De redactie van Carré is via interne contacten een in Mali woonachtige en werkzame landgenoot op het spoor gekomen en heeft deze bereid gevonden op gezette tijden verslag te doen van het leven en de gebeurtenissen in dat land. Dit natuurlijk met het oog op de lopende VN-operaties waar honderden Nederlandse militairen bij betrokken zijn. We verwachten met deze rapportages een beter beeld te krijgen van de ontwikkelingen en de problemen waarmee militairen aldaar worden geconfronteerd. Uit veiligheidsoverwegingen wordt de naam van deze persoon niet openbaar gemaakt. De in het artikel vermelde meningen en observaties zijn de visie van de auteur en zijn niet opgetekend uit hoofde van een bepaalde functie.
Gebeiteld zitten
Van laag tot hoog wordt er in de Malinese politiek hard gewerkt; vooral om een felbegeerde post te veroveren of te behouden. Hoewel omkoping, smeergeld, corruptie en de zogenaamde cadeautjes allemaal per wet verboden zijn, is er geen uitvoerende macht, die dat controleert. Ruim voor de verkiezingen, begint het zorgvuldige kneden en smeren.
Verkiezingen op lokaal of regionaal niveau gaan bijvoorbeeld gepaard met het schoonmaken van een wijk, het uitgraven van de riolen of het eindelijk eens laten repareren van de gaten in de weg.
Op landelijk niveau gaat het er exponentieel aan toe. Grote wegwerkzaamheden en bouwprojecten worden steevast opgespaard tot maximaal anderhalf jaar voor de verkiezingen. De projecten zijn dan net of bijna klaar als de campagnes van start gaan. Met de succesverhalen – die uiteraard breed uitgemeten worden door de partij en in alle media – en het gul strooien met goedkope T-shirts, zakken rijst en bankbiljetten draagt een president of partij flink bij aan het eigen imago. Het verkiezingsprogramma is bijzaak. Wie gul geeft, vooral aan invloedrijke personen, kan rekenen op steun. Eenmaal herkozen kan er dan weer even op de lauweren gerust worden en worden de volgende grote klussen een paar jaar uitgesteld.
IBK, een blijvertje?
Ibrahim Boubacar Keita, in de volksmond IBK genoemd, heeft in Mali al lange tijd te kampen met een slecht imago. Zijn vele buitenlandse reizen maakten van hem de grote afwezige. En zelfs op de momenten dat hij wel in het land aanwezig is, kiest hij vaak voor een afwachtende houding en een plek op de achtergrond. Al drie minister-presidenten heeft hij in de achterliggende vier jaren zien komen en gaan. Vertrokken op zijn verzoek of er de voorkeur aan gegeven zelf te vertrekken. Met elke vertrekkende minister-president was het kabinet demissionair om daarna in grotendeels ongewijzigde samenstelling weer aan te treden.
Voor IBK is het jaar van de waarheid aangebroken. Hoewel hij enkele maanden geleden aangaf zich niet herkiesbaar te zullen stellen, duidt alles erop dat het tegendeel waar is. Is het een van de vele opties uit de grote trukendoos? De eerste groep fans van IBK begint al op de tamtam te slaan en te vragen om een herkiesbaarstelling als er in 2018 weer presidentsverkiezingen zullen plaatsvinden. Als…, want zeker is het allerminst, zo heeft het verleden bewezen. Verkiezingen kunnen worden uitgesteld vanwege de situatie in het noorden van het land. En ook een staatsgreep kan niet uitgesloten worden. De vorige president werd minder dan een maand voor de geplande verkiezingen uit de macht gezet.
Dat het islamitische offerfeest dit jaar op een vrijdag plaatsvindt, is voor sommigen een teken aan de wand: valt het offerfeest op een van de voor moslims heilige dagen (maandag of vrijdag) dan kan een president maar beter op zijn tellen passen. Met geen van IBK’s voorgangers, die hiermee te maken hebben gehad, is het goed afgelopen, zo werd uw correspondent toevertrouwd.
De jeugd trekt aan de bel
De Malinese jeugd – die onder meer bedenkingen heeft over de daadwerkelijke realisatie van 200.000 nieuwe banen, zoals IBK hen in 2013 beloofd had – pikt het niet meer en begint verandering te eisen. Hun held is Ras Bath, een kritische radioprogrammamaker, die er niet voor terugdeinst netelige kwesties aan de orde te stellen. Enige tijd geleden werd hij ‘in het belang van zijn eigen veiligheid’ opgepakt en enkele dagen vastgezet. Jongeren mobiliseerden zich en gingen de straat op om zijn vrijlating te eisen. Bij zijn invrijheidstelling kreeg Ras Bath huisarrest en een spreekverbod. Overtreding zou hem duur komen te staan.
Maar Ras Bath laat zich de mond niet snoeren en blijft zich manifesteren als het boegbeeld van de jeugd. Terwijl hij in Frankrijk verbleef, werd hij bij verstek veroordeeld tot een jaar onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
Gesteund door zijn advocaat – die vrijheid van meningsuiting hoog in het vaandel heeft – keerde Ras Bath terug. In plaats van door een arrestatieteam werd hij verwelkomd door duizenden jongeren, die in een lange mars hun idool van het vliegveld naar de stad begeleidden. Met ongetwijfeld de herinneringen aan de volksopstand bij de zuiderburen nog vers in het geheugen, heeft de Malinese overheid er inmiddels een gewoonte van gemaakt om de social media plat te laten leggen, zodra er geruchten de ronde doen dat de jeugd zich aan het mobiliseren is. Het tij lijkt gekeerd, de veelal afwachtende en accepterende Malinese bevolking heeft een generatie voortgebracht, die bereid is te strijden voor verandering.
