Aan het begin van een nieuw jaar is het goed om als voorzitter van de NOV de zwaartepunten, de richting aan te geven. Hoe en langs welke lijnen gaan wij ons verder ontwikkelen. Voordat ik dat doe is het goed om even een korte scan van onze omgeving te geven en wel specifiek van de defensie-omgeving.

Onlangs mocht ik een bijeenkomst van de Atlantische Commissie bijwonen waarbij onze minister als keynote speaker optrad. Zij benoemde drie prioriteiten.

Als eerste, dat Defensie een uitvoerend ministerie is dat voor een lange periode zekerheid nodig heeft voor de uitgaven. Met andere woorden, zij breekt een lans voor meerjarige financiële afspraken over Defensie. Afspraken die over meer dan één kabinetsperiode heengaan. Dit zou Defensie echt lucht geven en de huidige kapitaalvernietiging stoppen.
De tweede boodschap was dat ‘nee’ ook een antwoord is. Als een missie niet kan, dan moeten wij het ook niet doen.

De laatste boodschap was dat samenwerken essentieel is, met de EU, met de NAVO, maar ook met wetenschappelijke instituten en het bedrijfsleven.
Bovendien gaf zij uitdrukkelijk en expliciet aan dat de huidige 1,5 miljard extra niet genoeg is, maar dat het pas een eerste stap is. Bovendien benadrukte zij dat niet alleen in materieel, maar vooral ook in personeel geïnvesteerd zal moeten worden.

Onder de kapstok van de vier generieke doelstellingen van de NOV [1] hebben wij voor de komende periode ook onze doelstellingen geformuleerd.
De eerste doelstelling is om datgene wat verworven is niet kwijt te raken. De vereniging heeft een zeer goed lopende bedrijfsvoering. Onze administratieve en financiële basis is meer dan op orde. Ook het afgelopen jaar is weer gebleken dat dit het fundament onder al onze activiteiten is en daar moeten wij zuinig op zijn. Ik weet uit het verleden, en merk ook bij andere verenigingen, hoeveel ellende ervan komt als dit niet het geval is.
De tweede doelstelling is om onze invloed op en in het arbeidsvoorwaardelijke proces te behouden en te versterken. De NOV neemt daarbij, in het kader van de GOV/ MHB, aan de onderhandelingstafel een aparte positie in. Dit, uitgaande van het adagium ’Een officier is niet alleen verantwoordelijk voor zichzelf, maar ook voor de onderofficieren, soldaten, burgers én de organisatie’. Dat betekent dat wij niet kiezen voor de ééndimensionale optie: wat is goed voor het individu? Maar we kiezen ervoor hier holistisch naar te kijken en ons daar ook voor durven te verantwoorden. Een officier en dus de NOV heeft een bredere verantwoordelijkheid. Zie ook ons betoog bij het eindbod van de minister bij de cao-onderhandelingen tijdens het afgelopen jaar. Dat bod was niet goed voor de militair, maar ook niet voor de organisatie; afgewezen dus. En 94% van onze leden volgde deze opstelling. De NOV is de enige belangenvereniging met een dergelijke expliciete benadering. Het komende jaar zullen het AOW-gat (als vanouds), het loongebouw en bij de pensioenen de overgang van eind- naar middelloon op de agenda staan. Op het gebied van salarissen zullen wij actief overleg gaan voeren. In de zomer zullen wij een onderhandelaars-voorstel ter goedkeuring aan u voorleggen. Ook zullen wij onze leden adviseren bij het maken van de voorgelegde keuze om wel of niet langer in dienst te blijven.

Derde doelstelling. Datzelfde geldt voor de werkgroep Defensiebeleid en Krijgsmacht (D&K). In de hele politieke discussie van het afgelopen jaar, met de aanloop naar en het houden van de verkiezingen, heb- ben zij nadrukkelijk hun stempel kunnen drukken. Daarna is een interne evaluatie gehouden van de afgelopen vijf jaar werkgroep D&K. Met nieuw elan en langs verbeterde lijnen wordt het goede werk voortgezet. En wordt de beoogde erkenning als enige echte militaire denktank van Nederland afgedwongen. De vraag blijft, waar ga je vernieuwen, waar ligt de way ahead? Het zwaartepunt van de NOV zal het komende jaar liggen op het contact met onze leden en potentiële leden. Wij zullen dit – zoals eerder al gezegd – nadrukkelijk zoeken op het gebied van de arbeidsvoorwaarden. Maar ook op andere gebieden gaan wij samen met de leden onze positie te bepalen.

