"Dr. Jaap Anten; Werkgroep Defensiebeleid en Krijgsmacht"

Ybeltje Berckmoes en de grenzen van invloed op Kamerleden

= defensiebeleid en krijgsmacht = Aangezien het informeren van politici tot de taken van de GOV behoort, heb ik het recent verschenen 'Voorlichting loopt met u mee tot het ravijn' gelezen van Ybeltje Berckmoes, tot voor kort parlementariër voor de VVD (Ybeltje Berckmoes, Voorlichting loopt met u mee tot het ravijn. Mijn ontluisterende jaren in de VVD-fractie. Uitgeverij Van Praag, 2017). Haar verhaal is de moeite waard en niet alleen omdat zij korte tijd woordvoerder voor Defensie was, maar vooral omdat het laat zien dat het informeren en beïnvloeden van Kamerleden door met name de GOV grote beperkingen kent. Die beperkingen komen later ter sprake, want om ze te begrijpen is enig inzicht in Berckmoes’ boek noodzakelijk.

Ondanks een lage plaats op de kieslijst werd zij in 2012 toch wat onverwacht Tweede Kamerlid aangezien de VVD een stevig aantal Kamerzetels won. In 2017 verliet zij de fractie. Het beeld doemt op dat zij meer een buitenstaander is gebleven dan een raspolitica. Dit vindt zij zelf ook, maar ze legt de oorzaken daarvan, naast haar karakter, voor een groot deel bij de fractievoorzitter, Halbe Zijstra, toch wel de bad guy van het verhaal. Haar boek wordt daarom door sommigen weggezet als een afrekening, maar dat is te weinig eer voor haar. Hoewel zeker subjectief, biedt zij een enigszins verontrustend, en daarmee belangrijk, perspectief op de werking van de Tweede Kamer.

Ybeltje in Wonderland
Ybeltje Berckmoes kwam uit het bedrijfsleven en ziet zichzelf als een ‘naieve realist’, iemand die zich blijft verwonderen en verbazen, in het bijzonder over de politieke cultuur. Een soort Alice  die  in  Wonderland is beland. Aan het begin ging het daar in haar ogen zonnig toe. Fractieleider Stef Bos nam haar inhoudelijk serieus. De Teldersstichting, het wetenschappelijk bureau van de VVD, leverde veel inhoudelijke informatie en gaf sinds begin 2012 korte adviezen voor het wekelijkse overleg van de VVD-Tweede Kamerfractie. Alles begon volgens en voor haar te veranderen toen in november 2012 het kabinet-Rutte II aantrad. Stef Bos werd minister, waarna Halbe Zijlstra de VVD-fractie dirigeerde. Het nieuwe kabinet had in de  Eerste Kamer een minderheid en bezat in de Tweede Kamer een meerderheid van slechts vier zetels die geleidelijk terugliep naar nul begin 2017. Ybeltje Berckmoes ondekte dat om het kabinetsbeleid te laten slagen in de Tweede Kamer, de  fractieleden steeds minder speelruimte kregen en eind 2016 was er in haar woorden sprake van kadaverdiscipline. Zij noemt de fractieleden stemvee en zichzelf ironisch, vanwege haar plaats op de verkiezingslijst, Klara 39.

Fractiediscipline en Defensie
Dit vergroten van de fractiediscipline gebeurde met verschillende instrumenten. Het wekelijkse fractieoverleg werd minder inhoudelijk, meer een opsomming van voorgekookte zaken. Een ander, al bestaand, instrument was de ‘baantjesmachine’ voor vervolgfuncties na het Kamerlidmaatschap waarbij ‘de contactpersoon burgemeesters’ – de  naam  zegt het al – een cruciale rol speelde. Dit  was een beloningsmechanisme, maar om van de matig functionerende Berckmoes af te komen, kreeg ook zij een mogelijke burgemeesterspost aangeboden, die ze weigerde. Deze contactpersoon was niet  de enige. Volgens een interne notitie vormde staatssecretaris Sander Dekker ‘onze ogen en oren voor functies bij de rijksoverheid en aanpalend’ (p. 56 – 57).