Onder druk van de jongeren stelde IBK onlangs een referendum uit. De omstreden grondwetswijzigingen komen er voorlopig niet. En mocht IBK het idee voor het referendum toch weer uit de kast halen, dan zal er zeker actie volgen. Het is de hoogste tijd, dat de politiek luistert naar het volk.
Stakingen
Het aantal stakingen in Mali mag enige naam hebben. De Malinezen doen in deze zin beslist niet onder voor hun vroegere kolonisatoren, de Fransen. Leerkrachten staken vrijwel elk jaar gedurende enige tijd, eerder dit jaar besloot vrijwel de hele medische sector in staking te gaan – met alle gevolgen van dien – en nu is het de beurt aan de banken en verzekeraars. Na een staking van drie dagen had de bevolking van Mali twee dagen de tijd om zich op te maken voor een vervolgstaking van onbepaalde tijd. De inzet van de staking? De reïntegratie van één persoon, waar de meeste Malinezen nog nooit van gehoord hadden. Het zal de stakers – waaronder velen, die waarschijnlijk vooral blij zijn met de extra vrije dagen – vast goed uitkomen dat de salarisbetalingen en het offerfeest voor de deur staan. Als de deuren van de banken en verzekeringskantoren op maandag dicht blijven, zal dit zeker niet bijdragen aan het verbeteren van het geringe vertrouwen, wat de Malinezen in de financiële instellingen hebben en zullen protesten wellicht niet uitblijven.
De situatie in Mali
In Bamako ziet de bevolking een verdere toename van gewapende criminaliteit. Onder dwang van mes of vuurwapen worden mensen zelfs op klaarlichte dag en op drukke plekken beroofd. Wie ’s avonds laat per motor de straat op gaat in de hoofdstad, is zijn leven niet zeker. Diefstal van motoren, waarbij de eigenaar in koelen bloede doodgeschoten wordt, is geen nieuw fenomeen, maar neemt weer in hevigheid toe. Is de recente toename in gewapende berovingen te wijten aan het naderende offerfeest? Of is er sprake van een neerwaartse spiraal in Bamako? Feit is, dat er door de ongecontroleerde situatie in het noorden van het land sinds 2013 ook in het zuiden van het land meer wapens in omloop zijn.
De berichten uit het noorden van het land zijn tweeërlei. Na hevige veldslagen – waarbij de regeringsgezinde GATIA grote verliezen heeft geleden – is er een staakt-het-vuren getekend tussen de CMA en de GATIA. De weg naar de onderhandelingstafel lijkt weer open. Tegelijkertijd houdt het de gemoederen bezig dat de verliezen aan de zijde van GATIA volgden, nadat het Franse Barkhane – in het kader van het vredesakkoord van Algiers? – troepen van GATIA ontwapend heeft, terwijl de CMA buiten schot bleef. Het resulteerde in sit-ins bij de Franse ambassade, waarbij geëist werd dat Frankrijk de partijdige houding loslaat. Ook werd een duidelijke voorkeur uitgesproken voor het vertrek van Frankrijk (en MINUSMA) uit Mali. In de tussentijd plegen de zogenaamde jihadistische groeperingen de ene aanslag na de andere en blijft het aantal slachtoffers van deze gevaarlijke VN-missie oplopen.
In het midden van het land doet de groepering van Amadou Kouffa meer en meer van zich horen. Pogingen om hun werkterrein verder naar het westen te verleggen, werden bij Macina door het Malinese leger verijdeld.
In de wandelgangen gonst het van de geruchten: Frankrijk heeft niet alleen belang bij uranium uit en een legerbasis in het noorden van Mali, maar ze gebruikt de woestijn ook om kernafval te dumpen. En om dat alles veilig te stellen zou Frankrijk graag bereid zijn mee te werken aan een opdeling van Mali. Als ze daarvoor binnen de internationale gemeenschap de handen op elkaar krijgen en Mali voor het blok gezet wordt, zal het dan om een tweedeling (Azawad-Mali) gaan? Of zal men zelfs overwegen om Kouffa zijn zin te geven en er een Azawad-Macina-Mali verdeling van maken? Geen van beide opties klinkt wenselijk. Niet alleen zullen vele families verdeeld raken over meerdere landen en moet men niet raar opkijken als in Azawad slavernij weer een geaccepteerd fenomeen zal worden. Ook zal de onrust niet ten einde zijn. Frankrijk zal vast en zeker in samenwerking met de Touaregs – in een haat-liefdeverhouding – haar belangen kunnen veiligstellen. De kans lijkt klein dat Azawad, Mali of de noorderburen langdurige rust krijgen als Kouffa – gesteund door Al Qaida – de scepter zwaait in Macina.
Laten we hopen dat IBK tenminste een aspect uit zijn verkiezingscampagne van 2013 overeind kan houden: Mali, één en ondeelbaar.