GOV-D&K Defensieparagraaf 2021

Werkgroep Defensiebeleid en Krijgsmacht, juni 2019

Regeren is vooruitzien. Verkiezingen geven ons de kans om vooruit te zien. D&K wacht niet tot het eindelijk zover is. Hieronder onze eigen defensieparagraaf.

“Onze waarden en belangen verdedigen wij in bondgenootschappelijk verband”

De krijgsmacht is bij uitstek de verdediger van essentiële waarden die in de Grondwet zijn vastgelegd. Zij doet dit niet alleen. Nationaal doet de krijgsmacht dit samen met onder andere politie, justitie, inlichtingendiensten en cybersecurityorganisaties. Internationaal is er een toenemend belang van het EU Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensie Beleid, o.a. gericht op het garanderen van vrede en veiligheid, vrije internationale handel en het ondersteunen van jonge democratieën. Dit vraagt een prominente rol van Defensie. Ondanks de groeiende aansprakelijkheid van de EU voor veiligheid en defensie, blijft Nederland verantwoordelijk voor haar eigen territoriale verdediging, alsmede die van het NAVO-bondgenootschap. Territoriale verdediging houdt ook in het garanderen van vrije fysieke handelsstromen, beschikbaarheid van het informatiedomein (cyber) en gebruik van de ruimte (space). Daarom heeft Nederland ervoor gekozen om in nationaal en internationaal verband (NAVO en EU) capaciteiten te ontwikkelen, beschikbaar te houden en zo nodig in te zetten.

“Nederland wil een betrouwbare bondgenoot zijn”

Voorkomen is beter dan genezen. Om (gewapende) conflicten te voorkomen moet de NAVO kracht uitstralen en op elk gewenst moment inzetbaar zijn. Nederland moet hieraan een evenredige bijdrage leveren (burden sharing) en alles op alles zetten om weer een betrouwbare bondgenoot te worden. Dit vraagt om een aanzienlijke doorgroei van het defensiebudget. Ook als de krijgsmacht weer in balans en volledig inzetbaar is, met voldoende voortzettingsvermogen, blijven voor de instandhouding en continue aanpassing uitgaven nodig van ongeveer 2% van het BBP.
De tijd van parasiteren op de Verenigde Staten is voorbij. Defensiesamenwerking binnen Europa is noodzakelijk, met name op het gebied van (synchronisatie van) defensieplannen, de ontwikkeling en aanschaf van capaciteiten en de afstemming van doctrines en werkwijzen. In de kern gaat het om interoperabiliteit, maar ook om het voorkomen van fragmentatie en duplicatie van capaciteiten. Europese samenwerking biedt daarnaast kansen voor de Nederlandse defensie-industrie. Het versterken van de Europese defensie met capaciteiten en het ontwikkelen van gezamenlijke doctrines dient zorgvuldig afgestemd te worden met de NAVO. Dit vereist een intensieve samenwerking tussen beide organisaties, waaraan ook Nederland actief haar steentje moet bijdragen.

“Veranderende dreigingen vragen om een doeltreffende en flexibele krijgsmacht”

De coronapandemie laat zien hoe onvoorspelbaar crises zijn en dat te grote afhankelijkheid van andere landen leidt tot kwetsbaarheid van vitale belangen op momenten dat het er om spant. Wat voor de fysieke veiligheid geldt speelt evenzeer voor onze territoriale veiligheid. Om berekend te zijn op snel veranderende internationale veiligheidssituaties, blijft daarom een veelzijdig inzetbare krijgsmacht noodzakelijk. Hierbij is de eerste hoofdtaak – de bescherming van het eigen grondgebied en dat van onze bondgenoten – hèt uitgangspunt voor de organisatiestructuur, voor de aanschaf van materieel en voor opleiding en training. Adaptieve vormen van legervorming en gereedstelling zijn nodig om robuust, wendbaar én slagvaardig in het hele crisisspectrum te kunnen optreden.

Het herstel van de krijgsmacht na de jaren van uitholling moet met kracht worden voortgezet. Niet slechts vervanging van verouderd materiaal, maar een vernieuwend herstel. De Nederlandse krijgsmacht moet blijven innoveren. De ontwikkeling van nieuwe capaciteiten voor hybride en multi-domein oorlogvoering moet worden versneld. De nieuwste technieken op het gebied van ICT en Artificial Intelligence zullen bijdragen aan toenemend informatiegestuurd optreden. De krijgsmacht zal moeten beschikken over voldoende opties om snel en adequaat te kunnen reageren op de nieuwe vormen van oorlogvoering waarmee zij wordt geconfronteerd.

“Zonder mensen geen krijgsmacht, geen vrede en veiligheid”

Militairen zijn trots op hun werk voor vrede en veiligheid in Nederland en daarbuiten.  Vrede en veiligheid zijn echter niet vanzelfsprekend en zeker niet gratis. In de krijgsmacht staan de mensen dan ook voorop. Mensen die willen dienen in de krijgsmacht en bereid zijn een stuk eigen vrijheid op te geven voor de vrijheid van ons allemaal. Onze militairen zijn vaak lang van huis om, met gevaar voor eigen leven, inhoud te geven aan de uitvoering van de drie hoofdtaken van defensie. Soms zelfs tegen de hoogste prijs. Daarom is het terecht dat zij een bijzondere rechtspositie hebben en is (na-)zorg van groot belang.

De demografische ontwikkelingen in de komende jaren bieden voldoende mogelijkheden om het merendeel van de functies goed te vullen. Voorwaarde is wel een concurrerend pakket aan arbeidsvoorwaarden. Momenteel is dat niet het geval. Daarom moeten de primaire en secondaire arbeidsvoorwaarden voor militairen tegen het licht worden gehouden en waar nodig verbeterd, waarbij de (functie)waardering voor het operationele werkgebied herkenbaar recht doet aan de specifieke, risicovolle eisen die worden gevraagd. Immers, zonder onze mensen, zonder militairen, is er geen krijgsmacht en staan vrede en veiligheid op het spel.

 

Als bronnen van de GOV-D&K-defensieparagraaf namen wij het GOV-Deltaplan (https://www.nederlandseofficierenvereniging.nl/denk/deltaplan-defensie), de Defensienota 2018 en de Geïntegreerde Buitenland en Veiligheid Strategie (GVBS). De daarin beschreven verwachte geopolitieke ontwikkelingen zoals bv. de grotere assertiviteit van Rusland, toenemende macht van China, veranderende veiligheidsfocus van de Verenigde staten, instabiliteit rondom Europa, klimaatverandering, grondstoffengebrek en mogelijke bedreigingen van de flow security zijn als startpunt genomen.