Ybeltje Berckmoes werd tot haar eigen verbazing woordvoerder defensie

Een derde disciplinerend instrument van Zijlstra en  vicefractievoorzitter Tamara van Ark was het in snel wisselend tempo toekennen en even gemakkelijk weer afnemen van woordvoerderschappen. Zo werd Ybeltje Berckmoes tot haar eigen verbazing woordvoerder defensie. Zij wist hier nauwelijks iets van en de achterliggende reden scheen niet veel anders te zijn dan dat ze dicht bij Den Helder woonde en deze regio ondervertegenwoordigd was in de Kamer. Overigens bleef Han ten Broecke, voorzitter van de Vaste Commisie Defensie (VCD) van de Tweede Kamer, degene die over het defensiebeleid ging. Berckmoes zat eens in een soort brainstorm, waarin hij van alles dicteerde terwijl de kersverse minister van Defensie,  Jeanine  Hennis, als een secretaresse driftig zat te pennen. Geleidelijk werd de minister zelfstandiger. Hennis, bepaald geen defensiespecialist, was de fractie binnengehaald als een groot talent en tot haar ministerschap bemoeide zij zich met van alles. Berckmoes wekt de indruk dat Ten Broecke en Angelien Eijsink van de PvdA, die deze functie ook ambieerden, betere keuzes waren geweest. Haar voorspelling dat niet Hennis – want ‘Jeanine ontbreekt het aan visie, volgens sommigen’ (p. 143) – maar Klaas Dijkhoff  de nieuwe fractievoorzitter zou worden, is inmiddels uitgekomen. Om verschillende redenen, waartoe volgens haar ook haar kritiek op het uithollen van Defensie door het kabinet behoorde – zoals bekend kenmerkend voor het grootste deel van Rutte II – raakte Berckmoes haar woordvoerderschap kwijt.

Voorlichting loopt met u mee tot het ravijn
In dit minder  inhoudelijke  fractiebeleid past ook de afnemende rol van het wetenschappelijk bureau van de partij, dat geheel uit beeld raakte. Daarentegen  werd de voorlichting van de fractie in 2013 sterk uitgebreid. Het werd het instrument voor meer fractiediscipline bij uitstek en vormt om zo te zeggen het zwaartepunt van haar verhaal. Kort gezegd maakten inhoudelijke debatten binnen het fractieoverleg steeds meer plaats voor de vraag hoe zich  aan het publiek – en de media in het bijzonder – te presenteren. De fractieleden moesten daarbij van de fractieleiding altijd een voorlichter in de hand nemen. Slechts enkele gevestigde namen als Ton Elias en Fred Teeven gingen behoorlijk hun eigen weg, maar de rest kon worden gestraft, bijvoorbeeld met het afnemen van een woordvoerderschap. Overigens blijkt uit een artikel van Eric Vrijsen dat Halbe Zijlstra zichzelf niet geheel wist te vrijwaren van communicatieve uitglijders met het publiek[i].

In het begin was Berckmoes enthousiast over de communicatie door Voorlichting, één beeld uitstralen over verschillende onderwerpen en een beperkt aantal boodschappen verkondigen, een aanpak die ze kende uit haar tijd in het bedrijfsleven. Maar haar enthousiasme sloeg om toen Voorlichting steeds meer adviezen over standpunten begon te geven. De fractieleden moesten steeds meer gaan communiceren via enkele speerpunten: Economie, Gezonde Financiën, Veiligheid, Justitie en Wegen. Volgens Voorlichting was uit marktonderzoek gebleken dat ‘het merk VVD’ hiervoor stond.
Berckmoes en anderen kwamen er niet achter hoe (goed) deze onderzoeken werden uitgevoerd, ‘want je begreep inmiddels, met Voorlichting ging je niet in discussie’ (p. 118). Wijzigingen in deze communicatie werden verdedigd met marktonderzoeken die dit zouden bevestigen. Alles wat hier niet onder viel, werd ook inhoudelijk steeds minder relevant. Ook niet bij fractievergaderingen. In de  woorden van Berckmoes: Voorlichting zat veel dichter bij de leiding dan de fractieleden. Want  Voorlichting had, zo zeiden ze zelf, ‘overzicht over alle portefeuilles’. De fractie, zo stelde Voorlichting, komt maar één keer per week bij elkaar, maar de fractieleiding zit elke ochtend aan tafel met hoofden Voorlichting en Beleid. ‘Zo kunnen we ongelukken helpen voorkomen’. Newspeak voor: Zo houden we de Kamerleden eronder (p. 124).
Zo liepen de Kamerleden aan de leiband van de voorlichters, maar als het verkeerd ging, was het kamerlid de klos: ‘Voorlichting loopt met u mee tot het ravijn, maar we springen niet’ (p. 9).

