Er waait sinds kort een straffe, frisse wind door Nederland. Het kabinet-Rutte III pakt de zaken kordaat en voortvarend aan. Hup, anderhalf miljard erbij voor Defensie, weliswaar met een beetje hulp van de opbloeiende economie. Natuurlijk een beetje jammer dat we door het stijgende bbp nog steeds ver verwijderd blijven van de voor 2024 beloofde NAVO-norm van 2%, maar toch.
Wir schaffen das, zou Frau Merkel als collega van onze regeringsleider zeggen. Ook de CDS liet zich niet onbetuigd en zegde toe een paar duizend in de wachtkamer verblijvende sollicitanten bij Defensie alvast actief aan het werk zetten, nog voordat ze gekeurd en gescreend zijn. Wellicht alleen maar voor hand- en spandiensten, maar toch, zo lijkt het glas alweer een beetje voller. De handen uit de mouwen, wir stei- gern das Bruttosozialprodukt. We gaan aan de slag en we zien wel waar het schip strandt.
Een beetje jammer natuurlijk dat bij al deze voortvarendheid het eerste schip van staat al strandde, nog voordat het kabinet goed en wel het spreekwoordelijke zeegat uit was.
Maar gelukkig heeft de partij van de zo schlemielig ten val gekomen minister nog een groot aantal ministerieel zeer capabele dames en heren op de reservebank. Daaronder niet de minste, zoals de met de eindstreep van Rutte II al binnen handbereik liggende alsnog gesneuvelde defensieminister. Wat dat betreft is de politiek bikkelhard: loodgieterstas inleveren en na een laatste woord in de Kamer met een taxi naar huis. Veroordeeld tot een vierjarig bestaan op een der Kamerzetels. Weliswaar een mooie zetel met daaraan gekoppeld een mooi woordvoerderschap, maar dat moet het in onze ogen toch afleggen tegen het reizen met de Gulfstream voor het afleggen van allerlei spannende bezoeken aan uitgezonden eenheden.
Ja, en dan de troostprijs van een reserve- officiersbaan bij de Koninklijke Marine. De woordvoerder van het departement wist te melden dat het met de militaire basisvaardigheden van het Kamerlid, zoals schieten en hardlopen, wel goed zat. En de fregatten zouden toch wel uitvaren nadat de motoren geplaatst waren en de bemanning aan boord was. Haar lobby-competenties zouden nog grote diensten kunnen bewijzen aan het krijgsmachtdeel om het allemaal zover op orde te krijgen.
Maar toen bleek plotsklaps dat een leugentje uit het verleden door allerlei gedraai potsierlijke gevolgen had gekregen. Om de bron van het in essentie juiste bericht te beschermen, heette het eerst. Beetje jammer natuurlijk dat de bron zelf de volgende dag al verklaarde, dat die essentie ook niet erg klopte. Er klopte dus eigenlijk, linksom of rechtsom, gewoon helemaal niets van en dan is er nog maar een actie die je als bewindsman met opgeheven hoofd rest: een terugtrekkende beweging om in militaire termen te spreken.
En zoals dat dan gaat in de Haagse politieke slangenkuil, de laatste schouderklop is nog niet ingedaald of het speculeren over wie de opvolger gaat worden begint al.
Wordt het iemand uit de fractie, of niet. En dan moet het een intrigerende gedachte zijn dat met een cv dat klinkt als een klok – minister, Kamerlid, Europarlementariër en behept met uitstekende connecties in binnen- en buitenland – de partij nauwelijks nog om je heen kan. Rutte II ligt alweer een tijdje achter ons en met een beetje geluk is daarmee ook het vergeetboek bijna dichtgeslagen. De lijken liggen stevig verankerd in de kast en de eertijds zorgvuldig opgebouwde internationale ervaring zou wel eens de doorslag kunnen geven. Tel daarbij op een dosis vrouwelijk charisma – iets waar heren als Poetin en Lavrov mogelijk als een blok voor zouden kunnen vallen – en zo zou het nooit plaatsgevonden hebbende akkefietje in de presidentiële datsja wel eens snel tot het verleden kunnen gaan behoren. Vergeten en vergeven, de patriarch van Moskou heeft daarvoor vast nog wel een mooi orthodox ritueel in de aanbieding, en zo zou de opgelopen averij rond het internationale aanzien van ons land snel weggebikt kunnen zijn. Of zou het toch nog te vroeg geweest zijn?
Wat was het een mooi vergezicht geweest als Nederland op deze wijze, zonder al te veel gezichtsverlies te lijden, aan een bekwame bewindspersoon op BuZa was gekomen. Want we weten het nu wel beter: de premier, voor het blok gezet, is tot een andere keuze gekomen. Een ervaren bestuurder, voormalig minister van Wonen en Rijksdienst, Veiligheid en Justitie moet uitkomst brengen. Beter ten halbe gekeerd dan zonder kennis verdwaald. Ja, zonder kennis, want gebrek aan buitenlandervaring werd in dit geval voor lief genomen. Gelukkig heeft Carré in de persoon van een van onze vaste auteurs, gepokt en gemazeld in Baltische sferen, die kennis wel paraat en in huis, want met die snode plannen van Poetin voor een groot-Rusland weet je het natuurlijk maar nooit. Wij willen daarom de nieuwe bewindspersoon op BuZa de tip meegeven om jaargang 2016 van Carré goed te bewaren om zich deze als essentiële dossierkennis snel eigen te maken. En mocht er later, tijdens een partijcongres of een Kamerdebat, naar worden gevraagd, wij hoeven als bron niet beschermd te worden. Want zoals ons colofon zegt: citeren is toegestaan, op voorwaarde van bronvermelding.
Redactie