"Kol b.d. Charlef Brantz"

Strategische diepte

= opinie-buitenland = Onsplitsbare veiligheid, strategische diepte en islamitisch extremisme zijn drie termen die in het huidige millennium sterk met elkaar verbonden zijn. De onsplitsbare veiligheid, een term uit het NATO strategische concept Active Engagement, Modern Defense betekent dat de veiligheid ver-van-huis sturend en zelfs bepalend is voor de veiligheid thuis.

Het islamitisch extremisme – dat meer is dan terrorisme – is zowel ver-van-huis als dicht-bij-huis de grootste bedreiging voor de verworvenheden van de westerse cultuur. Strategische diepte is de randvoorwaarde voor een effectieve bestrijding van het islamitisch extremisme dicht-bij-huis. Uit de discussie over de bestrijding van het islamitisch extremisme blijkt dat die kennis nog steeds niet is ingedaald bij politici en militaire experts. De vraag die opborrelt, is wat daarvan de reden is.

Het blijkt dat er misverstanden bestaan over de betekenis en strekking van de term ‘strategische diepte’ en vooral militaire experts blijken daaraan debet te zijn. Die vertalen die strategische diepte als een ruil van territorium tegen reactietijd en door die verbinding heeft de term in het verleden onterecht een militair etiket gekregen. In de achterliggende decennia heeft de term, mede door de manier waarop de USA de Global War on Terror (GWOT) na de aanslag op het World Trade Center heeft ingevuld, een bredere strekking gekregen. De betekenis kan niet meer worden beperkt tot een ruil van territorium tegen reactietijd, maar moet bij de bestrijding van het islamitisch extremisme worden uitgebreid met het realiseren van gevechtskrachtverhoudingen ten gunste van het thuisland respectievelijk de thuislanden. Dat betekent dat ook in de ruimte tussen de extremistische brandhaard en het thuisland de slagkracht[i]  van islamitisch extremistische bewegingen met alle machtsmiddelen die een alliantie van westerse staten bezit, moet worden gesleten.

Extremistische verschuivingen
Wanneer die relatie in een historisch perspectief wordt gezet, blijkt dat vooral extremistische verschuivingen aanleiding hebben gegeven tot accentveranderingen in die relatie. Verrassend kunnen die ontwikkelingen voor echte kenners niet zijn. Andrew MacCarthy schetst in een artikel van 28 december 2017 op de website www.nationalreview.com hoe het extremistische paradigma in de achterliggende decennia een aantal keren is verschoven en welke gevolgen die verschuivingen hebben gehad. Tegelijkertijd onderstreept zijn tekst ook de manier waarop westerse veiligheidsorganisaties zich hebben ingesteld op die verschuivingen en op welke wijze de useful infidel die de rol van  de useful idiot heeft overgenomen, daarin past. Hij start met zijn extremistische schets pas in de jaren negentig van het vorige millennium en dat is jammer. De geïnteresseerde lezer mist daardoor de relevante ontwikkelingen in de periode 1960-1980 die toen al hun schaduwen vooruit wierpen en een blauwdruk zijn geworden voor extremistische ontwikkelingen van vandaag en morgen.

In het artikel Opnieuw een extremistische front (Carré 1-2018) wordt dat pre-jaren negentig historisch perspectief wel geschetst. Een samenwerking van diverse stadsguerrillabewegingen met islamitische bewegingen en hun sponsoren markeert in de moderne tijd de eerste extremistische verbinding[ii]. Omdat noch de ideologie noch de religie bij die samenwerking de belangrijkste drijfveer was, vervaagden ook in die dagen ideologische en religieuze grenzen om het gemeenschappelijke doel te kunnen bereiken: anarchie of het destabiliseren van het kapitalisme. Voor die anarchistische groeperingen bleek het Midden-Oosten in die periode bij uitstek de ideale omgeving voor veilige havens, trainingskampen, wapenleveranties en sponsoring. Gezien de huidige ontwikkelingen is daarin weinig verandering gekomen. De hierboven geschetste relatie is in deze periode nog niet aan de orde. Het extremisme had nog geen religieus, maar wel een ideologisch etiket. Bovendien ontbrak een ideologische verbinding tussen extremistische bewegingen in een ver-van-huis brandhaard en een thuisland en extremistische activiteiten zoals ontvoeringen, executies, bankovervallen en bomaanslagen vonden hoofdzakelijk in westerse staten plaats. Van een strategische diepte was dientengevolge geen sprake.