Discussie over het boek
Het boek is in een beperkt deel van de pers gekraakt, soms als een afrekening en soms badinerend als ‘zó werkt het nu eenmaal en niet anders’. Vrij constructief probeerde Nicole Besselink die werking te verklaren in Trouw (25 september 2017)[ii]: ‘Het moge dan zo zijn dat Kamerleden volgens de Grondwet ‘zonder last’ mogen stemmen, maar die wetstekst beschrijft vooral de papieren werkelijkheid’. Fractiediscipline is noodzakelijk omdat de regering anders de meerderheid in het parlement kwijtraakt. Verder zijn er zó veel onderwerpen dat specialisten binnen de fractie noodzakelijk zijn. De rest moet zich daarbij in vergadering maar bij neerleggen. Besselink erkent dat er een baantjesmachine is, maar ‘tegelijk is het wel zo handig dat burgemeesters, commissarissen van de koning en topambtenaren politieke en bestuurlijke ervaring hebben. En tja, die doe  je nou eenmaal op bij de grotere bestuurderspartijen’. De grote rol van Voorlichting komt voort uit het begrijpelijke verlangen de fractie af te schermen.
Besselink heeft een punt en als Berckmoes meer van dergelijke structurele verklaringen had gegeven, had ze haar critici wind uit de zeilen kunnen nemen. Maar zelfs Besselink moet erkennen dat: ‘Spontaan een liberaal Kamerlid bellen voor een reactie op iets actueels, bij menige fractie doodnormaal, is bij de VVD haast onmogelijk. De kans is groot dat in no-time niet het Kamerlid, maar een voorlichter terugbelt om als volleerd souffleur citaten op te dissen’. Haar, wat optimistische, remedie voor Kamerleden die gehoord willen worden, lijkt te zijn dat ze zich niet zo snel uit het veld moeten laten slaan.

De Leidse hoogleraar Joop van Holsteyn reageerde in hetzelfde dagblad met een opiniestuk, dat helder maakt dat er meer op het spel staat dan Besselinks ‘zo werkt het nu eenmaal’[iii]. Het beeld dat Berckmoes schetst is weliswaar niet nieuw, maar wel degelijk onthutsend voor de  werking  van de parlementaire democratie: Haar voortdurende gaan en staan, denken en doen wordt gestuurd door enkelen in de fractieleiding en de afdeling Voorlichting. De eenheid die de VVD-fractie uitstraalt, is blijkbaar niet het gevolg van een grote mate van inhoudelijke eensgezindheid, of van een uitkomst na open intern debat, of het af en toe eens meegaan met anderen  uit oprechte loyaliteit. Nee, die eenheid en eensgezindheid lijken eerst en vooral tot stand gekomen door niet veel minder dan intimidatie, dwang en dreiging. Primair met het oog op de beeldvorming.
Holsteyns conclusie liegt er niet om. ‘Natuurlijk, dat vrije mandaat is een in de Grondwet neergelegde fictie die in de praktijk nooit gerealiseerd is of zal worden. Maar de werkelijkheid van Berckmoes staat wel heel, heel ver verwijderd van die, voor het functioneren van de representatieve democratie, zo wezenlijke fictie’.

De werkelijkheid van Berckmoes is ver verwijderd van de in de Grondwet neergelegde fictie van het vrije mandaat

Maar ook Elseviers Weekblad geeft twee voorbeelden van interviews met VVD-parlementariërs thuis waar voorlichters opdoemen. ‘Alsof een Kamerlid een CEO of minister is in plaats van een volksvertegenwoordiger’[iv]. Ook in de kwaliteitskranten NRC en de Volkskrant verschenen stukken, waarin Berckmoes’ boodschap serieus werd genomen.

Wat is van belang voor de GOV en de Werkgroep Defensiebeleid en Krijgsmacht?

