Auteur: kol b.d. drs. A.E. de Rooij
Een zelfmoordaanslag op Indiase politieagenten in Kasjmir afgelopen februari, waarbij meer dan veertig mensen om he leven kwamen en tientallen gewonden vielen, heeft het smeulende conflict tussen India en Pakistan om deze verdeelde deelstaat weer doen opleven. Hoewel het er op het moment van schrijven op lijkt dat de openlijke vijandelijkheden zijn gestaakt en beide kernmachten zich (relatief) rustig houden, blijft de situatie fragiel.
De omstreden deelstaat Kasjmir (kaart 2016; bron: Wikimedia Commons)

Ongeveer twintig jaar geleden stelde de toenmalige Amerikaanse president Bill Clinton dat de ‘gevaarlijkste plaats in de wereld heden ten dage … het Indiase subcontinent is en de ‘Line of Control’ in Kasjmir’. Ondanks heftige ontkenningen van zowel India als Pakistan, heeft deze uitspraak sindsdien niets aan waarheidsgehalte ingeboet. Het subcontinenten Kasjmir in het bijzonder is ook nu de enige plaats op aarde waar twee kernmachten geregeld met elkaar in conflictzijn.

De oorsprong

Wat is de oorsprong van dit voortdurende conflict? India en Pakistan komen voort uit de deling van het voormalig Brits-Indië bij de onafhankelijkheid op 15 augustus 1947. De voormalige kolonie werd toen opgesplitst tussen India, met een indoe-meerderheid, en Pakistan, waar de moslim- bevolking overheerste. Dit laatste land bestond toen uit twee delen in het westen en oosten van het subcontinent. Het toenmalige Oost-Pakistan verwierf in 1971 zijn onafhankelijkheid – met steun van India. Wij kennen dat land sindsdien als Bangladesh. Tot het toenmalige Brits-Indië behoorde een aantal onafhankelijke vorstendommen. Deze prinselijke staten kregen de keus zich aan te sluiten bij hetzij India, hetzij Pakistan. Kasjmir (officieel Jammu en Kasjmir) was een van deze staten en had een hindoevorst, terwijl de bevolking in meerderheid moslim was. De maharadja van Kasjmir twijfelde bij welk land hij zich zou aansluiten. Hierop kwam een deel van de be- volking, met steun van legereenheden, in opstand. Deze opstand mondde uit in een oorlog tussen India en Pakistan. De oorlog duurde tot eind 1948 en werd besloten met een staakt-het-vuren dat op 1 januari 1949 van kracht werd. Van Kasjmir werd daarna 40% bestuurd doorPakistan, terwijl India de scepter zwaaide over de overige, dichter bevolkte, 60% van het grondgebied. Sindsdien liggen Indiase en Pakistaanse troepen tegenover elkaar langs de voormalige frontlinie die sinds 1972 ‘Line of Control’ heet.   

Chinese betrokkenheid

Noch India, noch Pakistan heeft zich ooit neergelegd bij de deling van Kasjmir. Beide landen blijven volhouden dat de deelstaat in zijn geheel tot het eigenland behoort. Er zijn diverse bemiddelingspogingen gedaan, maar tot nu toe heeft dat weinig concreets opgeleverd. Eind jaren vijftig breidde het conflict om Kasjmir zich uit en werd er een derde land bij betrokken, namelijk China. In de negentiende eeuw hadden de Britten, in overleg met lokale heersers, de grenzen tussen China en Kasjmir en tussen Tibet en Kasjmir vastgesteld. China heeft deze grenzen nooit erkend en eiste delen van Kasjmir op. De verhoudingen werden er niet beter op toen India de DalaiLama in 1959 asiel verleende. De situatie escaleerde en na een aantal schermutselingen viel China in oktober 1962 het Indiase deel van Kasjmir binnen. Als resultaat van de korte oorlog die hierop volgde, lijfde China het gebied Aksai Chin in. Het jaar daarop  kreeg het van Pakistan de regio Shaksgam. 

De Tweede Kasjmiroorlog 

In 1965 initieerde Pakistan de  ‘Operatie Gibraltar’,waarbij ongeveer 30.000 mannen het Indiase deel van Kasjmir infiltreerden om een opstand te ontketenen. Uiteraard bleef deze operatie niet geheim. Daarop overschreden Indiase troepen op 15 augustus van dat jaar( deOnafhankelijkheidsdag!) de bestandslijn. De gevechten breidden zich uit tot buiten Kasjmir. Beide partijen waren grotendeels afhankelijk van westerse munitie, maar Groot-Brittannië en de Verenigde Staten (VS) weigerden de munitievoorraden aan te vullen. Tegelijkertijd trok China troepen samen langs de Indiase grens. Dit noopte India en Pakistan tot onderhandelingen over een staakt-het-vuren, dat op 22 september door de VN werd afgekondigd en de dag daarop van kracht werd. Beide partijen trokken zich vervolgens terug achter de oorspronkelijke bestandslijn. De spanningen waren echter nog niet weg en leidden uiteindelijk tot de oorlog van 1971, toen Bangladesh zijn onafhankelijkheidverkreeg.