MacCarthy tekent op dat de jihad dreiging in de loop van de jaren negentig veranderde van een door Iran gesponsorde Hezbollah beweging in een mondiale jihad beweging onder de naam Holy War  Incorporated (HWI) waarin al-Qaeda (AQ) de harde kern vormde.

… maakten plaats voor aanslagen in ‘kruisvaarderlanden’

Aanslagen op – vooral Amerikaanse – individuen maakten plaats voor aanslagen in ’kruisvaarderlanden’ waarin het aantal slachtoffers een sturende factor was om westerse samenlevingen te destabiliseren. Landen werden in het laatste deel van het vorige en de startfase van het huidige millennium geteisterd door random aanslagen met grote aantallen slachtoffers. In die periode stak de discussie de kop op of die aanslagen een zaak voor justitie waren, die in civiele gerechtshoven behandeld moesten worden, of een nationale veiligheidskwestie vormden die buiten de civiele gerechtshoven door een krijgsmacht moesten worden afgehandeld. Omdat de bestrijding zich beweegt in het grijze gebied tussen de verantwoordelijkheden en bevoegdheden van civiele en militaire veiligheidsorganen, wordt die discussie inmiddels al twintig jaar gevoerd zonder dat er zicht is op een breed gedragen antwoord. De tegenstander is noch een pure crimineel noch een traditionele militaire vijand.

[i] Niet beperkt tot geweldsmiddelen maar ook inbegrepen de economische en financiële middelen, de mate van penetratie in westerse instituties en hun binnenlandse en buitenlandse sponsoren.

[ii] In de moderne tijd is die extremistische verbinding gestart met o.a. de door Rusland ondersteunde PFLP (de voorloper van de PLO) en het Libië van Khadaffi, de voorloper van Saoedi-Arabië en Iran. De ontwikkelingen in de periode 1960-1980 bevestigen dat de Sovjet-Unie aan de wieg van het internationale anarchistische terrorisme heeft gestaan. Diens beschermeling, de PFLP is de katalysator van het euroterrorisme geweest.

Berlijn, na de aanslag met een truck op de kerstmarkt op 19 december 2016 (bron: Wikimedia Commons)

Aan het einde van de jaren negentig en aan het begin van het huidige millennium wordt de strategische diepte een factor van belang. Het islamitisch extremisme in de gedaante van de HWI begint de westerse cultuur niet alleen aan te pakken in ver-van-huis brandhaarden als Afghanistan en Somalië, maar ook in de thuislanden, m.n. op Amerikaans grondgebied. Stap voor stap wordt het westerse politici helder dat veiligheid een onsplitsbare waarde heeft. Bovendien worden in het begin van het huidige millennium de tegenstellingen tussen diverse islamitische bewegingen steeds duidelijker, waardoor het Westen problemen krijgt te onderscheiden welke, wiens islam, hoe bestreden moet worden om de veiligheid van de eigen samenlevingen te kunnen waarborgen. Het islamitisch extremisme stijgt in het eerste decennium van het huidige millennium uit boven het botte terrorisme van de vorige periode en bestrijdingsproblemen hopen zich op. Als aan het einde van het achterliggende decennium het islamitisch extremisme erin slaagt om democratische instituties te infiltreren en net als in de periode 1960 – 1980 politieke besluitvormingsprocessen via de useful infidel[i] in de verschijning van belangenorganisaties en policor (deze afkorting staat voor ‘politiek correct’; red.) politici te beïnvloeden, neemt de complexiteit van een effectieve bestrijding toe. Binnen het raamwerk van de GWOT concentreren westerse allianties zich steeds meer op de ver-van-huis brandhaarden en zij verwaarlozen de bestrijding in de thuislanden. De strategische diepte wordt in deze periode vertaald in het slijten van de extremistische gevechtskracht in ver-van-huis brandhaarden, waarbij de bestrijding in de transitiegebieden tussen brandhaard en thuisland en invloed van andere machtsfactoren op de veiligheid in de thuislanden genegeerd worden. Door die ontwikkelingen blijft de discussie over de manier waarop het islamitisch extremisme moet worden aangepakt zich ongewenst voortslepen en is de bestrijding weinig effectief.