  1. Defensiebeleid en Krijgsmacht ( D&K) heeft de expertise om aan de politiek en samenleving inhoudelijke  argumenten te leveren. Het informeren van Kamerleden over hoe  het  werkelijk  toegaat bij de krijgsmacht is zeer belangrijk. Zij kunnen daardoor gerichte vragen stellen. Het Ministerie van Defensie leeft in een eigen werkelijkheid, die weinig oog wenst te hebben voor ernstige problemen bij de krijgsmacht. Zie bijvoorbeeld het recente rapport over de slachtoffers in Mali door de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV)[v]. Aangezien de VVD- fractie onder de plak van de eigen voorlichting zit, kan die naar mijn mening moeilijker de structurele rol aan de orde stellen van ministeriële voorlichting en communicatie van het in een eigen werkelijkheid leven.
  2. Het proberen te beïnvloeden van Kamerleden om ‘meer geld voor Defensie’ heeft weinig zin  nu  het  kabinet-Rutte III is geformeerd. Bovenstaande inhoudelijke argumenten kunnen dit nauwelijks veranderen. Het kabinet heeft een Kamermeerderheid van maar één zetel, waardoor de fractiediscipline – al dan niet met voorlichters – ook bij andere partijen zal worden aangehaald. Hun Kamerleden hebben weinig speelruimte. Sterker nog, het is inmiddels  duidelijk dat Defensie onder twee ministers valt. Het geld voor de geplande verhogingen komt pas bij beetjes vrij, alleen als ook het Ministerie van Financiën oordeelt dat het goed valt te besteden[vi].
  3. Het enige argument dat – onder de huidige omstandigheden – voor de VVD werkelijk beslissend lijkt, is dat de GOV en D&K kunnen aantonen dat die partij met veel méér Defensie duidelijk méér kiezers zal trekken. Bij de meeste andere partijen zal dat niet anders zijn.
  4. Wel kunnen argumenten worden aangeleverd om Kamerfracties iets weerbaarder te maken bij nieuwe veiligheidssituaties en als de economie meer groeit dan verwacht of juist omgekeerd.
  5. Of het beïnvloeden van de wetenschappelijke bureaus en partijorganisaties door de GOV en D&K  zin  heeft,  hangt af van de relatie met hun partijen en in het bijzonder de fracties; een meelezer merkte op dat het meer zin heeft lid te worden van het zogeheten Buitenland Netwerk van de overheid, waar Defensie ook onder valt.
  6. Wat betreft de communicatie is het goed als de GOV een eenduidige bedrijfsmatige boodschap uitstraalt. Dat voorkomt verwarring. Maar er kleeft groot gevaar aan als dat te ver doorschiet, dat maakt het boek wel duidelijk. De GOV is net als de VVD een ‘merk’ dat verkocht dient te worden. Maar beide zijn daarnaast veel meer dan dat, zij zijn niet alleen een product dat aan de man moet worden gebracht, zij vertegenwoordigen een groep mensen. Die moeten tot hun recht komen. Niet zo heel lang geleden waren  de  PvdA en het CDA nog grote partijen met een centrum, een linker- en een rechtervleugel die verschillende dingen riepen. Aantrekkelijk voor sterk verschillende kiezers. Het krimpen van deze partijen maakte dat dit onderscheid verminderde. Er is opgemerkt dat het toenemende communicatiebeleid deze krimp heeft verergerd door op één boodschap te hameren. Iets dat scherp in het oog moet worden gehouden bij de wens dat officieren veel meer gaan deelnemen aan het maatschappelijk discours. Dit debat impliceert verschillende standpunten.

[i] Eric Vrijsen, Te veel losse flodders, te weinig inhoud. Elseviers Weekblad, 9 januari 2016. (Met dank aan de auteur).

[ii] Nicole Besselink, Een goed Kamerlid kan zich onttrekken aan de tucht waar Ybeltje Berckmoes onder gebukt ging, Trouw 29 september 2017. https://www.trouw.nl/home/een-goed-kamerlid-kan-zich-onttrekken-aan-de-tucht-waar-ybeltje-berckmoes-onder-gebukt-ging~ae992b20/

[iii] Joop Holsteyn, Berckmoes beschreef wel degelijk een onthutsend beeld. Trouw, 9 oktober 2017. https://www.trouw.nl/opinie/ berckmoes-beschreef-wel-degelijk-een-onthutsend-beeld~ a86c6c24/

[iv] Carla Joosten, Ybeltje verandert niets aan fractiediscipline. Integendeel. Blog Elseviers Weekblad, 29 september 2017. https:// www.elsevierweek- blad.nl/opinie/blog/2017/09/545338-545338/

[v] Onderzoeksraad voor Veiligheid, Mortierongeval Mali, https:// www.onderzoeksraad.nl/nl/onderzoek/2242/mortierongeval-mali/ publicatie#fasen

[vi] Ko Colijn en Dick Zandee, Defensie ligt aan de ketting van Financiën. Vrij Nederland, 21 novem- ber 2017. https://www.vn.nl/ defensie-aan-ketting-financien/