Redactioneel
Bij Defensie is de veiligheid binnen de eigen organisatie sinds kort op het hoogste plan gezet.

De afgelopen jaren was er zo’n ophef over ernstige veiligheidsincidenten – waarbij ook dodelijke slachtoffers vielen – dat er zelfs een minister en een Commandant der Strijdkrachten (CDS) voor moesten opstappen. Om aan alle kritiek tegemoet te komen, is er nu een Inspectie Veiligheid Defensie (IVD) opgericht. Het hoofd van deze nieuwe organisatie wordt aangeduid met Inspecteur-Generaal Veiligheid (IGV). Deze functionaris valt rechtstreeks onder de minister en staat daarmee naast de hoogste ambtenaar van het ministerie, de Secretaris-Generaal (SG). De bedoeling is duidelijk, namelijk het creëren van een onafhankelijk toezichtsorgaan. Daar is er echter al één van, namelijk de Inspecteur- Generaal der Krijgsmacht (IGK).

De IGK is een oud fenomeen, met als taak om onafhankelijk te adviseren op het gebied van personeel en bedrijfsvoering. De functie werd na het einde van de Tweede Wereldoorlog, vanaf september 1945 tot september 1976 bekleed door prins Bernhard. In dat jaar werd hij wegens het aannemen van steekpenningen, de ‘Lockheed-affaire’, gedwongen om het militaire pak uit te trekken en zijn formele band met Defensie te verbreken. Daarna zijn er afwisselend vanuit de Landmacht, Luchtmacht en Marine opvolgers benoemd; opperofficieren in de rang van luitenant-generaal of viceadmiraal, die hun sporen hebben verdiend, geacht worden boven de partijen te staan en primair als ‘ombudsman’ optreden. De IGK kan voor een belangrijk deel zelf bepalen waar hij – tot nu toe is er nog geen sprake geweest van een vrouw – zich mee bemoeit en waarover hij rapporteert.

Goed gebruik is dat de IGK elk jaar één of twee thema’s onderzoekt, waarover hij dan na afloop verslag uitbrengt en waar de Tweede Kamer over wordt geïnformeerd. In zo’n thematisch onderzoek kan ook het onderwerp ‘veiligheid’ bij de kop worden gepakt. Dat was bijvoorbeeld in 2010 het geval, toen de IGK  onderzocht hoe verschillende leiderschapsstijlen uitwerken op de sociale veiligheid binnen de organisatie. De rapportage is eenvoudig terug te vinden via het internet. En ook in 2017 heeft de IGK in zijn jaarverslag aandacht besteed aan de relatie tussen veiligheid en leiderschap. In de aanloop naar het ontstaan van de nieuwe veiligheidsinspectie, de IVD, heeft de Commissie Van der Veer aangegeven dat de IGK de rol van Inspecteur Veiligheid prima zou kunnen invullen.

Waarom deze uitweiding over de IGK? Omdat er dus gewoon op het hoogste niveau binnen Defensie reeds vele jaren een autoriteit bestaat die de politieke leiding rechtstreeks adviseert, onafhankelijk is – dat per definitie moet zijn – en zich   kan richten op alle vormen van veiligheid binnen de organisatie. En dan toch is er vorig jaar gekozen voor een aparte veiligheidsinspecteur. Is er dan wellicht een probleem met de onafhankelijkheid, of is de autoriteit van de IGK in het geding? In formele documenten wordt daarover niet gerept, maar dit speelt zich af op politiek niveau en daar liggen de kaarten meestal niet open op tafel.

Kijkend naar de recente aanpassing van de topstructuur binnen Defensie, valt op dat er sprake is van een verschuiving van verantwoordelijkheden. De CDS staat in de nieuwe structuur aan het roer voor de volledige uitvoering, waarbij hij nu ook de ondersteunende bedrijven direct kan aansturen. Maar beleid en financiën heeft hij niet in de hand. Hij mag nog wel zelf plannen maken, maar dat is toch vooral in de exploitatiesfeer; de richtlijnen en randvoorwaarden worden gedicteerd door de Directeur-Generaal Beleid en de Hoofddirecteur Financiën en Control. Voor wat betreft interne veiligheid is het helemaal bont gemaakt: er komen richtlijnen vanuit Beleid, waarin een aparte Directie Veiligheid is opgenomen, de benodigde financiële middelen worden toegekend door F&C en dan is er nog geïntensiveerde controle op de uitvoering door de IGV.

Voor de interne veiligheid komen er richtlijnen vanuit Beleid, waarin een aparte Directie Veiligheid is opgenomen. 

Zo gaat dat dus als minister en staatssecretaris zich gedwongen voelen om een cultuurverandering te realiseren: dan zorg je dat er regels worden vastgesteld, de financiële middelen worden verdeeld en er controle wordt uitgevoerd door burgers die het niet op een akkoordje gooien met de hoogste militaire baas van de krijgsmacht. Want dat is toch vooral wat we hieruit leren: veiligheid bereik je niet met militairen!

En nu maar hopen dat de militairen, binnen het Koninkrijk en daarbuiten, tijdens trainingen, oefeningen en operaties, zich als keurig nette burgers gaan gedragen.

Redactie