Het Europese 'Red Flag' (vervolg)
Auteur: lkol b.d. P. Dekkers
In het vorige nummer schreef ik over het AAFCE/AIRCENT Tactical Leadership Programme (TLP), dat ook wel beschouwd werd als de Europese editie van het Amerikaanse groots opgezette, realistische trainingsprogramma voor jachtvliegers. Ging het daarin vooral over de serieuze aspecten van het programma, nu met de feestdagen en de daarmee gepaard gaande vrije dagen in het vooruitzicht, is het wellicht passend om het geheel met een wat luchtiger ondertoon te beschouwen. Waar zoveel honderden vlieguren tijdens de Koude Oorlog op het scherpst van de snede werden gevlogen om de oefeningen maar vooral zo realistisch mogelijk te laten zijn, waren er natuurlijk ook de nodige ‘bloopers’; zaken die net even anders liepen dan gepland. Vandaar deze verzameling anekdotes die nu, meer dan dertig jaar na dato, het daglicht wel weer kunnen verdragen.

De wonderbaarlijke heliredding

Een van de gebruikte methoden om de effectiviteit van een luchtaanval te kunnen beoordelen, was om de hele aanval met een videocamera vanaf de grond vast te leggen. Zou dat nu bij wijze van spreken iedere toevallige voorbijganger met zijn smartphone kunnen doen, destijds was dat nogal een omslachtig geheel. De camera was van een soort tv-studio formaat die vanaf de schouder van de operator moest worden bediend en de recorder moest in een kleine koffer worden vervoerd. Om deze twee apparaten naar behoren te bedienen, was een tweemans crew nodig, meestal bestaande uit een vlieger en de inlichtingen-officier of de ground liaison officer (GLO). Om bijtijds op het vaak ver weg gelegen target te zijn werd veelal de heli ingezet; een Nederlandse Alouette III of Bölkow, of de Duitse UH-1.

Op deze bewuste dag werd ondergetekende samen met de Amerikaanse inlichtingen-officier naar een of andere obscure Belgische Hawksite gebracht. De heli zette ons ruim op tijd af op de heuvel om vervolgens weer te vertrekken om ergens te gaan tanken voor de terugvlucht naar de basis Jever. Helaas had de meteo het met de weersverwachting niet geheel en al bij het rechte eind gehad en het weer verslechterde snel. De luchtaanval, die zo zorgvuldig was voorbereid en uitgevoerd zou gaan worden, strandde in het zicht van de haven en wij hoorden alleen ver weg geluid, ergens boven de wolken, onzichtbaar voor mens en camera op de grond. Inmiddels was het gaan schemeren en begonnen wij ons serieus zorgen te maken hoe de komende nacht door te brengen. De Belgische Hawk-mensen waren in geen velden of wegen te bekennen en wij begonnen de heuvel te voet af te dalen op zoek naar een wachtpost. Plotseling naderde vanuit de richting van het dal een VW Kever met uit het raampje leunend een fanatiek zwaaiende Nederlandse helivlieger. Wat bleek? Ook de helibemanning had uiteraard gezien dat het weer snel verslechterde en zij hadden gelukkig besloten ons niet in dit ongezellige oord aan ons lot over te laten. Na het tanken hadden zij geprobeerd terug te keren naar de Hawksite, maar dat was al niet meer mogelijk. Niet getreurd: de heli neergezet in een weiland in het dal, een van de vliegers was uitgestapt en had op de weg de eerste de beste langskomende automobilist aangehouden en deze opdracht gegeven ‘wegen eine wichtige Staatsangelegenheit’ de heuvel op te rijden. Met z’n allen terug de Kever in, terug naar de heli die met nog draaiende rotorbladen – dat houdt de toeschouwers op eerbiedige afstand – in de wei stond te wachten. De Kever-bestuurder bedankt, overgestapt in de Alouette en terug naar Jever gevlogen, waar de helimannen uiteraard de rest van de avond de helden van de dag waren in het Offizierheim.

Alouette III (bron: Wikimedia Commons)

Sigaarmans

Tot de aangenamere secundaire arbeidsvoorwaarden bij het TLP behoorde de mogelijkheid om in allerhande meer of minder exotische vliegtuigtypes mee te vliegen. Daartoe hoorde zeker de Amerikaanse F-111, door zijn vliegers liefkozend Aardvark genoemd en later bekend geworden van de raid op Libië in 1986. De F-111 was in meerdere opzichten een merkwaardig vliegtuig. Het escape system berustte niet op aparte schietstoelen, maar de hele cockpit kon als capsule uit het vliegtuig worden geschoten. De tweekoppige bemanning zat naast elkaar, op een soort gerieflijke autostoelen, waardoor de algehele beleving van de vlucht iets had van een ritje in een comfortabele jaren-vijftig Amerikaanse slee. Zelfs een asbakje ontbrak niet onder het dashboard.