De bestrijdingsproblemen blijven in de periode 2012 – 2016 door twee beslissingen van Obama groeien. Die beslissingen vergroten de marges voor AQI[ii]/IS om het extremistische estafettestokje in het Midden-Oosten van AQ over te nemen; AQ verdwijnt door de uitschakeling van Osama bin Laden tijdelijk van het toneel, de Taliban breidt zijn invloed in Afghanistan uit en de Moslim Broederschap gaat zich roeren in Noord-Afrika en diverse ’kruisvaarderlanden’. De bestrijding van het islamitisch extremisme blijft zich echter concentreren op ver-van-huis brandhaarden in het Midden-Oosten en Afghanistan. Wanneer de ‘Arabische straat’[iii] erin slaagt om Khadaffi en Moebarak van de troon te stoten, halen westerse politici opgelucht adem, niet beseffend dat de chaos in Noord-Afrika de bestrijdingsproblematiek ver-van-huis en in het thuisland nog complexer zal maken. In de loop van 2015 en 2016 lijdt IS vooral door het instappen van Rusland en de vorming van een internationale coalitie o.l.v. de USA voortdurend terreinverlies en wordt gedwongen een andere weg in te slaan. Die andere weg wordt geplaveid met de export van de jihad naar ’kruisvaarderlanden’ en de stichting van nieuwe wilayata’s[iv]. Verblind door successen bagatelliseren policor politici voortdurend de problematiek van terugkerende IS-jihadveteranen voor de veiligheid in het thuisland. Zij willen niet inzien dat massale migratiestromen en het opendeurbeleid van West- en Noord-Europese landen islamitisch extremistische bewegingen in staat stellen hun jihad naar de respectievelijke thuislanden te verplaatsen.

… heeft de strategische diepte zijn waarde verloren

Medio 2017 lijkt de cirkel rond te zijn. Door het onvermogen van policor politici heeft de strategische diepte zijn waarde verloren, islamitische extremistische bewegingen is ruimte en tijd gegeven om zich diep in westerse samenlevingen te wortelen, gebruikmakend van de useful infidel om democratische processen te beïnvloeden, zelfs te sturen, nieuwe allianties te vormen en nieuwe fronten te ontplooien. Het NATO-adagium van de onsplitsbare veiligheid is een vervelende realiteit geworden.

[i] Zie het artikel The useful infidel, wie kent die niet? (website Sta-Pal, red).

[ii] Al-Qaeda in Iraq.

[iii] Optimisten hebben aan die oproer de naam ‘Arabische Lente’ gegeven.

[iv] Een wilayata wordt benut voor rekrutering, een veilige haven voor jihadisten om op adem te komen, een halte op de verplaatsingsroute naar een front en om een potentiële oorlogszone te modelleren. Nieuwe wilayata’s zijn Jemen, het noordelijke deel van de Sinaï, Libië, Egypte, Saoedi-Arabië en Algerije.

