Het gerechtshof in Den Haag boog zich zich maandag 13 mei over het hoger beroep dat door de defensiebonden tegen de staat is aangespannen over de eindloonregeling. Dit hoger beroep is een vervolg op de uitspraak die de rechter in kort geding eerder heeft gedaan over de vraag of in 2019 nog een eindloonregeling geldt voor militairen of niet.

De aanwezigen troffen drie goed ingelezen rechters aan die als eerste de pleidooien van de advocaten van de defensiebonden en de landsadvocaat aanhoorden.

Na een schorsing stelden de rechters de nodige kritische vragen aan zowel onze advocaten als de landsadvocaat. De landsadvocaat keerde opnieuw stelselmatig terug naar het pensioenreglement. Volgens de vrije uitleg van dit reglement door de landsadvocaat staat daarin dat er vanaf januari 2019 sprake is van een middelloonregeling voor militairen. Een opmerkelijke pleidooi gezien de recente publiekelijke bevestiging door de staatssecretaris dat militairen eigenlijk nog steeds een eindloonregeling hebben. Die uitspraak werd door haar gedaan tijdens de uitzending van WNL op zondag 10 maart jl.,  maar werd door de landsadvocaat tijdens de zitting afgedaan als niet meer dan een verspreking.

Wij houden vooral vast aan de pensioenafspraken die we in 2017 met de werkgever maakten. Daarbij is namens ons in de richting van de rechters betoogd dat zolang er niet definitief een nieuwe, uitgewerkte en door de leden geaccepteerde pensioenregeling is overeengekomen, de eindloonregeling voor militairen in stand blijft.

Het hof doet op 9 juli uitspraak.