Het is een goed gebruik onder vliegers, als de tweede stoel wordt ingenomen door iemand die afkomstig is van een ander type, te vragen of deze zin heeft om een eindje te ‘sturen’, een aanbod dat altijd met beide handen wordt aangegrepen. Tijdens de klim naar de target area ergens in Schotland had ik dus de besturing ferm in de hand toen de vlieger uit een van de zakken van zijn overall een sigaar tevoorschijn toverde, de asbak uit het dashboard trok en met zijn Zippo de brand stak in zijn sigaar. Boven Schotland aangekomen werd de sigaar voorzichtig uitgedrukt en opgeborgen. ‘I’ll have control’, klonk het en we doken naar beneden het Schotse laagvlieggebied in. Na een klein half uurtje herhaalde dit proces zich in omgekeerde richting en op de terugweg ging ook de tweede helft van de sigaar in rook op. Al met al een uiterst relaxte ervaring in een toen hypermoderne jachtbommenwerper, waar later kolonel Ghadaffi de stuipen mee op het lijf werden gejaagd. Kom daar vandaag nog maar eens om in een F-16 of F-35.

De ‘gezellige’ side-by-side cockpit van de F-111 (bron: Wikimedia Commons)

Laagvliegovertreding

Een van de meer hardnekkige mythes die rond het TLP bestond, was dat voor deelnemers aan de cursus een ontheffing bestond voor alles wat door het Duitse low flying handbook verboden was. Uiteraard was dit niet zo, maar er werd soms wel eens wat meer gedoogd dan eigenlijk de bedoeling was. Het regende uiteraard klachten en de leiding van de Luftwaffe schafte een paar luchtdoel- radarsystemen aan, vergelijkbaar met de Nederlandse Flycatcher om overtreders te betrappen en te confronteren met bewijsmateriaal. En zo geschiedde dat eens de videobeelden binnenkwamen van een overtreding gepleegd door een Duitse F-4 Phantom bemanning. Op de video zag je de F-4, een ietsje pietsie lager dan de voorgeschreven 250 voet minimumhoogte. Op het moment dat de Kampfbeobachter zich realiseert dat ze worden aangestraald, zie je de vlieger nog lager gaan en een paar tellen zelfs indraaien, recht op de radar af. Niet veel later wordt de Skyguard op ultralage hoogte gepasseerd.

Nu was de jurisdictie over TLP-detachementen ietwat vaag geregeld in het Memorandum of Understanding (MOU); gebruikelijk was dat disciplinaire zaken door de nationale detachementscommandanten als tot straffen bevoegde meerdere werden opgelost en vliegtechnische zaken door de TLP-commandant. De Duitse Oberst was die dagen juist afwezig en het commando berustte bij zijn plaatsvervanger, een Belgische overste, een wijs man. Na de betrokkenen gehoord te hebben kwam hij tot zijn Salomonsoordeel: ‘This was a German aircraft, flown by a German crew, over German soil, breaking German rules, so I consider this a national problem’. En zo geschiedde.

De Skyguard radar die de Duitsers gebruikten tegen de ‘Tiefflieger’ (bron: Wikimedia Commons)

Epiloog

Zou door het bovenstaande de indruk gewekt zijn dat het TLP een vrolijke vlieg-maar-raak club was, dan is dat natuurlijk onjuist. Er waren tijdens de Koude Oorlog geen NAVO-cursussen waar door instructeurs en cursisten met meer serieuze toewijding en inspanning werd gewerkt. De dagen waren lang en voor ontspanning was maar weinig tijd. De geleerde lessen waren intens en zouden jaren later nog doorechoën in de conflicten van de jaren negentig en daarna. De cursisten bouwden een onderlinge band op en een netwerk dat soms jaren later nog bestond, wat het leggen van contacten voor gezamenlijke training stukken makkelijker maakte. De onderlinge samenwerking binnen de NAVO-luchtstrijdkrachten had een grote sprong voorwaarts gemaakt en de gebruikte tactieken waren meer dan ooit op elkaar afgestemd. Mission accomplished.

Majoor Dekkers als staflid van de TLP.