 

Kaart van Parijs met locaties van de gelijktijdige aan- slagen op 13 november 2015 in het Stade de France (1), het Bataclan theater (4) en vier (2,3,5,6) horeca- gelegenheden (bron: Wikimedia Commons).

Nieuwe extremistische realiteit
Door de geschetste ontwikkelingen dreigt de discussie over de bestrijding van het islamitisch extremisme niet meer gevoerd te worden. Grootschalige aanslagen op nationale symbolen van welvaart en militaire kracht lijken deels te verschuiven naar onbehouwen aanslagen van en door lone wolves met voertuigen en IED’s op trottoirs, metro’s en ontspanningsinstellingen. Simpele aanslagen waarvoor geen uitzonderlijke expertise nodig is, weinig kosten en nauwelijks complexe voorbereidingen met zich mee brengen. Die kenmerken maken het voorkomen van een aanslag, mede door de instelling van policor georiënteerde politici, politiefunctionarissen en justitiële autoriteiten, vrijwel onmogelijk, waardoor veiligheidsdiensten alleen maar reactieve maatregelen resteren, waar anticiperen juist noodzakelijk is.

De nieuwe extremistische realiteit bevindt zich nog nadrukkelijker dan in voorgaande perioden op het kruispunt van wetshandhaving en oorlogvoering, van veiligheid en vrijheid en beïnvloedt beleidsbeslissingen op het gebied van immigratie, opsluiting, inlichtingenverzameling, onderzoeksmethoden, rechtspraak van verdachte terroristen en hun ondersteunende netwerken. Door die veranderingen is het niet meer een discussie van rechtspraak versus gewapende strijd, maar strekt de aanpak zich uit tot een hybride of holistisch bestrijdingsmodel, waarin het goede van beide instituties een plaats moet krijgen.

Begin 2016 adviseerde ik in het artikel Een tevreden kalief in  Raqqa  (Carré  1-2016) om het kwaad op twee fronten aan te grijpen. Ver van huis in het Midden-Oosten tegen IS vierdimensionaal, met grondtroepen, maritieme en luchtstrijdkrachten en de virtuele dimensie. En dicht bij huis met beschikbare grensoverschrijdende en nauw samenwerkende veiligheidsstructuren (justitie, inlichtingen- en veiligheidsdiensten en speciale militaire eenheden) tegen de tentakels van niet-statelijke actoren, de vooruitgeschoven en deels slapende terroristische cellen. In dat artikel werd ook benadrukt welke hindernissen uit de weg geruimd moeten worden om een dergelijke aanpak doeltreffend te kunnen realiseren. Zo stelde ik vast dat door praktische problemen een doeltreffende bestrijding op korte termijn onmogelijk zou blijken te zijn, omdat politici in westerse democratieën hoofdzakelijk reactiepolitiek bedrijven die doorspekt is met kortetermijndenken, opportunisme en een agressieve inmenging van de zieligheidindustrie. Die democratieën huisvesten een samenleving waarin het pamperen van de linkse Gutmensch en het negeren van de noden van de eigen samenleving als vertrekpunten voor het vaststellen van beleid worden gehanteerd. Een dergelijk georiënteerd beleid werkt voordelig voor extremistische bewegingen en transparante samenlevingen zullen dientengevolge regelmatig geconfronteerd worden met hun eigen zwakheden. Dat advies als geheel kan vervallen worden verklaard. Wat voor Nederland overblijft, is de bestrijding in het thuisland.

De strijd in een brandhaard, in de transitieruimte en op het grondgebied van lidstaten van een betrokken alliantie moet geharmoniseerd, gesynchroniseerd, gecoördineerd en geïntegreerd worden. Een despoot als Poetin heeft heel goed begrepen hoe belangrijk een strategische diepte is om extremistische elementen buiten de deur te houden, in tegenstelling tot westerse policor politici die bereid zijn de veiligheid van hun bevolking in de waagschaal te stellen ten gunste van het multiculti sprookje van een naïeveling als Merkel.