Wie stopt met verbeteren, houdt op om goed te zijn
Na jaren van harde bezuinigingen, schijnt er wat meer licht aan de horizon, waar vrije en briljante ideeën ontspruiten aan de militaire geest om meer ruimte te gaan krijgen om ontwikkeld en uitgevoerd te gaan worden. Mooie spulletjes alleen zijn echter niet voldoende om het gevecht te kunnen winnen. Want het gaat niet alleen om technologische innovatie, maar ook en misschien wel juist om sociale innovatie om te kunnen blijven beschermen wat ons dierbaar is. Daarnaast was een belangrijk item het volgen van internationale ontwikkelingen, zowel militair als vanuit het bedrijfsleven en deze te vertalen naar het eigen optreden en de organisatie.
Veranderingen gaan vandaag de dag in een razend tempo.Het is daarom van levensbelang om kennis op te doen en mee te gaan met de veranderingen. Er komt na lange tijd weer groei in de organisatie, de toekomst ziet er rooskleuriger uit dan de laatste decennia, mensen zien de komende jaren nieuwe spullen binnenstromen en voorraden op peil komen. Maar wat is die toekomst waard als we de singulariteit van onze eigen omgeving niet meer kunnen, willen of durven duiden en feitelijk door de afgelopen jaren intellectueel en creatief zijn lamgeslagen? Aldus een realistische kol VanHarskamp.
Innoveren is noodzakelijk
Een breed palet aan deskundigen heeft tijdens dit symposium zijn visie op dit onderwerp gegeven en de deelnemers mee op reis genomen naar de wereld van militaire en wetenschappelijke innovatie en de vertaling hiervan naar het bedrijfsleven en vice versa. Cdre prof. dr. Frans Osinga van de NLDA nam de deelnemers mee op reis naar de laatste wetenschappelijke ontwikkelingen binnen het domein van militaire innovatie, soms wat abstract, maar het uitgangs punt is: wil men zich kunnen bewegen in het brede spectrum van wetenschap en militaire innovatie dan is een wetenschappelijke basis absoluut noodzakelijk. Ook aan de vernieuwde dreiging vanuit Rusland en het destabiliseren van de Trans-Atlantische gebieden werd door cdre Osinga aandacht besteed.
Bij de inleiding van prof. dr. Jeff Gaspersz van de Nijenrode Business Universitywerd door de dagvoorzitter, maj Larry Hamers gememoreerd: ‘U heeft meer boeken geschreven, dan ik ooit heb gelezen in mijn leven’. Prof.Gaspersz, auteur van ruim 37 boeken over innovatie, gaf de deelnemers inzicht in de verbinding tussen wetenschap en de praktijk; met andere woorden, hoe worden wetenschappelijke inzichten vertaald naar bruikbare concepten in het bedrijfsleven. Kol Rob Meeuwsen, de innovatiegezant van de KL, heeft de deelnemers inkijk gegeven hoe binnen CLAS invulling wordt gegeven aan innovatie. Daarna werden de laatste concrete innovatieve ontwikkelingen voor het landoptreden toegelicht door lkol Ron Plender, Hoofd Kenniscentrum Grondgebonden Manoeuvre.
Ook tijdens dit symposium hebben diverse bedrijven en TNO op het gebied vancommand & control (C2), vuurkracht, bescherming en training inzicht gegeven in de laatste ontwikkelingen binnen de defensie gerelateerde industrie.
Innovatie uit de praktijk
Tijdens dit symposium hebben jonge infanterie-officieren een inkijk gegeven in hun denkwijze over innovatie en in welke richting de infanterie zou moeten innoveren. Cad sgt inf Teun Soppe liet zien met welke innovatieve ontwikkelingen van morgen hij als commandant van een infanteriecompagnie zou willen werken en waarom.
Een ander mooi voorbeeld van innovatie uit de praktijk was de presentatie van kpl Jorvik Wiersma (13Infbat-11AMB). Hij ontwikkelde een innovatief mountingsys- teem op het persoonlijk wapenvoor ‘3xvergrotersysteem’. Dit vergrotersysteem dient direct achter het standaard snel richtmiddel (Aimpoint M4) geplaatst te worden. In de praktijk leverde dit operationele problemen op. Als omgeschakeld moest worden van closequarterscombat naar conventioneel optreden (en vice versa) moest het 3 x vergrotersysteem volledig losgekoppeld worden van het wapen. Ook leidde dit tot problemen met het overzicht (situational awareness).
Tevens was de kans op verliezen tijdens een actie groot. Kpl Jorvik heeft een ingenieus systeem ontwikkeld waarbij het 3 x vergroter richtmiddel gewoon op het wapen blijft zitten, en waarbij het om- schakelen bovendien blindelings en enkelhandig uitgevoerd kanworden. Dit is een mooi voorbeeld van een briljant innovatief idee, ontsproten en ontstaan in de praktijk en op de werkvloer.
Aanhaken en geïnformeerd blijven worden
Aangezien het Korps Nationale Reserve (NATRES) behoort tot het Wapen der Infan- terie, was het Korps deze dag vertegenwoordigd door de korpscommandant, lkol Hans Berding en de hoofdofficier-toegevoegd van het Korpsbureau, maj Rob Sommers. Namens 20 NATRES-bataljon was maj Gerard Burgers aanwezig. Omdat het belangrijk is dat ook het Korps aanhaakt en geïnformeerd blijft over de ontwikkelingen binnen de infanterie. Maar naast de toehoorders waren er ook ‘werkpaarden’ van het Korps aanwezig, eenaantal militairen van 20NATRES-bataljon was verantwoordelijk voor de toegangs- controle, facilitaire ondersteuning en het in goede banen leiden van dit leerzame en bijzondere symposium. Last but not least, ook de aanwezige oud-korpscommandant kol b.d.Gerard van der Thiel pleitte tijdens de evaluatie om naast de materiële innovatie,ook te gaan kijken naar innovatie op het gebied van het personeel, zoals de selectie, keuring en instroom van nieuw personeel; uiteindelijk zullen zij het werk moeten gaan doen, want zonder voldoende personeel staat het innovatieproces stil.
Kol Van Harskamp tot besluit
Wij willen de deelnemers met dit symposium een Gedankenanstoss geven hoe zij zelf een bijdrage kunnen leveren aan de innovatievan de KL en de infanterie in het bijzonder. Wij hopen dat de deelnemers na afloop van dit symposium meer kennis en begrip hebben gekregen hoe Defensie innovatie heeft ingebed en hoe externe partners hieraan kunnen bijdragen.
Kol Van Harskamp eindigde met de legendarische woorden uit de musical Soldaat van Oranje: ‘Als wij het niet doen, wie dan wel?’
Dit artikel werd in maart gepubliceerd in het blad INFANTERIE en wordt met toestemming van die redactie ook geplaatst in Carré