Gevechten op grote hoogte

Na deze oorlog tekenden India en Paki- stan een overeenkomst waarin zij toezegden onderlinge conflicten vreedzaam op te lossen. Dit betekende echter niet dat de spanningen inKasjmir verdwenen. In de jaren daarna bleven moslimgroeperingen ageren tegen India en streefden zij naar hetzij onafhankelijkheid, hetzij aansluiting bij Pakistan. Dit ging vaak met geweld gepaard. Pakistan steunde dergelijke bewegingen, soms ook actief, on- danks ontkenningen van de Pakistaanse overheid. Het sluimerende conflict laaide een aantal keren op In1984 brak een conflict uit om de Siachengletsjer, waarover de ‘Line of Control’loopt.

India probeerde de gletsjer te veroveren (‘Operatie Meghdoot’). Het conflict sleepte zich voort tot 1989 en werd uitgevochten op grote hoogte, plaatselijk meer dan 7.000 meter boven zeeniveau, en kostte meer dan 4.000 doden.

Kernmachten in conflict

Het laatste openlijke grote conflict over Kasjmir, voor 2019, vond plaats in 1999: het Kargilconflict, ook wel de derde Kasjmir oorlog genoemd. Deoor- zaak van het conflict was de infiltratie van Pakistaanse (para-)militairen die vermomd als Kasjmierse militanten in de lente van dat jaar de ‘LineofControl’ overschreden en in het Indiase deel van Kasjmir infiltreerden. India reageerde met de inzet van land-en luchtmachteenheden om deze gebieden terug te veroveren. Het bijzondere aan dit conflict was dat op dat moment beide landen beschikten over kernwapens. Het was deze eerste (nietverklaarde) ‘hete’ oorlog tussen twee kernmachten die president Clinton de uitspraak ontlokte die ik in het begin van dit artikel heb geciteerd.

Sindsdien zijn er diverse kleinere schermutselingen langs de ‘Line of Control’ geweest, maar zelfs de terroristische aanslag in Mumbai in 2008 leidde niet tot gevechten op grote schaal. Omdat beide landen over kernwapens beschikken, worden de risico’s als te hoog ingeschat om zaken te laten escaleren. Dit maakt de gebeurtenissen  van afgelopen februari zo bijzonder – en zo bijzonder gevaarlijk. Beide landen hebben luchtaanvallen op elkaars grondgebied uitgevoerd, waarbij tenminste  één Indiaas toestel boven Pakis- taans gebied werd neergehaald. Diplomatie op het hoogste niveau en de overdracht van de gevangen genomen Indiase vlieger door Pakistan hebben verdere escalatie voor komen, hoewel er sindsdien geregeld wederzijdse beschietingen hebben plaatsgevonden. Dit laatste is echter business as usual.

De internationale context

Het conflict tussen India en Pakistan bevindt zich niet in een vacuüm. Beide landen hebben bondgenoten gezocht en gevonden. Uiteraard hebben ze allebei banden met de oude koloniale macht. Met name India heeft in de jaren vijftig en zestig jaren Britse wapens verworven.

In de jaren vijftig werden ook de VS bij het conflict betrokken. Ze sloten overeenkomsten met Pakistan en leverden wapens  aan de Pakistani. De relatie tussen de VS en Pakistan is sindsdien blijven bestaan, maar ging (en gaat) op en neer. De VS hebben Pakistan diverse malen ervan beschuldigd terroristen en de Taliban te steunen. Vaak werden dan leveranties van wapens en munitie bevroren. De onder president George W.Bush begonnen en door president Obama geïntensiveerde aanvallen met drones in het Pakistaanse stammengebied hebben bij veel Pakistanen anti-Amerikaanse sentimenten doen ontstaan. De verhouding tussen beide landen laat  zich het best omschrijven met de term ‘frenemies’.

De verhoudingen tussen China enPakistan zijn daarentegen veel beter en vooral warmer. Pakistan ziet China als zijn beste vriend. Voor de Pakistaanse strijdkrachten is China de belangrijkste leverancier. De aanleg van de haven van Gwadar en de renovatiewerkzaamheden aan de Karakoram Highway zijn voorbeelden van de grote betrokkenheid van China bij Pakistan.

Tenslotte heeft Pakistan goede banden met andere moslimlanden, zoals Saoedi-Arabië. De grote Faisalmoskee in dePakistaanse hoofdstad Islamabad is bijvoorbeeld niet alleen genoemd naar de toenmalige Saoedische koning, maar ook grotendeels door Saoedi-Arabië gefinancierd.

