binnen en buiten het territorium van de Russische Federatie en ten derde van de vraag of Kadyrov in staat zal zijn om een alternatief te vinden voor de opdrogende geldstromen uit Moskou. Wat dat laatste betreft, lijken een financiële en ideologische liaison met Saoedi-Arabië of een sterkere band met IS kansrijke opties te zijn. De vraag in hoeverre die haalbaar en bruikbaar zullen zijn is nu nog niet te beantwoorden.

President Ramzan Petuhov (rechts) in overleg met de federale Russische president Dmitri Medvedev (2008)

Het is ook de vraag in hoeverre Poetin in staat is of wordt gesteld om te ‘multitasken’. Kan hij de onrust binnen de Russische Federatie de kop indrukken? Is hij in staat om de politieke en militaire situatie in Syrië naar zijn hand te zetten en daardoor de stroom IS-jihadisten naar de Kaukasus en Centraal-Aziatische buurlanden om te buigen en te stoppen? Hoe houdt hij Tsjetsjenië, Dagestan en de rijke deelrepublieken aan boord? Kan en durft hij op het internationale podium de degens te kruisen met de ook voor hem onvoorspelbare Amerikaanse president? Moet hij ter verbetering van de Russische financiële basis zijn energie nog steken in het streven om de westerse sancties te verzachten? Moet hij doorgaan met de hybride oorlogvoering tegen buurstaten die dichter tegen het Westen aan willen schurken en moet hij hybride instrumenten gebruiken om haarscheuren in westerse allianties te verdiepen en/of te verbreden? Het zijn allemaal vragen die onder de huidige complexe omstandigheden nog niet beantwoord kunnen worden, maar wel voor Kadyrov de randvoorwaarden kunnen creëren om zich los te weken van Moskou.

Mocht hij daarin inderdaad slagen, dan heeft hij zijn doel nog lang niet bereikt. Weliswaar kijkt hij met genoegen naar de groeiende invloed van IS in Dagestan, maar het verleden heeft hem geleerd dat men daar niet van plan is om de relatieve zelfstandigheid zonder slag of stoot op te geven. Mocht Kadyrov er desondanks in slagen om Tsjetsjenië op ideologische basis te verbinden met Dagestan en Ingoesjetië, dan blijft de vraag overeind wie zich tot eerste moderne emir van het Noord-Kaukasus emiraat kan laten kronen.

Er zijn zoveel vragen waarop eerst een antwoord gevonden moet worden, dat ook de vraag of een virtuele ideologische dan wel fysieke verbinding tussen een Noord- Kaukasus emiraat en een Khorosan emiraat een levensvatbare optie is nog niet beantwoord kan worden. Vragen en nog meer vragen, maar nog geen antwoorden.

Een ding staat als een paal boven water: benadering van de hierboven opgelijnde problematiek door een westers prisma is een kansloze exercitie.