De vierde doelstelling ligt dan ook in het opzetten van een militair discours.

  • Het eerste onderwerp in het discours is innovatie. Dit moet wel ergens toe leiden. Hoe denken wij dat in de nabije en verre toekomst het gevecht te land en om de heerschappij in de lucht gevoerd zal gaan worden? En wat is hiervoor nodig, welke middelen, welke aantallen en waarom? Hoe denken wij dat de KMar zich gaat ontwikkelen? En wellicht zullen wij ook nog even een uitstapje maken naar onze partner, de KVMO, om te bezien hoe de KM tegen de toekomst aankijkt. In wezen handelt het hier om
    de uitvoering van de eerste taak uit de grondwet, de verdediging van het Nederlandse en bondgenootschappelijke grondgebied.
  • Als tweede onderwerp in dit discours wordt de focus gelegd op onze tweede hoofdtaak, de bevordering van de internationale rechtsorde en stabiliteit. In heel Europa wordt de discussie gevoerd over hoe er moet worden omgegaan met het vluchtelingenvraagstuk. Er heerst chaos aan de zuidgrens van de EU. En de discussie die de NOV wil opstarten is, welk antwoord wij hierop kunnen geven. De politiek, de Nederlandse samenleving, heeft er recht op hierover goed te worden geïnformeerd. Zoals mw. Angelien Eijsink, voormalig lid van de Tweede Kamer en defensiewoordvoerder voor de PvdA tegen mij zei: ‘Jullie moeten de politiek informeren, voorlichten welke opties zij hebben’.
  • Het derde onderwerp van het militair discours is de adaptieve krijgsmacht. Er wordt veel over gesproken, maar vervolgens ontstaat er mist. Wij geloven in dergelijke concepten, maar het moet wel concreet worden gemaakt. In ieder geval willen wij concreet worden. Hiervoor is het nodig om u te vragen wat kan en wat u wilt.

De vijfde doelstelling voor de komende periode is het onderwerp employability. Zesduizend medewerkers van Defensie hebben de keuze gekregen om al of niet langer te dienen. Langer dienen betekent automatisch dat de carrièrekansen voor de overigen inherent afnemen. Aan de andere kant staan er financiële voordelen tegenover, langer werken loont natuurlijk. En iedereen moet hier vooral een eigen afweging maken. De NOV biedt een professionele ondersteuning om een goede keuze te kunnen maken tussen blijven of gaan. Doorslaggevend bij het maken van die keuze zijn natuurlijk de mogelijkheden op de externe arbeidsmarkt (in de eigen regio). Hoe kom ik aan een baan, wat ga ik dan verdienen? Moet ik nog om- of bijgeschoold worden?

En last maar zeker niet least, de nationale pensioendiscussie. Waarom worden onze pensioenen niet geïndexeerd ondanks het feit dat de pensioenpotten inmiddels overstromen. Wij komen naar u toe in de regio om dit uit te leggen. Maar ik sluit niet uit dat ik u ga vragen om onze argumenten  op het Malieveld in Den Haag kracht bij te zetten. En voor alle duidelijkheid, wij willen een eerlijk pensioenstelsel. Goed voor de ouderen, maar ook goed voor de jongeren. Niet ten koste van elkaar, maar met elkaar.

 

Het wordt echt een interessant jaar!

Eindnoot 1
De vereniging heeft vier doelstellingen:

  1. behartigen van de collectieve en individuele belangen van alle leden en hun nagelaten betrekkingen;
  2. fungeren als een platform voor de beroepsgroep;
  3. bijdragen aan het in stand houden van een voor haar taak berekende defensieorganisatie;
  4. meedenken over vrede en veiligheid.