Nationaal plan defensie-uitgaven voor de NAVO
Bij herhaling is in de afgelopen jaren tijdens bijeenkomsten van staatshoofden en regeringsleiders van het NAVO-bondgenootschap gewezen op de verslechterde veiligheidssituatie in en rond Europa. Bij de NAVO-top in 2014 (Wales) is daarom afgesproken de defensie-uitgaven te laten groeien naar 2% van het bruto binnenlands product (bbp). De verdergaande verslechtering van de veiligheidssituatie is tijdens de NAVO-top in juli 2018 (Brussel) aanleiding geweest de bondgenoten op te roepen voor eind 2018 te laten zien hoe zij die belofte gaan invullen. Op 14 december 2018 heeft minister Bijleveld de beide Kamers geïnformeerd over de Nederlandse plannen. De intenties van Nederland zijn daarvoor beschreven in het Nationaal plan defensie-uitgaven voor de NAVO, dat door de minister-president aan de NAVO is aangeboden. De Gezamenlijke Officieren Verenigingen (GOV) zijn verheugd dat er opnieuw initiatieven zijn genomen en prioriteiten worden gesteld. Gaat de minister nu woord houden?
Zoals in de Kamerbrief van 14 december staat vermeld, spoort de VS de Europese NAVO-bondgenoten al decennia aan tot een eerlijkere verdeling van de lasten voor de bescherming van ons bondgenootschap. Het Europees gemiddelde bedraagt op dit moment ongeveer 1,5% van het bbp. Het bbp-percentage van Nederland ligt in 2024, tien jaar na de Wales-afspraken, op 1,21% als er geen vervolgstappen worden gezet. Echter, met de komst van president Trump wordt Europa echt gedwongen over de brug te komen en niet langer de Amerikaanse belastingbetaler voor onze veiligheid te laten betalen. Nu moet het afgesproken percentage van 2% niet worden gezien als een heilig mantra. Het is echter wel de financiële vertaling van de gevechtskracht die de NAVO denkt nodig te hebben om onze veiligheid zeker te stellen. Tanks, jachtvliegtuigen, fregatten, onderzeeërs en tegenwoordig ook cybersoldaten die daarvoor nodig zijn, maar die bij de Europese NAVO-lidstaten ondanks de toezeggingen al jaren niet voldoende aanwezig zijn.
In de brief vallen direct de volgende zinsneden op. ’In het nationaal plan bevestigt de regering haar politieke intentie om structureel te investeren’ en even verderop ’We hebben de intentie om bij de voorjaarsnota 2019 extra middelen aan de defensiebegroting toe te voegen’. Deze extra gelden zijn bedoeld om te investeren in de capaciteitsdoelstellingen van de NAVO waaraan Nederland zich heeft verbonden, maar tot op heden nog niet aan heeft voldaan. Daarmee toont Nederland natuurlijk wel zijn goede wil. Die was er ook al toen het huidige kabinet besloot het defensiebudget direct fors te verhogen en wel vanaf 2021 met structureel € 1,5 miljard per jaar. Voor de in de brief genoemde plannen mag je verwachten dat met de komende Voorjaarsnota het defensiebudget opnieuw aanzienlijk wordt verhoogd. De inschatting is nu al dat het extra budget volstrekt onvoldoende zal zijn om dit plan te kunnen betalen. De verhoging van het budget zal in ieder geval substantieel en structureel moeten zijn om de genoemde prioriteiten te kunnen financieren: extra F-35 jachtvliegtuigen, vuurkracht op zowel land als op zee, special operations forces en het cyber– en informatiedomein. De herijking van de defensienota in 2020 zou hierover uitsluitsel moeten geven. Vooralsnog is de GOV tevreden met de voornemens.
Adder onder het gras kan zijn dat (politieke) intenties in de realiteit zomaar anders kunnen uitpakken. Op de loer liggen dossiers als de klimaatvoornemens, de behoeftes van de zorgsector, de noden van het onderwijs en de politie etc. Krijgen die ook een plaats in de Voorjaarsnota 2019 en zo ja in welke mate en wat betekent dat voor Defensie? In de brief valt verder op dat het kabinet gaat onderzoeken of door een andere wijze van berekenen van de defensie-uitgaven het percentage van het bbp dat Nederland uitgeeft aan defensie kan worden bijgesteld. De GOV kan zich daarin vinden, maar hoopt dat het niet afleidt van de boodschap dat het gaat om invulling van wegbezuinigde gevechtskracht, die de NAVO ons in 2018 nog fijntjes onder neus wreef: brigades zonder tanks en artillerie, onvoldoende jachtvliegtuigen en de verwachting dat de aangekondigde modernisering van de vloot ook wordt waargemaakt.
Met dit nationale plan toont Nederland aan dat het de dreigingen serieus neemt. Dat deed het kabinet al eerder door de genoemde structurele verhoging met € 1,5 miljard per jaar. Defensie heeft in 2018 veel werk verzet om nieuwe investeringen op gang te brengen. De GOV waardeert deze inspanningen. We zullen zien wat er met de Voorjaarsnota 2019 nog extra bijkomt. Ondanks dat hieruit belangrijke investeringen kunnen worden gedaan, kan nog geen invulling worden geven aan alle door Nederland geaccepteerde en toegezegde NAVO-capaciteitendoelstellingen. Meer vervolgstappen zijn nodig. De voornemens getuigen van de goede wil van Nederland. Als nu de intenties van het kabinet en de minister worden geconcretiseerd in harde munten en de weerslag daarvan zichtbaar wordt in de ’lange lijnen’ in de herijking van de defensienota in 2020, dan ziet de GOV nog meer licht aan het einde van de tunnel.