Je hoort daarom, zowel van de leiding van de organisatie als van individuele personeelsleden regelmatig de vraag of die reorganisatie niet ondanks het stilleggen van het overleg, toch kan doorgaan? Kunnen wij hiervoor geen uitzondering maken, het is toch goed voor het personeel? De bonden zijn er toch voor het personeel?
Ook in onze politieke contacten worden regelmatig vraagtekens gezet bij het stilleggen van de reorganisaties.
Eigenlijk is het antwoord heel simpel. Vanwege de bijzondere positie van de militair mag hij niet staken. En daarmede is hij zijn grootste pressiemiddel kwijt. Wat de politie wel mag, dat mag de Marechaussee niet. En het enige machtsmiddel wat wij dan nog hebben is het stilzetten van reorganisaties. De veiligheid van Nederland wordt geraakt door de reorganisatie van de Kmar. De reorganisaties van staven raakt de Defensieleiding in het hart. M.a.w. het kan een effectief drukmiddel zijn. Is de schade die wordt toegebracht aan de Defensieorganisatie, het draagvlak bij de politiek en de onrust bij de werknemers dit wel waard? Kan het dus ook anders.
De WUL is door het toentertijd stilleggen van het overleg en daarmede de reorganisaties deels gerepareerd. Wanneer er niet een dergelijke actie had plaatsgevonden, dan was er niets gebeurd en hadden wij het volle pond betaald.
Het AOW-gat heeft niet geleid tot enig draagvalk bij de Defensieleiding om te kijken naar een oplossing van dit probleem. Uiteindelijk wordt dit nu door de rechter afgedwongen. Regering en Kamer hebben zich uitgesproken over de “Bijzondere Positie” van de militair. De minister geeft bij elke gelegenheid aan, dat een militair doorgaat waar anderen stoppen. Maar de fouten die bij wetswijzigingen ontstaan door het verschil in regelgeving vanwege die “Bijzondere Positie” worden niet opgelost. Zoals de minister expliciet heeft aangegeven voert zij reparaties alleen door op grond van de uitspraken van de rechter. Bovendien past zij grensbenadering toe. Telkens een klein beetje erbij om vervolgens te bezien of zij binnen de kaders van de rechter komt. Dit is een werkgeveronwaardig beleid. En de vraag is dan ook, wat voor werkgever wil je zijn?
In de personeelsonderzoeken is allang en breed het probleem van het ongeloof van het personeel in de Defensieleiding naar voren gekomen. Periode na periode liggen deze onderzoeken op tafel en men doet er niets mee. Blijkbaar zijn er belangrijkere problemen. Maar pas na het, op zich minder representatieve, onderzoek van de vakbonden en met name na de communicatie hierover in de diverse media, worden de signalen serieus genomen en zelfs erkend.
Een paar maanden geleden gaf de SG aan dat er perspectief was om tot een arbeidsvoorwaardenakkoord te komen. Bij het staken van het arbeidsvoorwaardenoverleg maakte de SG van Defensie de opmerking dat de schuld van het mislukken van het overleg bij de bonden lag. Als perspectief in de ogen van de SG een negatieve loonontwikkeling voor het personeel van Defensie in 2017 is, waar alle andere sectoren er in elk geval op vooruitgaan, dan zit er een wereld van verschil in de beleving van de Defensieleiding en die van hun personeel. Eigenlijk in lijn met de onderzoeken.
Concreet, middels de rechter kunnen wij geen betere arbeidsvoorwaarden afdwingen. Onze SG vindt een negatieve loonontwikkeling nog steeds getuigen van perspectief. Pas na aandacht in de media is men bereid om signalen die allang uit onderzoeken bleken serieus te nemen, maar hier krijgen wij geen eerlijke arbeidsvoorwaarden door.