Het zal u niet verbazen dat India toenadering heeft gezocht en gevonden bij de voormalige Sovjet-Unie en later Rusland. Deze banden bestaan nog steeds. De laatste jaren zoekt India echter ook toenadering tot westerse landen, zoals de VS en Frankrijk. Het laatste land heeft een overeen- komst gesloten voor de levering van Rafale gevechtsvliegtuigen. Ook de banden met Israël zijn goed en dat land ontwikkelt zich tot een belangrijke wapenleverancier. Daarnaast heeft India goede banden met Iran (leverancier van olie) en probeert het ook de relaties met Afghanistan te verbeteren. Met name dit laatste wordt door Pakistan gezien als een poging tot omsingeling.

Twee fronten 

Terwijl Pakistan een omsingeling vreest, ziet India een tweefronten oorlog als grootste dreiging. De betrekkingen met Pakistan zijn op zijn best koel te noemen en vaak ronduit vijandig. De betrekkingen tussen India en China zijn evenmin erg hartelijk. Een van de oorzaken hiervoor is het betwiste gebied aan de noordgrens van India. Het Chinese streven naar macht in de Indische Oceaan (de ‘string of pearls’) wordt door India ook als bedreigend gezien. Tel daarbij de goede relatie tussen China en Pakistan op en de dreiging vanuit Indiaas oogpunt wordt duidelijk. Het ligt voor de hand dat, als het tot een groot conflict komt, India zal proberen de zwakkere van de twee landen, Pakistan, degenadeklap te geven – de zogenaamde ‘ColdStartdoctrine’-voordat China op grote schaaltroepen kan ontplooien in de Himalaya. Het risico van een dergelijke strategie is dat als de oorlogsmachine eenmaal in gang is gezet, India geen stap meer terug kan doen en de gebeurtenissen elkaar als het ware automatisch opvolgen. Het Duitse Schlief- fenplan uit de EersteWereldoorlog is hier een afschrikwekkend voorbeeld van.

Wederzijdse sterktes 

Hoe omvangrijk kan een conflict tussen beide landen zijn? De grootte van de strijdkrachten kan daarvoor indicatief zijn. Zowel India als Pakistan kennen een beroepsleger en de strijdkrachten van beide landen zijn voor West-Europese begrippen van een enorme omvang. India beschikt over bijna 1,4miljoen parate militairen, die kunnen worden versterkt met ruim twee miljoen reservisten. Daarnaast zijn er ruim 1,4 miljoen paramilitairen. De Pakistaanse strijdkrachten zijn aanzienlijk kleiner. Dit land heeft ongeveer 650.000 parate militairen en ongeveer 550.000 reservisten. Het aantal paramilitaire troepen bedraagt bijna500.000.

De Indiase landstrijdkrachten zijn georganiseerd in veertien legerkorpsen met ongeveer veertig divisies, 4.800 tanks en ruim 4.700 stukken geschut en raketlanceerinrichtingen. Het Pakistaanse leger kent negen legerkorpsen met ruimt twintig divisies en een even groot aantal zelfstandige brigades. Pakistan beschikt over ongeveer 2.200 tanks en bijna 2.000 stukken geschut en raketlanceerinrichtingen. In de lucht zijn de verschillen minder groot. De Indiase luchtmacht telt momenteel ruim zeshonderd jacht- en aanvalsvliegtuigen en heeft orders lopen voor meer dan driehonderd toestellen. Pakistan heeft meer dan vijfhonderd jachtvliegtuigen met meer dan vijftig extra toestellen in het vooruitzicht. Op zee daarentegen is India  veel sterker. Het heeft een vliegkampschip (met nog twee in aanbouw), zestien onderzeeboten, 24 jagers en fregatten en 22korvetten. De Pakistaanse marine heeft slechts vijf onderzeeboten en negen fregatten.

Nucleair

Naast aanzienlijke conventionele middelen hebben beide landen de beschikking over kernwapens. Volgens schattingen heeft elk land er meer dan honderd. India heeft een zogenaamde no first use doctrine.Pakistan denkt op dit gebied heel anders. Dat land is zich bewust van de Indiase conventionele overmacht. Bovendien ontbeert het de strategische diepte om een aanval op te vangen. De belangrijke stad Lahore (ruim 11 miljoen inwoners en het culturele hart van Pakistan) ligt bijvoorbeeld op slechts een tiental kilometers van de Indiase grens. Het land hanteert daarom bewust een first use doctrine.  In het geval van bijvoorbeeld een succesvolle conventionele Indiase aanval zal het land kernwapens inzetten om deze te stoppen. Volgens Amerikaanse bronnen heeft het land bovendien een second strike capability, wat de geloofwaardigheid van de nucleaire doctrine vergroot.

Tot slot 

De gebeurtenissen van afgelopen februari tonen dat een conflict tussen India en Pakistan nooit ver weg is. Beide landen staan vijandig tegenover elkaar en claimen geheel Kasjmir. Zij beschikken beide over een grote conventionele strijdmacht. Het zijn bovendien kernmachten en in ieder geval Pakistan is bereid zijn nucleaire middelen te gebruiken. Het kruitvat Kasjmir kan dan ook leiden tot een ramp van wereldwijde omvang.