Als deze Carré uitkomt, is er een arbeidsvoorwaardenakkoord. Voor mij was het essentieel dat met name onze lagere rangen, de sergeanten en sergeanten-majoor hier echt geld aan zouden overhouden. Door de crisisjaren stond het water tot aan de lippen of daarboven. Zij zitten op de armoede- grens. Bovendien gaan bevorderingen veel langzamer. Zij betalen een lagere pensioen- premie, dus in menig huishouden komt de Kerstman deze keer echt even langs. Het werd overigens ook tijd. Door de duur van het akkoord te fixeren op 1oktober 2018 kunnen wij bezien hoe de loonontwikkeling bij de andere sectoren is en kunnen we hierop aanhaken. In die andere sectoren mogen ze staken, wij niet. Laat hen hier maar de voorhoede vormen. Op dit dossier kunnen wij strategisch gezien beter volger zijn. Bovendien moeten wij ons realiseren dat arbeidskracht schaars aan het worden is en dat drijft de lonen op. Volgens mij een ideale situatie om de verliezen van de afgelopen jaren weg te werken.
Waar liggen mijn zorgen?
Allereerst in het langer dienen. Landmacht en marine overwegen al om mensen veel sneller een fase 3-contract te geven. Dat geeft de zozeer gewenste zekerheid. Dan blijft er nog een factor over en dat is perspectief. Door de ophoging van de ontslagleeftijd blijft de stop nog langer op de fles. En met SBK-achtige maatregelen gaan wij dit niet oplossen. Hier zullen wij echt iets aan moeten doen. Met name de generaals en kolonels zouden vroegtijdig de krijgsmacht moeten verlaten om ruimte te maken voor anderen. Dit probleem moet echt opgelost worden, willen wij een aantrekkelijke werkgever worden en perspectief bieden aan het personeel. Een van de beste vijf werkgevers van Nederland worden, dat zou het doel moeten zijn.
Een tweede zorg ligt in de adaptieve krijgsmacht, in mijn ogen het nieuwe FPS. De adaptieve krijgsmacht biedt vele mogelijkheden. Maar in de laatste brief aan de Kamer durft men weer niet aan te geven dat men tot de beste vijf werkgevers van Nederland wil behoren, geen focus dus. Door wel een dergelijke stelling te poneren, richt je de organisatie. Dan wordt je echt competitief. Ik weet, dat is iets anders dan agile, flexibel en nog meer van dergelijke mode- woorden; maar hiermee werf je en wij hebben de tools in huis om dit te kunnen waarmaken. Waarom hebben wij de guts niet om hiervoor te gaan; zijn we bang dat de Tweede Kamer ons erop af gaat rekenen? Angst is een slechte raadgever, zoals alle militairen zouden moeten weten.
Een tweede punt in deze brief is het vaststellen van richtcijfers voor de vaste en dus ook voor een flexibele vulling van de organisatie: 80% vullen met vast personeel en 20% met flexibel personeel. De afgelopen jaren hebben wij kunnen zien wat het betekent als je de checks and balances uit de organisatie haalt, wanneer er tekorten zijn om het werk goed te kunnen uitvoeren.
Allereerst zou daarom de organisatie weer met voldoende personeel gevuld moeten worden om adequaat te kunnen functioneren. Ossendrecht en Mali zijn niet uit de lucht komen vallen. Hier was niet alleen sprake van een tekort aan personeel op de beschikbare functies, maar ook van een tekort aan voldoende functieplaatsen om het voorliggende werk op een goede wijze uit te voeren. Van schrijvers van syllabi en gekwalificeerde hulpleiders tot munitie- technici. Ergo, bouw nu eerst een organisatie op die zijn taak veilig kan uitvoeren. Vul deze organisatie met goed opgeleid en gemotiveerd personeel. Huur voor extra taken, zoals tijdens uitzendingen, flexibel personeel in. Overigens is flexibel personeel veel duurder dan vast personeel, zet daarom geen flexibel personeel in op vaste arbeidsplaatsen.
Een aantal (veelal ex-)militairen zit nog steeds met een AOW-gat. Bovendien is het ABP administratief niet in staat om achterstallige compensaties uit te betalen. Er is al ontzettend veel arbeidsvoorwaarden-geld in het AOW-gat gestoken. De rechter heeft aangegeven dat 90% een faire compensatie is. De voltallige Vaste Commissie voor Defensie (VCD) heeft zich uitgesproken voor compensatie en uiteindelijk hebben de vertegenwoordigers van VVD en PvdA zich moeten schikken in de partijdiscipline. De kern van de boodschap was en is: je mag niet worden gestraft voor je ‘Bijzondere positie’, integendeel. Maar de oplossing moet wel vanuit de politiek komen. CDA, CU en D66 hebben zich hard gemaakt voor reparatie. De verkiezingen liggen achter ons. Wij zullen hen zeker aan dit standpunt houden. Dit gevecht gaat een nieuwe ronde in.
Als laatste, de pensioenen. Deze zin geeft goed weer wat gepensioneerden voelen. In alle kabinetten Rutte hebben zij het gevoel gehad het kind van de rekening te zijn. En ook in deze regeringsverklaring kan weinig toekomstperspectief worden gevonden. Maar onder de oppervlakte wordt er hard gewerkt, geduwd en getrokken in de SER. Zoals de regeringsverklaring ook aangeeft, zal met name dit advies richtinggevend worden voor ons nieuwe nationale pensioensysteem, dat deze kabinetsperiode het licht moet zien. In algemene zin zal een systeem, waarbij niet geïndexeerd kan worden en het geld verder wordt op- gepot, onbespreekbaar zijn voor de bon- den. In Den Haag en Havelte hebben wij inmiddels voorlichting gegeven over de ontwikkelingen binnen de SER. Wij zullen u persoonlijk informeren op veel meer locaties. Via directe mailing en onze website zullen wij u informeren.
De Kerstman komt bij onze actief dienenden langs. Wellicht nog niet genoeg, maar er is perspectief. Onze UKW’ers krijgen hier financieel ook een zet van mee. Bovendien zal de strijd om het AOW-gat te dichten worden voortgezet. Voor onze gepensioneerden is er nog steeds weinig uitzicht. Ik hoop voor het volgend jaar ook voor deze laatste groep op beter nieuws. Zij hebben Nederland opgebouwd en worden nu afgeserveerd, althans zo voelt het.
Ik wens u fijne Kerstdagen en hoop op perspectief voor allen in 2018.
Uw voorzitter