"Redactie Carré"

Percepties

Na er bijna een mensenleven lang op te hebben gewacht, werden eindelijk de Molukse KNIL-veteranen bedankt voor de door hen in de jaren veertig van de vorige eeuw bewezen diensten aan het vaderland. Het werd een ontvangst door de Inspecteur-Generaal der Krijgsmacht, (IGK) lgen Van Griensven, die als eerste de guts had om het eerherstel van deze veteranen op te pakken.

Het nieuwe kabinet lijkt dus voortvarend van start te zijn gegaan; nog maar een paar weken in functie en dan nu al, namens de minister en het hele kabinet, zomaar een dankbetuiging. En als klap op de vuurpijl, de aankondiging dat deze veteranen een eigen tent krijgen tijdens de volgende veteranendag. Voor het veelgeplaagde budget van de minister zal het gelukkig geen al te grote kostenpost worden, een klein tentje moet al voldoende zijn. Van de 11.000 Molukse veteranen is niet meer dan een handjevol hoogbejaarde mannen, ver in de tachtig, nog in leven. Mannen die de bright side of life wel helder in het vizier hebben, getuige de uitspraak van een van hen: ‘We zijn op de goede weg’. Tsja, want over de nooit uitgekeerde wachtgelden, onderdeel van het inschepingsbevel uit die tijd, moet Binnenlandse Zaken nog wel iets beslissen. Toch een beetje benepen van het dankbare vaderland, althans in onze perceptie.

Maar, het feestje zou natuurlijk niet compleet zijn geweest zonder dat een groep activisten er wel brood in zag om ertegen te protesteren. Er zijn nu eenmaal mensen in onze samenleving die alles wat onze soldaten in het verleden in opdracht van onze regering hebben gedaan, vaak met gevaar voor eigen leven, bezien als één grote oorlogsmisdaad. Een aangekondigde demonstratie van een groepje, zich antifascisten noemende lieden, leidde derhalve tot de inzet van ME, politie te paard en afgezette wegen. Het valt derhalve niet uit te sluiten dat de Zegveldjes van deze wereld er alsnog brood in gaan zien om deze veteranen nog eens ernstig onder de loep te nemen en wie weet, valt er nog wat aan te klagen of een schadevergoeding te eisen voor allerlei leed dat in het verre verleden is aangedaan aan onschuldige Indonesische vrijheidsstrijders, die zelf natuurlijk geen vlieg kwaad deden. Maar ook dat is natuurlijk maar een perceptie.

In onze perceptie lijkt het er tegenwoordig op dat iedereen die zich voor de publieke zaak inzet, of heeft ingezet, onder een vergrootglas komt te liggen. Politiemensen die in een split second moeten beslissen hoe te handelen bij een aanhouding van een zich verzettende verdachte, moeten lang na die tijd nog verantwoording afleggen ten overstaan van magistraten en advocaten, die er zelf niet bij aanwezig waren, maar die wel maanden of jaren de tijd hebben gehad om alle dossiers te bestuderen, experts of zelfbenoemde deskundigen te raadplegen en dan tot de conclusie te komen dat het toegepaste geweld bij nader inzien toch niet proportioneel was.  Of, om dichter bij huis te blijven, militairen die werden uitgezonden naar verre oorden en het waagden een schot te lossen, staan tegenwoordig al met een been voor de rechtbank. Neem nou weer die Politionele Acties, destijds in Nederlands-Indië, tegenwoordig gezien als een koloniale oorlog, waar een al bij voorbaat verloren strijd werd gevoerd. Maar daar had onze dienstplichtige ome Joop in de familie – en vele duizenden families uit die tijd hadden wel een oom Joop, Piet of Henk in de gelederen, die als dienstplichtige of vrijwilliger naar de archipel werd gestuurd – geen kaas van gegeten. Nu, een kleine zeventig jaar later, heeft er volgens de geleerden die het allemaal hebben uitgezocht, toch allerlei rottigheid plaatsgevonden en krijgen de slachtoffers en nabestaanden uit die tijd alsnog een schadevergoeding toegekend. De kans dat onze ome Joop overigens nog iets van een bedankje van onze regering krijgt voor zijn inspanningen is vrijwel nihil, of het moet postuum zijn, want ook het merendeel van deze mensen is inmiddels overleden. Een bedankje van de grote belanghebbenden in het Indonesië van die dagen, de oliemaatschappijen, de rubberplantages of de mijnbouwmaatschappijen, was natuurlijk ook goed geweest. Maar dat is natuurlijk ook maar een perceptie.

Het wachten is nog tot de vliegers van De Punt kunnen worden aangepakt. De mariniers staan al voor de kadi. Er blijft natuurlijk altijd wel wat aan te klagen. Een klacht wegens gehoorschade wellicht, door onder de 10.000 ft. ongeoorloofd te vliegen in afterburner. Flauwekul natuurlijk, een kwestie van perceptie, maar het punt blijft dat het donders moeilijk is en moeilijker wordt om in the spur of the moment net datgene te beslissen of te doen, wat iemand veel later zou kunnen laten besluiten dat een juiste beslissing te vinden, waarvoor je wel een bedankje zou mogen krijgen.

De groep mensen die na een gevaarlijke missie, groot of klein, teruggekeerd is zonder zelfs maar een bedankje of iets van fatsoenlijke nazorg te ontvangen, is moedeloos lang. De Nederlandse overheid heeft zich in het verleden maar al te vaak van haar kilste kant laten zien. Nu gaat het gelukkig beter met de nazorg, en hopelijk is het eerbetoon aan de Molukse veteranen een hoopvol vervolg op een in dit opzicht Haagse lente. De Molukse veteranen blijven in ieder geval optimistisch, althans in onze perceptie.

Redactie